1769 La-Grande-vadrouille Louis de Funes

Louis de Funès (links) in de oorlogsklucht 'La grande vadrouille' (1966), samen met kompaan Bourvil (uiterst rechts, achter de non).

Review

Cinema Palace garandeert fun op z'n De Funès!

Niels Ruëll
© BRUZZ
28/09/2021

Franser dan Louis de Funès wordt het niet. Cinema Palace haalt de tentoonstelling van La Cinémathèque française in huis die vertelt hoe de komieke drift­kikker een icoon werd.

Volgend jaar zal Louis Germain David de Funès de Galarza veertig jaar dood zijn. Wie denkt dat de eenentwintigste eeuw niet meer kan lachen met de driftbuien, het smoelwerk en de misavonturen van Louis de Funès moet er maar eens de kijkcijfers bij halen die de Franse televisie haalde door zijn successen tijdens de eerste lockdown opnieuw uit te zenden. Miljoenen Fransen genoten voor het eerst of elfendertigst van hoe hij samen met Bourvil de Duitsers te slim af wil zijn in de oorlogskomedie La grande vadrouille, zich vermomt als rabbijn voor Les aventures de rabbi Jacob of op nudisten jaagt als Le gendarme de Saint-Tropez.

Op het hoogtepunt van zijn roem deed het er niet toe hoe de klucht heette of waar het over ging. Als het met De Funès was, kon er gelachen worden. Meer moest de Fransman niet weten. Noch de Belg of Italiaan. Veel filmcritici mogen hem afgedaan hebben als een platte populist, de mensen wisten generatie na generatie beter. Met een grote tentoonstelling schaarde La Cinémathèque française, hoogtempel van de cinefielen, zich vorig jaar in het kamp van zij die De Funès cultureel erfgoed vinden. Cinema Palace neemt de expo deels over en zet uiteraard ook enkele kaskrakers op de affiche.

Het publiek smult van zijn opvliegende, kleingeestige, hooghartige, zelfzuchtige wappies

Burgermannetje
Louis de Funès werd niet in een dag de zonnekoning van de Franse publieksfilm. Aan zijn succes gaan twaalf stielen en dertien ongelukken vooraf. Na jobs als industrieel tekenaar, fotolaborant, boekhouder, barman, pianist in nachtclubs en speler in de vaudevilletheaters van Parijs versiert hij na de Tweede Wereldoorlog wel wat bijrollen in films. Maar hij wordt pas opgemerkt in 1952 met de rol van bekrompen kruidenier in La traversée de Paris.

De grote doorbraak komt er voor de kleine opdonder pas dik tien jaar later, na veel haarverlies. Met Pouic-pouic, Fantômas en Le gendarme de Saint-Tropez scoort hij een hattrick in de sixties. Met gekke bekken en hilarische colères plaatst hij zich in de traditie van de physical comedy met voorgangers als Charlie Chaplin, Buster Keaton, Laurel & Hardy, generatiegenoten als Jerry Lewis en Benny Hill en nakomers als Mister Bean – zij het wel met een onmiskenbare Franse slag.

1769 Le gendarme de saint tropez Louis de Funes

In 'Le gendarme de Saint-Tropez' (1964).

Zijn volgens de legende door zijn moeder geïnspireerde typetjes variëren bijna allemaal rond nerveuze, kolerieke burgermannen. Het publiek smult van zijn opvliegende, kleingeestige, hooghartige, zelfzuchtige wappies, maar wellicht ook van de (zelf)spot met de in de verf gezette kleine kanten van de mens. Op de set gedraagt hij zich als een tiran die regisseur en medespelers uitkaffert. Tot aan zijn hartaanval te veel in 1983 stapelt De Funès de hits op. Nostalgici mogen de tentoonstelling niet missen. Zo zijn de auto uit Le corniaud en de kostuums uit Les aventures de rabbi Jacob en La soupe aux choux te bewonderen. Allemaal op vadrouille naar de Palace?

LOUIS DE FUNÈS
2/10 > 16/1 Cinema Palace, www.cinema-­palace.be

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni