Bertrand Tavernier: de gulle, gulzige cinefiel

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
03/07/2013
Weinig mensen die zoveel van film houden, zoveel van film kennen én er zo goed over kunnen vertellen als bertrand tavernier. Deze zomer pakt cinematek uit met een retrospectieve van de Franse regisseur én gaf hem een carte blanche. Het gedroomde excuus om eens niet de cineast maar de cinefiel Tavernier te interviewen.

Bertrand Tavernier was de eregast van het voorbije Brussels Film Festival en dat hebben we geweten. In plaats van zich zoals de meeste eregasten te beperken tot het drinken van een glas champagne hier en een acte de présence daar, dook de regisseur van Coup de torchon, Ça commence aujourd'hui en In the electric mist zowat overal op.

Nieuwsgierigheid, gulzigheid en gulheid kenmerken ook zijn liefde voor film. Tavernier houdt zijn filmvondsten niet voor zich, maar deelt ze. Bijvoorbeeld door een carte blanche in Cinematek in te vullen met Franse filmparels die nooit de erkenning hebben gekregen die ze verdienden. "Ik wil met het publiek films delen waar ik zielsveel van hou maar die je zelden te zien krijgt," zegt Tavernier.

U diept onder andere twee films van Pierre Chenal op. Le dernier tournant, een eerste adaptatie van The postman always rings twice, en L'homme de nulle part.
Bertrand Tavernier: Veel kansen zijn er niet om films van Pierre Chenal te zien. Dat is nochtans een merkwaardige cineast. L'homme de nulle part is een zeer verrassende adaptatie van werk van Luigi Pirandello.

Truffaut, Rivette, Godard waren zeer cinefiel, maar het is een fabeltje dat ze de eerste cinefiele regisseurs waren. Ik kwam er snel achter dat er generaties voor de nouvelle vague al regisseurs waren opgestaan die fanatieke filmfans waren. Pierre Chenal is er daar een van. L'alibi en L'affaire Lafarge zijn uitstekende films. Zijn vroege versie van Crime et châtiment getuigt van ambitie. Zijn carrière is helaas gefnuikt omdat hij joods was en op de vlucht is moeten slaan. Het is hoog tijd dat we hem opwaarderen.

Ik vind het erg moeilijk om van films uit de oude doos te voorspellen of ze de tand des tijds hebben doorstaan. Brengt u het er beter vanaf?
Tavernier: Nee. Er zit maar één ding op: de film bekijken. Films met een uitstekende reputatie vallen soms tegen. Films die destijds voor doorsnee doorgingen, blijken soms opwindend modern van toon te zijn. De twee films van Maurice Tourneur in de carte blanche zijn daar frappante voorbeelden van.

We weten niet waarom de ene film goed bestand is tegen de tijd en de andere niet. Er zijn een paar regisseurs die een minder verlamde stijl hebben dan andere en dat helpt. Films over gewichtige onderwerpen durven slecht te verouderen. Maar ook dat is geen regel. Jericho van Henri Calef is bijvoorbeeld een formidabele film over het verzet tegen de Duitsers.

Hoe onthoudt u al die verhalen en details? U bent een wandelende encyclopedie.
Tavernier: Dat valt wel mee, hoor. Au nom de la loi heb ik helpen uitbrengen op dvd. Voor de extra's was het nodig om hem meerdere keren te bekijken. Pattes blanches van Jean Grémillon, een absoluut meesterwerk, zag ik onlangs opnieuw. Het is toch niet moeilijk om films die je gemarkeerd hebben, te onthouden? Neem nu Lettres d'amour van Claude Autant-Lara. Ik moet dit festijn van ironie en finesse een eerste keer gezien hebben in de jaren 1960. De spelvreugde van de acteurs is enorm. Julien Carette is geweldig als dansleraar die maar niet aan slapen toekomt. Odette Joyeux speelt de bazin van een postkoetsbedrijf die constant door de kerk en de maatschappij wordt aangevallen omdat het onethisch zou zijn dat een vrouw werkt en de plak zwaait. De film werd gedraaid tijdens de bezetting maar is resoluut feministisch, terwijl het Vichy-regime van maarschalk Pétain het minst feministische regime van allemaal was. Het scenario van Jean Aurenche is een pareltje. Hij laat de heldin zeggen dat ze drie maanden getrouwd was, maar al drie jaar weduwe is. "Drie maanden geluk, drie jaar tristesse," resumeert Napoleon III. "Nee," zegt ze, "drie maanden tristesse en drie jaar geluk." Dat soort geestigheden vergeet ik nooit.

Waar zoekt u naar onvindbare films?
Tavernier: Overal. Al 35 jaar. Door veel te reizen kom ik in filmarchieven en winkels in uiteenlopende landen. Martin Scorsese heeft me destijds tientallen cassettes bezorgd van Amerikaanse films die ik wou zien. Er is altijd wel een manier om een film die je wilt zien, te vinden. In mijn beginjaren als cinefiel ging ik altijd eerst naar België als een film in Frankrijk niet te vinden was. Met bevriende cinefielen zat ik regelmatig in de Brusselse wijkbioscopen. Daar kon je Amerikaanse films tenminste in de originele versie bekijken. Soms vielen de omstandigheden wel tegen. Ik herinner me een matinee met La patrouille infernale (Beachhead) van Stuart Heisler met Tony Curtis. De spelende kinderen maakten er zoveel kabaal dat we ze hadden kunnen slaan. (Lacht) Het was verschrikkelijk. Soms waren er scènes geknipt om de film 'kinderen toegelaten' te maken. Zelfs vuistslagen werden soms verwijderd.

Heeft de cineast Tavernier wat aan de cinefiel Tavernier?
Tavernier: Mijn cinefilie heeft me gevoed, zoveel is zeker. Maar als ik cineast ben, dan ben ik geen cinefiel meer. Sta me toe me dat te verduidelijken. Vooraan in de jaren 1960 draaide ik twee kortfilms, maar ik hield totaal niet van het resultaat. Ik vond ze futiele, kinderachtige kopieën van andere films. Als cineast moet je alles kunnen vergeten wat je heeft beïnvloed. Je moet alle modellen wandelen sturen, zodat je je eigen weg kunt inslaan en doen wat goed is voor jouw personages, jouw verhaal. Met L'horloger de Saint-Paul bewees ik mezelf daartoe in staat te zijn.

L'horloger de Saint-Paul, uw eerste langspeelfilm, is ook het begin van een fantastische samenwerking met Philippe Noiret.
Tavernier: Dat klopt. Ik ben Noiret alles verschuldigd. Alles. Ik had hem een eerste, snelle adaptatie van een pagina of veertig van de roman van Georges Simenon laten lezen en hij had de rol aanvaard. Vervolgens was er een zware strijd om de film op de rails te krijgen, maar Noiret bleef zijn gegeven woord trouw. Een tweede groot geluk was dat Simenon me uiteindelijk de filmrechten cadeau heeft gedaan. Dat deed hij normaal nooit. Hij is buitengewoon vriendelijk voor me geweest. Mijn brieven naar hem staan trouwens in een boek met zijn correspondentie. Ik heb achteraf betere films gemaakt dan L'horloger de Saint-Paul, maar ik heb er nog altijd een teder gevoel voor.

De retrospectieve omvat ook In the electric mist. Met welk gevoel blikt u terug op die wat miskende Amerikaanse film met Tommy Lee Jones?
Tavernier: "Bertrand, je hebt de essentie van Louisiana weten te vatten," schreef Tommy Lee Jones in een mail. Uit zijn mond is dat een groot compliment. Tommy Lee Jones vindt dat 95 procent van de Amerikaanse regisseurs er niet in slagen Louisiana te filmen. Ze weten er geen snars van en vervallen in clichés over het zuiden. Hij vindt dat mijn film Louisiana wel respecteert. Nu ben ik ook ontzettend gevoelig voor de eigenheid van een locatie of de specificiteit van een tijdperk. Ik wou Lousiana gezien hebben en de geschiedenis ervan kennen. Ik wou zelfs weten wat detective Dave Robicheaux (het personage van Tommy Lee Jones, nr) graag eet. Hoe zijn leven er uitziet. Dat zijn details. Dat is veel werk. Maar het loont.

Retrospectieve: 1 juli > 31 augustus 2013
Carte Blanche: 2 juli > 7 augustus 2013

-----------------


Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni