De tijdloze schoonheid van gedoemde, geile tieners

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
09/12/2010
Was Mysterious skin – een melancholisch, fijngevoelig portret van pedofilieslachtoffers – vier jaar geleden een schijnbeweging? Met Kaboom sluit cultcineast Gregg Araki weer aan bij The doom generation en Nowhere, zijn ondertussen beruchte, hypergestileerde, surrealistische tienerdoemfilms van de jaren 1990.

De jonge biseksuele student Smith praat met Stella, slaapt met Londen en verlangt naar kotgenoot Thor. Na een feestje en de bijbehorende drugroes is hij overtuigd van zijn betrokkenheid bij de gruweldood van het Roodharige Meisje uit zijn dromen. Op zoek naar de waarheid komt hij een sekte op het spoor en begint te vrezen dat de Apocalyps nabij is. Kaboom steekt schril af tegen de rest van het filmaanbod dankzij een geweldige soundtrack, felle kleuren, een snuif humor en zwaar bewerkte, kitscherige beelden van de seksueel ambivalente, angstige tieners van vandaag. "Bekijk het als Twin Peaks voor de Facebook-generatie en creatieve rebellie tegen de zo conventionele Amerikaanse cinema van tegenwoordig," grijnst de eeuwig jonge Araki, die volgende vrijdag 51 wordt.

Fluisterde trashpaus John Waters u het idee voor Kaboom in het oor?
Gregg Araki:
Begint niet alles bij John Waters (grijnst)? Hij is de peetvader van de onafhankelijke, alternatieve, subversieve undergroundfilm.

Ik ontwikkel steevast meerdere projecten tegelijk. Kaboom ging al een hele poos mee toen John Waters me op een festival een prijs overhandigde voor Mysterious skin. In de coulissen vertelde hij dat hij die film wel goed vond maar dat hij me toch graag nog eens een old school Gregg Araki-film zag maken. Die vraag maakte mijn dag. Blijkbaar wéét hij wat een old school Gregg Araki-film dan wel mag zijn.

Beschouwt u Kaboom dan als een terugkeer naar The doom generation en Nowhere?
Araki:
Neen. Ik ben niet dezelfde als de Gregg Araki die in 1994 The doom generation maakte. Als mens en als regisseur ben ik veranderd. Het was niet de bedoeling om The doom generation 2 te maken. Wel wou ik terugkeren naar de gevoeligheid, het anarchisme en de punkspirit van toen. Kaboom is een puur artistiek project. Het was een bewuste beslissing om uitsluitend na te denken over wat ik wou uitdrukken. Of Kaboom wel verdelers zou overtuigen en andere cynische, commerciële vragen waren niet aan de orde.

Een kleine groep jongeren heeft The doom generation destijds zeer innig omhelsd. Ziet u dat met Kaboom ook gebeuren?
Araki:
De tijden zijn veranderd. Toen ik in de jaren 1990 zogenaamd subversieve films maakte, kenden de mensen internet nog niet. Films werden nog op de ouderwetse manier verdeeld. In mijn geval betekende dat dat de film slechts in een stad of twaalf te zien was en daarna was het wachten op de videorelease. En toch kregen The doom generation en Nowhere een die-hard fangroep. Dat het cultpubliek erin geslaagd is om die films überhaupt te zien, verbaast me tot op de dag van vandaag. Ik kreeg verdorie brieven van tieners uit Kansas en Kentucky. Ze schreven dat The doom generation hun leven had gered. Dat ze elke nacht voor het slapen gaan nog eens naar die films keken. Dat jouw film zoveel voor iemand betekenen kan! Is er voor een filmregisseur groter gevlei denkbaar?

Vandaag zijn mijn cultfilms al wat meer in de richting van de mainstream opgeschoven. Zo gaat dat. Kijk maar naar de punk. Dat begon als iets kleins en raars en eindigde met het wereldsucces van Nirvana.

Maar de vraag was of Kaboom net zoveel betekenen kan voor de tieners en jonge twintigers van vandaag?
Araki:
Een van de reden waarom ik Kaboom gemaakt heb is de vaststelling dat er nog geen films zijn voor deze generatie jongeren. Terwijl er zoveel Kaboom-kids rondlopen: licht ambigue twintigjarigen die zich verliezen in de muziek van The XX en anderen. Volgens mij snakken ze naar een film die ze kunnen omarmen als de hunne, als iets wat voor hen gemaakt is. Ze verdienen beter dan Gossip girl en al die andere shit die Hollywood hun voorschotelt. Ik heb ervaring met The doom generation en heb de handschoen opgenomen.

Is het voor u nu makkelijker werken dan vroeger?
Araki:
Het is moeilijker geworden. De economie draait niet. De industrie is bijna uitsluitend in commerciële producten geïnteresseerd. Het wordt elke dag een beetje moeilijker om de financiering van een film rond te krijgen. Gelukkig is er ook een keerzijde: technologisch is het veel makkelijker geworden om een mooie film te maken. The doom generation is gemonteerd met een programma dat 100.000 dollar kostte en dat toen cutting edge was maar vandaag hopeloos gedateerd. Kaboom heb ik zelf thuis gemonteerd met Final Cut Pro, een programma van een goeie duizend dollar.

Dit is mijn eerste volledig digitale film. Mij zie je niet zo rap terugkeren naar 35mm. Dan kun je het beeld wat donkerder of lichter maken, wat blauwer of roder. Nu heb ik bijna elk shot gemanipuleerd. Je bent bijna letterlijk aan het schilderen. De nieuwe technologieën hebben veel creatief potentieel en dat vind ik opwindend. Elk detail is belangrijk voor me, tot de kleur van de vingernagels toe.

Bent u jaloers op de schoonheid van de jongens en meisjes die u zo gretig en wellustig filmt?
Araki:
Was Josef von Sternberg jaloers op Marlene Dietrich? Jaloers is een verkeerd woord. Ik waardeer mijn acteurs en actrices. Cinema gaat voor mij over gezichten en tijdloze schoonheid. Ik haat van die pseudodocumentaire films met een handheld camera. Ik wil films zien die iemands creatie zijn. Liefst iemand die het vak onder de knie heeft en aandacht heeft voor de kadrering. Ik hou van een zeker classicisme. Mijn bewondering voor mijn acteurs is niets vreemds. Kijk naar David van Michelangelo: kunst ging altijd al over geïdealiseerde schoonheid. Mijn films zijn op een vreemde manier fantasieën.

Merkt u dat u niet meer tot dezelfde generatie behoort?
Araki:
Ik ben geen achttien meer en ik wil ook geen achttien meer zijn. Maar moet de regisseur de leeftijd hebben van de personages? Natuurlijk niet. Ik heb veel jonge vrienden en ben oprecht geïnteresseerd in cultuur en alternatieve muziek. Bovendien ben ik achttien geweest en ik herinner me nog hoe dat voelt. Je staat op eigen benen maar alles is nog een vraagteken. Je weet niet wat er gebeuren gaat, wie je zult worden.

Ik zal maar bekennen dat Kaboom een béétje autobiografisch is. Ik heb nooit zoveel seks gehad als die Smith in de film maar bepaalde avonturen heb ik - zwaar gefictionaliseerd én geïdealiseerd - in het scenario verwerkt.

Weet je wat er wél enorm veranderd is? Dat je niet echt gay bent en ook niet echt hetero wordt vandaag min of meer aanvaard. Het heeft geen belang. Gewoon jezelf zijn en je ding doen mág. Dat was wel anders toen ik achttien was en zelfs toen ik al wat ouder was en The doom generation draaide.


Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni