Cesare Deve Morire: De vitale cinema van Paolo & Vittorio Taviani

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
18/10/2012
De broers Paolo (80) en Vittorio (82) Taviani zijn geliefd voor hun fijnzinnige sprookjes en hun tableaus van de mooiste Italiaanse landschappen. Maar op tachtigjarige leeftijd doen ze van zich spreken met een heel ander soort film. In Cesare deve morire werken ze samen met de gedetineerden van de zwaarbewaakte Romeinse Rebibbia-gevangenis. Ze houden aan de unieke ervaring een Gouden Beer over maar ook een tegenstrijdig gevoel "dat wellicht nooit opgelost raakt." niels ruëll

Cesare deve morire is een semi-documentaire arthousefilm in zwart-wit over gevangenen die in de Rebibbia-gevangenis Julius Caesar van William Shakespeare willen opvoeren. Ze botsen vrij snel en hevig op de parallel (moord, verraad, geweld) met hun eigen levensverhaal. De film plaatst de Taviani's weer in het midden van de belangstelling.

De broers zijn nooit met pensioen gegaan, maar hun recentere films kregen niet de aandacht en de waardering die ze wel kregen voor poëtische kleinoden als Kaos (1984), La notte di San Lorenzo (1982), Allonsanfàn (1974) of het met een Gouden Palm bekroonde Padre Padrone (1977). Vorige week ontvingen ze op het Filmfestival Gent een Joseph Plateau Honorary Award "voor hun gedegen vakmanschap, hun indrukwekkende oeuvre en hun uitzonderlijke bijdrage aan de cinema." De prijs werd uitgereikt door de broers Jean-Pierre en Luc Dardenne. Waren ze dolgelukkig met die prijs, zat er prozac in de ontbijtkoeken of zijn ze van nature zo innemend en goedgemutst? Feit is dat de Taviani's mijn vraagjes beantwoordden met enthousiasme en een guitige blik.

Zou een andere gevangenis dan de Rebibbia-gevangenis tot een andere film hebben geleid?
Paolo Taviani
: De Italiaanse gevangenis in het algemeen is een verschrikkelijk nare plaats. Elke gevangenis is overbevolkt. Men zit met z'n zessen in één cel. Het is geen toeval dat zoveel gedetineerden in Italië zelfmoord plegen. Maar er is een contrapunt. In minstens twintig gevangenissen wordt er theater gespeeld. Misschien heeft dat te maken met de diepgewortelde commedia dell'artetraditie. Een tweede belangrijke gevangenis bevindt zich in Volterra in Toscane. Ook daar wordt theater gespeeld maar op een andere manier. Daar behandelt de regisseur de acteurs alsof het professionele acteurs zijn en eist dat ze even goed acteren. Een van de gedetineerden is Aniello Arena die de hoofdrol speelt in Reality van Matteo Garrone. Die methode werkt maar is niets voor ons. Voor ons was de leefwereld en wat de gedetineerde heeft meegemaakt net essentieel. Daarmee konden we Julius Caesar van Shakespeare echter maken. Hun ervaring maakt hen anders dan beroepsacteurs. Onze Brutus is niet beter dan de Brutus die James Mason subliem neerzet in Julius Caesar van Joseph L. Mankiewicz. Onze Brutus is gewoon anders door wat hij heeft meegemaakt.

Beschouwen jullie Cesare deve morire als een fictiefilm of veeleer als een documentaire?
Vittorio Taviani
: We hebben geen moment aan een documentaire gedacht. We hebben ons wel gedocumenteerd en we zijn maanden aan een stuk in de weer geweest met onze acteurs. Zij vertaalden onze teksten in hun dialect. Ze vertelden ons tijdens die samenwerking ook veel feiten die hen overkomen waren en sterke verhalen van anderen. Sommige verhalen vonden we zo betekenisvol dat we ze in de film geïntegreerd hebben. Paolo en ik hebben die anekdotes thuis uitgewerkt om ze vervolgens aan de gevangenen te bezorgen met de vraag om ze nog eens na te lezen en zo nodig aan te passen. Kortom: Cesare deve morire is fictie. Het is een kunstwerk, geen documentaire. U weet beter dan ik dat waarheid in de kunst niet waarachtig kan zijn. Kunst is een synthese van het leven. Cesare deve morire is helemaal echt én helemaal vals.

Akkoord, maar in de sterkste momenten zie je de acteurs wel botsen met hun werkelijkheid.
Vittorio
: Tijdens de audities vroegen we iemand om te wenen. Dat was uitgesloten. De maffia weent nooit. Op een bepaald moment laat Shakespeare een personage verzuchten dat hij wou dat hij de ambitie uit het hart van Julius Caesar kon rukken zodat ze hem niet zouden hoeven te doden. De gedetineerde die dat zinnetje zeggen moest, had een soortgelijke situatie meegemaakt en blokkeerde. Op zo'n moment stopt het spelen en word je weer in de realiteit gekatapulteerd. Dat maakt deel uit van onze reconstructie.

De spanning hing in de lucht toen we de moord op Caesar moesten filmen. We gaven iedereen instructies en vroegen zonder erbij na te denken om in zichzelf naar de verschrikkelijke kracht te zoeken die leidt tot moord en het plegen van een misdaad. Toen we beseften tegen wie we spraken, beten we op onze tong. Wat moeten wij hen over moord en misdaad vertellen? Maar de gedetineerden vroegen om door te gaan. Ze vonden het nodig om dat uit henzelf te halen om een vorm van vrijheid te verwerven.

Film lijkt me hier een voetje voor te hebben op theater. De theatervoorstelling blijft binnen de muren van de gevangenis. Jullie film reist de wereld rond en herinnert aan het bestaan van de gedetineerden.
Paolo
: Tijdens de audities verduidelijkten we dat de kandidaten hun echte naam niet hoefden te gebruiken. Maar iedereen gaf zijn echte naam op. We vroegen ons af waarom? Ze zeiden dat ze wisten dat film niet alleen heel Italië zou bereiken maar ook in de rest van de wereld zou gezien worden. Ze hopen dat de film gezien wordt door alle mensen die hen bewust proberen te vergeten. Met andere woorden met de film willen ze de wereld herinneren aan hun bestaan. Ze willen laten zien dat ze nog leven en afzien in de gevangenis. Het is een existentiële schreeuw.

Jullie dragen een grote verantwoordelijkheid.
Vittorio
: Dat cinema zoiets vermag is prachtig.

Is dat ook de reden waarom jullie afsluiten met zwart-witportretten van de gedetineerden met een woordje uitleg?
Vittorio
: Na al die fictie is het moment aangebroken om de directe link met de realiteit te leggen. We doen het ook omdat er een miniem beetje hoop in die beelden zit. Na afloop hebben meerdere acteurs boeken geschreven. Giovanni Arcuri die Caesar speelt, heeft er zelfs al twee geschreven. Lucius, de jonge dienaar van Brutus, komt bijzonder zacht, vriendelijk en warm over. Maar hij wordt vertolkt door een persoon die op zijn twintigste door de maffia gebruikt werd om van op een scooter mensen uit te schakelen. In opdracht van de maffia schoot hij in Albanië drie andere maffiosi dood. Vandaag is hij dertig en is hij een fantastischeschilder geworden. Kunst is een uitweg.

Paolo: Wij blijven achter met een grote tegenstrijdigheid in onszelf. Door samen met ons naar waarheid op zoek te gaan zijn die acteurs/gedetineerden broers van ons geworden. De samenhorigheid was enorm. Anderzijds weten we zeer goed dat de maffia een bijzonder negatief iets is, een duistere wolk die boven Italië hangt waar we vanaf moeten. Ik ben bang dat we die tegenstrijdigheid nooit gaan kunnen oplossen.

zalen: Vendôme

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni