Rene Magritte met le cercle vicieux  1937

Ontroerend weerzien met Magritte

An Devroe
© Brussel Deze Week
12/03/2014

Kan het, als we het over René Magritte hebben, nog gaan over beelden, in plaats van over beurs- en verzekeringswaarden en andere bezoekersaantallen? Een opwindende expo in het huis van Magritte in Jette biedt daartoe alle kans.

Oog in oog staan met zevenentwintig werken van Magritte die door allerlei onheil niet meer bestonden. Het is van 1967 geleden dat mensen nog nieuwe Magrittes zagen, in Galerie Alexander Iolas in Parijs, enkele maanden voor zijn dood. Niet dat we het ooit meemaakten, maar iets van die sensatie van toen is hier te voelen.

“Het begon met de Table-porte van Magritte,” zegt conservator André Garitte. Deze tafel met een deur als blad werd in 1936 voor het laatst gezien in de tuin van Galerie Charles Ratton in Parijs. Omdat ze niet zou misstaan in het Magrittehuis, werd ze in 2006 nagebouwd. “Waarom wagen we ons ook niet aan het in vlammen opgegane schilderij Le calcul mental? Door de vlekkeloze uitvoering kregen we er schik in om er nog een, en dan nog een, en ten slotte 27 vernietigde werken opnieuw uit te voeren.” Drie schilders en een beeldhouwer realiseerden samen 21 olieverfschilderijen op doek of paneel, drie gouaches en drie objecten (tafel, beeld en masker).

Een tweede leven voor deze werken is voor Garitte des te belangrijker omdat de meeste werken dateren uit Magrittes zeer creatieve periode 1920 tot 1940. Ze behandelen thema’s die slechts een keer voorkomen of ze zijn schakels in zijn oeuvre. Bij het grote L’escrimeuse uit 1926 of 1927 bijvoorbeeld wordt voor het eerst het thema uitgewerkt van de als eierschaal gebarsten of als papier gescheurde figuur.

Niet Magritte genoeg
In een huisfilmpje van Magritte is het schilderij Le temps des cerises uit 1951 nog te zien, hij overschilderde het later zelf. Dat gebeurde ook met het kamerscherm Baigneuses uit 1922. Dankzij de remake zien we terug drie naakte vrouwenfiguren tegen een kleurrijke, kubistische achtergrond. Er was minstens een zwart-witfoto nodig om het werk over te doen, een schets of beschrijving volstonden niet.

De reconstructie vergde naast feilloze uitvoerders “die de hand van Magritte herkennen” ook een team van Magrittekenners: “We moesten niet alleen de kleuren reconstrueren, maar soms ook het formaat. Onze basis was de solide oeuvrecatalogus van David Sylvester, René Magritte: catalogue raisonné (1993), maar af en toe kwamen we volgens onze berekeningen uit op een verschil van wel 10 cm, wat een beeld een andere impact kan geven. Af en toe moest een deel of het ganse werk herdaan worden, niet omdat het niet goed geschilderd was, maar omdat het nog niet Magritte genoeg aanvoelde. Wanneer de schilder eindelijk het definitieve werk op de ezel omdraaide... magie.”

De uitvoerders blijven anoniem, en daarmee wil het René Magritte Museum in Jette benadrukken dat het om een niet-commercieel, wetenschappelijk en didactisch project gaat, klaar om door nieuwe generaties ontdekt te worden. De verdwenen Magrittes geven body aan de nieuwe catalogus Herontdekking van het surrealisme. Verzameling van het René Magritte Museum.

Blitz
Maar liefst negentien werken van Magritte werden vernield tijdens de Blitz op Londen in de herfst van 1940. Het depot van de London Gallery van E.L.T. Mesens en Roland Penrose, met een honderdtal schilderijen van onder andere ook Ernst, Delvaux, Ray en Marcoussis, brandde toen volledig uit.

Bij de galeriehouders Alexander Iolas en Brooks Jackson brandde het ook meer dan eens. Magritte was niet opgetogen toen bij Iolas Le vieux canonnier uit 1947 in de vlammen opging. Bij Jackson verdween in 1967 op die manier Abstraction, het meest abstracte werk van Magritte, en in 1972 nog eens vijf werken in zijn appartement in New York.

Ook het doek Le calcul mental uit 1931, in Amerikaans privébezit, ging in de jaren 1980 verloren tijdens een brand. In het Magrittehuis hebben ze een Jets gevoel bij dit schilderij. Het is geschilderd in de Essegemstraat, waar de familie Magritte na drie jaar Parijs in 1930 haar intrek nam en tot 1954 zou blijven wonen. Een foto van Jette uit die tijd toont dezelfde verspreiding van huizen en gelijkaardige daken en vensters. In 1939 werd het futuristische beeld gebruikt voor de kaft van het Useful Mathematics Workbook (Mary A. Potter, Boston). Vandaag is Magritte wellicht de meest gereproduceerde kunstenaar op covers, maar dit was de eerste keer.

Verder verloor een Nederlands diplomaat het doek La géante op zee, en vatte Le retour à la nature vuur tijdens de bereiding van een stuk vlees, maar hier zorgde Magritte zelf voor een ‘kopie’ door een versie die er dichtbij stond.

Het schilderij Le musée du roi - een klassieke Magritte met een silhouet van een figuur en zwevende ogen, neus en mond - werd in 1966 zelfs geschilderd met de bedoeling om vernietigd te worden. Na een chemisch reproductieproces zou van het originele werk niets meer overblijven behalve 250 identieke exemplaren, ‘kamagrafieën’. Het project bleef uiteindelijk in de fase van de levering, want Magrittes kunsthandelaars vreesden broodroof. Magritte was dit soort democratisering van de kunst nochtans erg genegen.

data: tot 14/09

waar: René Magritte Museum, Essegemstraat 35, 1090 Jette, 02-428.26.26

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Jette , Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni