Cinema Nova: 'Al vijftien jaar een liefdesaffaire'

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
12/01/2012
Filmzalen zijn er in elke stad, Cinema Nova’s niet. Zo is er maar één in heel het land. Arenbergstraat 3, 1000 Brussel. De unieke programma’s hebben we in deze kolommen al vaak geroemd. De unieke werking niet. Cinema Nova wordt volledig door een collectief vrijwilligers gedragen. Naar aanleiding van de vijftiende verjaardag houden ze hun levend filmhuis voor het licht.

Een baken in Brussel, België en zelfs daarbuiten voor films die om uiteenlopende redenen uit de boot vallen, dat is Cinema Nova sinds de dag dat het deuren opende, 23 januari 1997. De filmzaal die zoveel meer is dan een filmzaal wordt niet door één markante persoonlijkheid geleid maar door een collectief. Een poging om een collectief te interviewen: niemand mag meer dan één vraag beantwoorden.

Wie herinnert zich nog hoe het avontuur vijftien jaar geleden begon?
Gwen: Een viertal mensen stelde vast dat er verschrikkelijk veel interessante film nergens te zien waren of het was eenmalig op een gespecialiseerd festival. Ons idee was heel eenvoudig, haast naïef: een vaste plek waar een breed publiek films kan ontdekken die elders niet te zien waren. Een scherpere omschrijving hadden we niet. Vervolgens leek het ons een goed idee om één van de tientallen teloorgegane bioscopen in ere te herstellen en terug te geven aan de Brusselse filmliefhebber. Een half jaar lang hebben we alle oude zalen afgeschuimd die nog niet tot restaurant of kleerwinkel verworden waren. Aan de in 1987 gesloten Studio Arenberg dachten we niet. De Kredietbank had immers een vergunning om er de kantoren uit te breiden of parkeerruimte in te voorzien voor de kaderleden. Maar de werken waren nooit uitgevoerd. In november '96 hadden we, gesteund door de Beursschouwburg en de Brusselse schepen van cultuur Henri Simons, een akkoord met de Kredietbank. Volgden zes zotte en bijzonder intens weken waarin tegelijk geld moest vinden worden, een werf leiden, een vzw oprichten en een cinema inrichten. Op 23 januari gingen we open.

En de rest is geschiedenis. Wie staat er aan het roer? Hoe wordt Cinema Nova bestuurd?
Guillaume: We zijn met zo'n honderd, onbezoldigde, vrijwilligers. Er is een harde kern van ongeveer twintig mensen die het gros van het werk verzet en ook over sleutels beschikt. Verder is er geen hiërarchie. We beslissen niet bij stemming. We discussiëren tot er een consensus is. Over alles: de bar, het programma, de promotie, de administratie. We zijn er ooit zelfs in geslaagd om te vergaderen over het vergaderen. We steken enorm veel tijd in die vergaderingen. Maar het systeem werkt.

Hoeveel tijd steek je als vrijwilliger in Cinema Nova? En vanwaar dat engagement?
Laurent: Het collectief is verplicht om veel te vergaderen. De weken dat de cinema open is moeten er kaartjes gescheurd worden, bars opengehouden, gasten begeleid, projectoren bediend. Als je daar dan ook nog eens de uitwerking van een programma bijneemt... Becijferen hoeveel uren is moeilijk. Het zijn er in elk geval heel veel.

Ik was een trouwe kijker en toen ik na mijn studies wat meer tijd had, heb ik mijn hulp aangeboden. Ik raakte steeds meer betrokken. Ik vind Cinema Nova een superproject. Het gaat verder dan een gewone cinema en neemt ondertussen een belangrijke plaats in het sociaal en cultureel leven in Brussel in. Voor Nova werken, vind ik vooral zeer verrijkend. Je wordt het nooit moe omdat er altijd nieuwe projecten, ideeën, thema's uitgewerkt worden. De weken lijken niet op elkaar.

Wat maakt de Nova uniek?
Alice: Onze onafhankelijkheid! We zijn vrij van beperkingen. We hangen bijvoorbeeld niet af van het toevallig aanbod van de filmverdelers. We werken onze eigen ideeën uit. We kunnen het ons veroorloven om een thema als gevangenschap tot op de bodem uit te spitten. We doen ons goesting en het publiek volgt ons daar in. Omdat de groep is samengesteld uit mensen met heel uiteenlopende interesses (experimenteel, sociaal, exploitation...) kan het bovendien alle kanten uit. Uniek is ook dat niemand dit voor het geld doet. Mensen geloven dat niet, maar iedere medewerker doet zijn werk uit passie. Cinema Nova is voor ons al vijftien jaar een liefdesaffaire.

Wat is het grootste verschil tussen vroeger en nu?
Dirk: In het begin waren we iedere dag open zoals een reguliere bioscoop. Met alleen maar vrijwilligers was dat niet vol te houden. Bovendien was daar geen behoefte aan. We hebben het ritme vertraagd, programmeren minder maar kwalitatiever. We werken nu veeleer rond thema's en maken serieus werk van de omkadering: een debat, een inleiding, een tentoonstelling, een genodigde. Die evolutie naar het evenementiële zie je ondertussen overal. Ten tweede hebben we nu ook meer dan vroeger het profiel van een huis dat andere verenigingen en festivals met een alternatief aanbod met open armen ontvangt. Ik denk aan Pink Screens of Offscreen.

Genoeg achteruit geblikt voor een vijftienjarige. Wie werpt een blik op wat komt?
Katia: De digitale technologie heeft de filmwereld grondig overhoop gehaald. Niemand weet waar we precies naar toe gaan. Hoe gaan wij ons positioneren tegenover die digitale revolutie? Het probleem voor veel onafhankelijke bioscopen is dat de reconversie wordt opgelegd. De Cahiers du cinéma spreekt over een geforceerde mars. Dat zint ons uiteraard niet. We moeten zonder nostalgie stelling nemen. Ik geloof in de rijkdom van verschillende dragers - 16mm, 35 mm, video, digitaal - die naast elkaar bestaan.

Ook de culturele context is grondig veranderd in Brussel. Er is nu zo verschrikkelijk veel te doen dat het publiek gewoon de tijd niet meer heeft om een programma van A tot Z te volgen. We werken nu al meer samen met andere verenigingen en structuren. Sinds twee jaar nemen we met de steun van het Festival van Rotterdam ook het voortouw in een internationale netwerkvorming. Het idee is om alle Nova's in Europa te verenigen. Voor Cinema Nova geldt wat voor elke arthouse geldt: stil staan is sterven. Om te blijven bestaan gaan we onszelf blijvend moeten in vraag stellen en hernieuwen. We gaan jong van geest moeten blijven.

Feestprogramma
Een visueel hallucinante anima, een compromisloze film van een Amsterdammer waar we nog nooit van gehoord hebben, een feministisch pamflet over de fallocratie uit 1976... wie het opzet achter het feestprogramma van 15 jaar Cinema Nova niet kent, zal vreemde ogen trekken. Enkele maanden geleden lanceerde Cinema Nova een oproep aan het publiek om zelf films (en gasten, concerten, performances, tentoonstellingen) voor te stellen. Op basis van die voorstellen stelde Nova een feestprogramma samen. Het resultaat is op zijn zachtst gezegd bijzonder eclectisch.

Eugene Robinson, de zanger van de noisegroep Oxbow komt als inleiding op de western-klassieker Rio Bravo voorlezen uit een artikel dat hij voor de The Wire schreef over crooner Dean Martin. Er zijn Duitse experimentele kortfilms en een Griekse fabel over een vader en drie zonen die in een vakantiehuis op het platteland de kunst van het luiereen en niks doen trachten te perfectioneren. En wat te denken van een lezing over humor in het Duitsland van de zeventiende en achttiende eeuw? Voor verassingen en ongewone ervaringen is er de volgende zes weken maar een adres.

Cinéma Nova 15 jaar
wanneer: 12 januari > 19 februari 2012
------------

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni