‘De kinderen zijn blij dat ze eens niet voor idioot versleten worden’

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
06/04/2011
Hij is een jaar of tien en de eigenaar van een blonde kuif zo kolossaal als de snor van Asterix. Door zijn ogen naar de ongerijmde wereld van de grote mensen kijken, is je een breuk lachen. Tenzij je een situatie herkent en er stil van wordt. Titeuf is een fenomeen en het einde is nog lang niet in zicht. De Zwitserse striptekenaar Zep voert zijn razend populaire bengel nu ook met succes op in een animatiefilm. “Als ik had geweten hoeveel erbij komt kijken, dan was ik er nooit aan begonnen. Soms helpt het naïef te zijn.”

Titeuf steekt Asterix naar de kroon en behoort tot de beste verkochte strips van Europa. Tekenaar Zep, de nom de plume van de Zwitser Philippe Chappuis, stond zelf in voor de bioscoopversie. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen. De geanimeerde versie is een even grappige en dappere held van de dagelijkse worsteling als de Titeuf van papier.

Begrijpt u zelf waarom Titeuf zo aanslaat?

Zep: Neen, ook voor mij is het een mysterie. Ik heb honderden theorieën gehoord en omdat men maar bleef vragen naar een verklaring heb ik er ook zelf een tijdlang verwoed naar gezocht. Maar eerlijk gezegd: ik begrijp er zelf niet veel van. Men houdt van het personage. Maar er is geen charter, geen formule. Soms lijkt het een praatstrip, soms staat het visuele voorop. Titeuf is niet altijd grappig. Soms is de strip melancholisch. De kindertijd bestaat uit lichtere én zwaardere momenten. Wel weet ik dat humor helpt om moeilijke momenten door te spartelen.

Titeuf is altijd al een beetje atypisch geweest. In 1991 heb ik Titeuf aan meerdere uitgeverijen voorgesteld. Niemand wou ervan weten. "Die combinatie van kinderstrip met ernstige onderwerpen als seksualiteit, werkloosheid, aids zal nooit werken," kreeg ik te horen. Ik trok me terug in mijn hoekje en zette toch door.

Was dat louter koppigheid?

Zep: Het was een reactie. Ik tekende al een tijdje strips, onder andere voor Spirou. Ik vond dat men zich te veel op de jaren 1950 en '60 richtte, op de glorietijd van Franquin en Roba. Ik heb niets tegen Franquin en Roba. Maar dat waren grote auteurs omdat ze oprecht hún tijd getekend hebben. Hen vandaag nabootsen vind ik zinloos. Ik wou vertellen over wat ik zag rondom mij: werkloosheid, aids. Maar dat mocht niet. Men wou humoristische, lieflijke verhaaltjes met sympathieke personages. Ik trok me terug in mijn hoekje en maakte Titeuf voor mezelf. Ik was blij met het resultaat maar opnieuw ving ik bot bij de uitgevers. Alleen Glénat zag het zitten, niet toevallig een uitgeverij die vooral voor volwassenen werkt. Titeuf sloeg niettemin aan bij de kinderen. Zij zijn blij dat ze nu eens niet voor idioot versleten worden en dat de onderwerpen van de grote mensen wel aangekaart worden. Het succes was des te opmerkelijker omdat de jeugd de Franco-Belgische strip de rug had toegekeerd en vooral manga's las. Vervolgens bleken ook volwassen vrouwen, niet meteen het klassieke strippubliek, Titeuf te lezen. We hadden dus een onverhoopt publiek en daar zijn we van blijven profiteren.

Een belangrijk kenmerk lijkt toch te zijn dat u moeilijke onderwerpen zoals seks, scheidende ouders, werkloosheid of pesten niet uit de weg gaat.

Zep: Ik vang op dat Titeuf groot en klein helpt om samen bepaalde moeilijke onderwerpen te bespreken. Maar dat is geen betrachting. Ik ben geen opvoeder. Ik verdedig geen pedagogische theorie. Ik wil alleen maar spreken over de dingen die ons leven bepalen.

Taboes zijn een verschrikking voor kinderen. In 1992 zag je overal affiches ter preventie van aids. Aan hun ouders konden de kinderen niet vragen wat die bananen met condooms te betekenen hadden. Dus fantaseerden ze er onder elkaar er op los: "van bananen krijg je aids", "die banaan heeft aids". Volwassenen vinden dat idioot maar eigenlijk zijn dat geen stomme vragen en opmerkingen.

Het was een hele opluchting toen ik als adolescent eindelijk volwassenen tegenkwam die toegaven dat ze het antwoord op een gestelde vraag ook niet wisten. Vroeger dacht ik dat volwassenen smeerlappen waren die alles wisten maar niets vertelden. (Lacht) In zijn naïviteit vindt Titeuf antwoorden die niet onderdoen voor die van de volwassenen. Hij zegt dwaasheden maar dwaasheden die steek houden.

Ik toon graag dat de volwassenen evenzeer verloren lopen, niet begrijpen wat er rond hen allemaal gebeurt. De papa begrijpt in de film de vrouwen niet zoveel beter dan Titeuf. Hij snapt niet waarom zijn vrouw hem verlaat en al evenmin waarom ze terugkomt.

Viel het schrijven van een filmscenario mee?

Zep:Ik volgde vooral mijn intuïtie. Daarna kwam het schaafwerk. Ik had natuurlijk het voordeel dat ik mijn eigen strip ken. Ik zou het heel moeilijk vinden om een scenario te schrijven voor een film over Asterix of Lucky Luke. Dan word je namelijk opgezadeld met een heleboel verplichtte nummers: Joe Dalton die zegt dat hij Lucky Luke wil vermoorden, Rataplan die een stommiteit begaat, Lucky Luke die sneller schiet dan zijn schaduw. Je moet enerzijds een verhaal verzinnen, en anderzijds om de vijf minuten ingaan op de verwachtingen van het publiek. Daar had ik geen last van. Voor Titeuf is er maar één vereiste: ik moet hem schrijven.

De strip maakt u op uw eentje. Een animatiefilm vergt honderden medewerkers. Ging het cheffen u goed af?

Zep: Het leiden van een grote groep mensen is mijn ding niet. Mijn hand leiden, vind ik al moeilijk genoeg. Maar een grote groep leiden om deze film te maken, vond ik wel geniaal. Ik ben trots op de film. Vraag me alleen niet om morgen een bedrijf te leiden.

Ik heb me pas in de animatiefilm verdiept toen ik wist dat ik er zelf een kon maken. Als ik écht had geweten hoeveel erbij komt kijken, was ik er nooit aan begonnen. Alleen al de gedachte 700 personen te moeten leiden, zou me hebben afgeschrikt. Ik dacht dat het zou volstaan om er met vijftig man een jaar aan te werken. Heb ik me daar even vergist! Soms helpt het naïef te zijn.

Op uw jeugdherinneringen kan Titeuf allang niet meer gebaseerd zijn, daar heeft hij al te veel voor meegemaakt. Hoe kruipt u in zijn hoofd?

Zep: Zoals gezegd kon ik me als striptekenaar niet vinden in het aanbod. Ik besloot herinneringen aan mijn kindertijd te verstrippen. Alleen herinnerde ik me amper iets. Zoals veel volwassenen dacht ik alleen maar aan een tijd van onschuld en schoonheid. Maar al tekenend ging plots een wereld voor me open. Ik herinnerde me zaken die me hadden doen lachen of huilen. Ik herinnerde me hoe hard, laf, wreed, beschaamd, bezwaard kinderen kunnen zijn. Dat gaat ook op voor volwassenen maar zij hebben meer opties. Zij kunnen desnoods verhuizen, van werk veranderen, het gezin verlaten, naar de andere kant van de wereld reizen. Dat kunnen kinderen niet. Om de moeilijke momenten te overleven zijn ze aangewezen op humor en verbeelding. Toen ik eenmaal kon denken als een tienjarige, een magisch moment, moest ik niet meer terugvallen op jeugdherinneringen. Het hielp ook dat mijn atelier uitzicht had op de speelplaats van een school.

Nog een geluk dat ik het niet moet hebben van concrete herinneringen. Ik zou graag zoveel uitgespookt hebben als Titeuf maar dat is niet het geval. Ik was verlegen. Dat zal ook wel een deel van zijn populariteit verklaren: hij doet wat kinderen niet altijd durven en wat volwassenen niet gedurfd hebben.

Kinepolis, Le Stockel, UGC De Brouckère, UGC Gulden Vlies

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni