Joden geven Brusselse migranten een stem

Sophie Soukias
© BRUZZ
10/10/2017

“We hadden deze tentoonstelling over immigratie nooit georganiseerd als er in Brussel al een museum bestond dat zich met de kwestie bezighield,” zeggen Bruno Benvindo en Pascale Falek, twee curatoren van Gastvrij Brussel? Dat is een project van het Joods Museum van België dat de geschiedenis van de immigratie in de hoofdstad sinds 1830 opspoort door de stem te laten horen van de belangrijkste betrokkenen: de immigranten.

Op 6 mei van dit jaar werd het Huis van de Europese Geschiedenis nog ingehuldigd in het Leopoldpark met een ambitieuze permanente tentoonstelling van maar liefst 4.000 vierkante meter. Ooit was het idee van een Europees museum in Brussel onlosmakelijk verbonden met een museum van Immigratie. De twee projecten die in 2001 door het Brussels Gewest werden aangekondigd, moesten het internationale en multiculturele beeld van de hoofdstad promoten. Het Huis van de Europese Geschiedenis zag het levenslicht met de steun van het Europees parlement, maar het tweede idee is langzaam uitgedoofd.

Terre d acceuille Pascale Falek Bruno Benvindo BRUZZ ACTUA 1587
Het Joods Museum gooit in ieder geval de knuppel in het hoenderhok door de deuren te heropenen met Gastvrije Brussel?, een tentoonstelling gewijd aan de Brusselse immigratie en haar geschiedenis, getuigenissen van migranten van vandaag en nog nooit vertoonde werken van Brusselse kunstenaars met elkaar te verbinden. Bruno Benvindo (37) en Pascale Falek (36) zijn curatoren van het Joods Museum van België.

Hoe is het idee voor een tentoonstelling over immigratie in Brussel ontstaan?
Pascale Falek: Wat er vandaag gebeurt in het Europese migratiebeleid, gaat ons allen aan. We vroegen ons af hoe wij daar als museum in het hart van Brussel het best op konden reageren. Niet door een manifestatie te organiseren, maar door iets wat we beter kunnen: een tentoonstelling.
Bruno Benvindo: Een museum heeft niet alleen de taak om erfgoed te beheren, het moet ook vat proberen te krijgen op de actualiteit en zich afvragen wat de uitdagingen zijn waar onze samenleving mee kampt. Een van die uitdagingen is het migratievraagstuk. Immigratie raakt het Joods Museum in zijn diepste wortels, want ze is intrinsiek verbonden aan de geschiedenis van Joden in België. Ze waren op de vlucht tijdens het interbellum, werden vervolgd tijdens de Tweede Wereldoorlog en werden staatloos na de bevrijding. De geschiedenis van de Joden van België is eigenlijk de geschiedenis van immigranten die uit heel veel verschillende landen naar hier kwamen: uit Polen, Marokko, Argentinië, Roemenië, enzovoort. We hebben die ervaringen in een breder kader willen plaatsen: dat van de migratiegolven die van Brussel na Dubai de tweede meest kosmopolitische stad ter wereld maken, met in totaal 184 nationaliteiten.

Jullie hadden de tentoonstelling kunnen herleiden tot de geschiedenis van de Joodse immigratie. Is deze tentoonstelling een voorbeeld van de nieuwe politiek van het museum?
Pascale Falek: Na de aanslag van 2014 hebben we er expliciet voor gekozen om het spectrum te vergroten. In 2015 stelden we de foto’s van Henri Cartier-Bresson tentoon. Hij is geen Jood, maar de humanistische ondertoon van zijn foto’s raakte ons. Het museum moet een plaats van reflectie en van interculturele uitwisseling zijn. We proberen verschillende groepen te raken met onze tentoonstelling, maar we gaan ook zelf naar die groepen toe. Onze tentoonstelling Joden en Moslims, gedeelde culturen, hebben we samen met leerlingen van een middelbare school in Sint-Joost ontworpen. De tentoonstelling was in verschillende Brusselse buurthuizen te zien. We vinden het heel belangrijk dat een museum zich verplaatst tot in Haren of in Neder-over-Heembeek.

Bruno Benvindo: Als je naar het Brusselse museale landschap kijkt, bevinden wij ons recht tegenover musea met een heel institutionele boodschap zoals het Belvue- of het Legermuseum. Kwesties zoals minderheden en machtsverhoudingen worden slechts summier behandeld in deze musea over geschiedenis. Het Joods Museum probeert discoursen, kunstwerken en getuigenissen, die je elders in Brussel niet hoort, aan bod te laten komen, zowel binnen als buiten de muren van dit museum.

Immigratie is een thema dat lange tijd stiefmoederlijk werd behandeld in Europese musea. Het museum van de geschiedenis van de immigratie in Parijs werd in 2007 in moeilijke omstandigheden geopend. In België staan we nog altijd nergens.
Pascale Falek: In 2001 kondigde het Brussels Gewest de komst van een museum van Immigratie aan, maar het is er nooit gekomen. Er zijn veel initiatieven die aan immigratie gelinkt kunnen worden, maar op niveau van erfgoed en musea staan we nog altijd nergens. We hadden deze tentoonstelling nooit georganiseerd als er al een museum van immigratie bestond.

Terre d acceuil BRUZZ ACTUA 1587
Kunnen we Gastvrij Brussel? beschouwen als een blauwdruk voor een nieuw museum, net zoals Het afwezige museum in Wiels het gebrek aan een museum voor hedendaagse kunst in Brussel wilde aankaarten?
Bruno Benvindo: Dat was niet ons uitgangspunt tijdens het maakproces van de tentoonstelling, maar wel een vaststelling toen ze af was. We hebben ons in de eerste plaats afgevraagd wat we precies konden tonen in deze tentoonstelling. Het Algemeen Rijksarchief, de hoofdpartner van deze tentoonstelling, beschikt over een enorm patrimonium: de archieven van de vreemdelingenpolitie bevatten maar liefst twee miljoen dossiers van mensen die sinds 1839 in België zijn aangekomen. We hebben gretig gebruikgemaakt van die gigantische administratieve massa die uniek is in Europa. Tegelijk blijft het de blik van de overheid. Wat je niet vindt in die archieven is de stem van al die mensen, hoe ze leefden, wat ze voelden. Een heikele kwestie: er bestaat geen plek die de bezittingen van families, hun kledij, de elpees die ze hebben meegebracht of gesproken getuigenissen bevat. Daarom lanceerden we zelf een oproep naar migranten. Die wilden niets liever dan de eigendommen van hun familie uit de kast halen.
Pascale Falek: We vreesden dat, gezien de actuele polarisatie, bepaalde mensen ervoor zouden terugdeinzen om hun geschiedenis en hun familiefoto’s in een joods museum tentoon te stellen. Maar er bleek helemaal geen probleem.

Het Brussels kader maakt het mogelijk om uit de nationale en communautaire gesprekken te breken.
Pascale Falek: Veel herdenkingen zijn gelieerd aan de immigratie: vijftig jaar Marokkaanse immigratie, zestig jaar Griekse immigratie, enzovoort. Waar de ene gemeenschap de schijnwerpers haalde, werden andere, kleinere gemeenschappen vergeten. Met onze tentoonstelling willen we al die ervaringen met elkaar in verbinding brengen. Toch moesten we gefocust blijven op Brussel, dat zijn eigenheid toch dankt aan de migratiegolven, in tegenstelling tot Vlaanderen en Wallonië. Twee derde van de Brusselaars is zelf het gevolg van immigratie, een derde van hen heeft niet eens de Belgische nationaliteit. Bijna alle Brusselaars zijn betrokken partij.
Bruno Benvindo: De immigratie gaat alle Brusselaars aan, want een immigrant krijgt ook vorm door de blik van de ander: denk maar aan de blik die een migrant krijgt als hij zijn identiteitsbewijs ophaalt, een klein accent of de fronsende wenkbrauwen als hij hij zijn naam uitspreekt. Dat migratievraagstuk creëren we allemaal samen in Brussel. We kunnen ons bijgevolg afvragen of we niet beter een museum over de geschiedenis van de stad zouden oprichten, waarin migratie een vanzelfsprekende rol speelt, in plaats van een museum dat integraal aan immigratie is gewijd.
In het huidige politieke discours spreekt men niet over immigratie zonder over integratie te spreken. Komt dat idee ook aan bod in de tentoonstelling?
Bruno Benvindo: Niet veel mensen die we hebben geïnterviewd spreken over integratie – dat is een concept dat van bovenaf wordt opgelegd. Wat ons interesseert, zijn hun levensverhalen. Hun getuigenissen tonen aan dat Brussel misschien geen gastvrije stad is, maar dat iedereen er op zijn manier kan leven. Door de diversiteit die er in de stad heerst, maar ook door de institutionele warboel, kan iedereen hier zichzelf zijn, of een kleine bubbel creëren voor zichzelf.

Los van de persoonlijke ervaringen is er de Belgische migratiepolitiek. Die was door de geschiedenis min of meer soepel, soms ook erg gewelddadig.
Bruno Benvindo: We hebben een te rooskleurig beeld willen vermijden. Deze tentoonstelling is niet ‘het wondermooie verhaal van de immigratie in Brussel’ geworden. We tonen bijvoorbeeld het item op het televisiejournaal van de dood van Semira Adamu en de daaropvolgende reacties van verontwaardigde burgers. Hoewel het alweer dateert van bijna twintig jaar geleden, hebben we allemaal haar dood onthouden. Niet alleen omdat het een dramatisch voorval was, maar ook omdat veel mensen voor het eerst te weten wilden komen wat we doen met mensen die we niet willen zien wanneer ze zich in gesloten centra of in vliegtuigen bevinden. We hebben willen aantonen dat immigratie een complex verhaal is. Er zijn erg harde momenten geweest ten opzichte van vreemdelingen, zoals de deportatie van Joden en zigeuners tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar er zijn ook momenten waarop de bevolking in opstand is gekomen tegen de immigratiepolitiek.

Tentoonstelling Gastvrij Brussel?

13/10/2017 > 18/03/2018, Joods %Museum van België, Miniemenstraat 21, 1000 Brussel

www.mjb-jmb.org

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni