Praat achteraf: Ik ga naar de oorlog en ik neem mee...

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
11/01/2013
Er wacht ons de komende jaren een overdosis oorlogsherdenkingen. In 2014 staat er een massa evenementen en festiviteiten gepland voor de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog, en in 2015 is het weer prijs, als de tweehonderdste verjaardag van de Slag bij Waterloo herdacht wordt. In 2013 is er niets speciaals te melden, dus gingen we voor onze portie oorlogshistorie nog eens langs in het Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis.

Het Legermuseum heeft de laatste jaren dan wel stappen gezet richting museale moderniteit, je kunt er nog altijd terecht voor een ongeleide blik op de volgepropte antieke kijkkasten, of de met een eindeloze reeks driekleuren en netjes geordend wapentuig gedecoreerde muren. Maar eigenlijk kwamen we eens kijken naar een al lang lopende tijdelijke tentoonstelling, die nu haar laatste maand in gaat.

Hebben en houden van de soldaat tussen leven en dood contrasteert op een aangename manier met het bataljon uniformen, de vloot gevechtsvliegtuigen en de colonne tanks die in het museum opgesteld staan. De tentoonstelling bestaat uit enkele tientallen vitrinekasten met alledaagse gebruiksobjecten van soldaten, die overal ter wereld werden verzameld door de Zweed Torbjörn Lenskog. Die heeft meer dan duizend van die militaire objecten in zijn bezit, van de achttiende eeuw tot heden, en van de VS over Duitsland en Frankrijk tot Japan en Zweden. Samen geven ze een overzicht van wat Jan-met-de-helm zoal in zijn zakken had als hij naar het front trok: evidente voorwerpen als veldflessen, bestek, verrekijkers en lucifers, maar ook een aantal opmerkelijker zaken waar een verhaal aan vastzit.

Zo heeft Lenskog in zijn collectie een origineel exemplaar van de iconische rekruterings­affiche van het Amerikaanse leger, waarop een met de vinger wijzende Uncle Sam duidelijk maakt dat hij jou in het leger wil. Het ontwerp van James Montgomery Flagg uit 1917 is een aangepast zelfportret, werd in de Eerste Wereldoorlog al op vier miljoen exemplaren gedrukt en deed ook een wereldoorlog later weer dienst.

Eveneens historisch is een glazen Fanta-flesje van Duitse makelijk uit 1940. Het was inderdaad de Duitse vestiging van Coca-Cola die toen bij gebrek aan grondstof voor het populaire zwarte drankje een ersatz liet maken dat Fanta ging heten, een afkorting van het woord Fantasie. En zo zijn er wel meer merknamen met de oorlog verbonden. Het Duitse Maggi bijvoorbeeld, dat sinds 1908 bouillonblokjes produceert en dat vandaag nog altijd doet voor Nestlé, of het Amerikaanse Gillette, dat sinds 1901 kinnen glad scheert en dat nu nog altijd doet voor Procter & Gamble. Of de chocolade van Hershey's en de sigaretten van Lucky Strike waarmee de Amerikaanse bevrijders zich bij ons populair maakten.

Misschien iets minder smakelijk ogen de tandenborstels van de troepen, die vaak van everzwijn- of dassenhaar werden gemaakt. Maar hygiëne was nu eenmaal belangrijk. Ook het poeder om voeten te wassen, de tabletten om drinkwater te zuiveren, de verzorgingskit tegen slangenbeten en de boekjes met uitleg over intieme hygiëne en venerische ziekten getuigen daarvan. Wat ook kon helpen tegen die venerische ziekten, waren de schaarsgeklede pin-ups, die in Amerikaanse bladen als Esquire verschenen. Voor geheel andere lectuur zorgden de taalgidsen en kookboeken, terwijl grammofoonplaten met populaire liedjes of met groeten van de familieleden thuis de zinnen verzetten.

Naast de voorwerpen die het leven in het leger aangenamer moesten maken, zoals sportgerief, zelfgemaakte muziekinstrumenten en spelletjes, waren er andere die het verschil konden maken tussen leven en dood, zoals de heliograaf, waarmee je morsesignalen kon verzenden met weerkaatst zonlicht, vloeistof om het zeewater te kleuren als je je voor passerende vliegtuigen zichtbaar moest maken, of zelfs plooifietsen waarmee parachutisten zich snel uit de voeten konden maken als ze op vijandig grondgebied geland waren.

Gezien: de tentoonstelling Hebben en houden van de soldaat tussen leven en dood, nog tot en met 31 januari in het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, Jubelpark (dinsdag tot en met zondag, 9-12 en 13-16.45 uur, 02-737.78.33, www.klm-mra.be).

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni