Blaxploitation in Cinematek

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
31/10/2012
Hoe verleidelijk de geniale muziek, de kitsch, de hype en de belofte van seks en geweld ook moge zijn, veel straffe films leverde de glorietijd van de blaxploitation niet op. Maar er is genoeg om een heerlijk Cinematek-programma mee samen te stellen. Bovendien zijn weinig fenomenen zo funky belangrijk.

In aanvulling op het overzicht van de Afro-Amerikaanse cinema neemt Cinematek in november de blaxploitation onder de loep, de favoriete snoepwinkel van Quentin Tarantino. Blaxploitation is tegelijkertijd een, zoals de term al aangeeft, opportunistisch genre en een product van zijn tijd: de jaren zeventig.

Melvin Van Peebles mag voor Sweet sweetback's baadasssss song (1971), een van de eerste en meteen ook de beste voorbeelden, het geld zelf bijeen gezocht hebben en wonderen verricht hebben door alles alleen te doen. Vervolgens zijn het toch vooral de Hollywood-studio's die met goedkope films met Afro-Amerikanen (eindelijk) de Afro-Amerikaanse gemeenschap willen bereiken tot ze zich eind jaren zeventig na Jaws en Star wars exclusief op de blockbuster toeleggen.

Eigengereide detectives
Een stevige portie, erotiek, geweld en sensatie moet verbergen dat de verhaaltjes aan de magere kant zijn en de budgetten nog meer. Het getto is het vaakst voorkomend decor, pooiers, dealers, hoeren, huurmoordenaars en eigengereide detectives weerkerende personages. Naast het detective- en misdaadgenre wordt ook het horrorgenre (Blacula, Dr Black, Mister Hyde) tegen de welgevormde boezem gedrukt.

Er wordt al eens een corrupte blanke flik afgerost en de blaxploitation is niet los te zien van de Afro-Amerikaan die trots en zelfbewust voor zijn rechten opkomt. Maar voor politiek is geen plaats.

Dat de zwarte elite denigrerend doet en kritiek heeft op het negatief, karikaturaal beeld dat van de Afro-Amerikaanse cultuur wordt geschetst, schiet dan weer veel betrokken acteurs en technici in het verkeerde keelgat. Dankzij die films komen ze eindelijk aan de bak, kunnen ze hun brood verdienen. Enkele sterren staan op zoals Richard Roundtree (Shaft), Jim Brown (Black Gunn, Slaughter) en Pam Grier (Coffy, Foxy Brown). Maar ze gaan mee kopje onder wanneer het fenomeen na de jaren zeventig uitgeraasd blijkt. Voor Pam Grier komt er wel eerherstel wanneer Tarantino haar de hoofdrol geeft in Jackie Brown. De anderen kunnen zich troosten met de gedachte dat ze de weg vrij gemaakt hebben voor de Denzel Washington, Wesley Snipes en de Will Smiths dezer wereld.

Cult
Weinig tot geen blaxploitation-regisseurs breken door. Werd er lang neergekeken op de blaxploitation en het fenomeen vervolgens vergeten, vandaag wordt het omarmd als een cult. Tarantino speelt daar een rol in. Maar ook los van hem hebben filmfans begrepen dat er binnen de tweehonderd blaxploitation films een pak films zijn die voor onversneden plezier kunnen zorgen.

De excessieve kapsels, de gekke plateauschoenen en seventiespsychedelica hebben een kitsch-factor. Het geweld en de erotiek blijven aantrekkelijk. De films baden in sfeer. Personages als Shaft zijn de personificatie van cool. En hier en daar stoot je op een pareltje (Foxy Brown, Super Fly, Across 110th Street). Maar wat de baadasssss cinema pas echt de moeite maakt is onverslijtbaar goeie muziek van Isaac Hayes, Curtis Mayfield, Sun Ra, Johnny Pate, Roy Ayers en James Brown. In de meeste gevallen overklast de muziek de rest van de film zwaar. Ze is niet alleen ontzettend funky, sfeervol zoals alleen soul kan zijn en tijdloos. Meer dan eens gaan de nummers inhoudelijk of politiek-militant een stuk verder dan de films zelf.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni