Jérémie Renier over 'Elefante Blanco': Van Cloclo tot priester

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
13/03/2013
Geen twaalf maanden geleden interviewde ik Jérémie Renier in precies hetzelfde hotel aan precies dezelfde tafel. Toch is er van een déjà vu geen sprake. Toen ging het over de charmezanger/nare vent Cloclo. Vandaag over de sloppenwijken van Buenos Aires en kinderen die niets hebben maar toch lachen.

Het was de Argentijn Pablo Trapero, vaste klant in Cannes en de maker van prima films als Leonera en Carancho, die Jérémie Renier naar Buenos Aires lokte. De Brusselaar vervoegde er Martina Gusman, Trapero's echtgenote, producente en hoofdrolspeelster en Ricardo Darín, de Argentijnse Javier Bardem, voor de opnames van Elefante Blanco. Dat is een stevig, solide drama met sociaal-politieke inslag geworden over een sociaal werkster en twee priesters die zich elk op hun manier inzetten voor de bewoners van een door drugskartels gedomineerde sloppenwijk.

Wat herinner je je van de opnames in Argentinië?
Jérémie Renier: Ik herinner me zoveel, in de eerste plaats meerdere ongelofelijke mensen. Ricardo Darín bleek niet alleen een groot acteur te zijn, maar ook een bijzonder genereus, goed mens. Hij ving mij op. Ik kon zijn steun gebruiken: het was niet altijd gemakkelijk in een vreemd land.

Na twee dagen liep ik al met een deel van de filmploeg door de sloppenwijken. Dat was bijzonder. Zelfs de politie mag daar niet zomaar binnen. Op de derde verdieping van het fameuze Elefanto Blanco, een gigantisch wit gebouw, had ik een goed zicht op de villa, zoals de Argentijnen een sloppenwijk noemen. Op een stuk grond, een stort, zag ik een stuk of zes kinderen, ongeveer zo oud als mijn kinderen, op blote voeten tussen de smerigheid voetballen. Ze amuseerden zich te pletter. Alleen al dat beeld maakte de hele onderneming de moeite waard.

Wat ging er door je hoofd toen je die lachende kinderen zag?
Renier: Ik prees mezelf gelukkig dat mijn kinderen in betere omstandigheden opgroeien. De miserie grijpt naar de keel. Maar triest waren die kinderen niet. Ze waren gelukkig met elkaar, met hun bal. Het gevaar en het vuil zagen ze niet. Ze hadden geen benul van hun sociaal-economische situatie.

Achteraf vernam ik nog iets zotters. Na Perón werden de Olympische Spelen in Buenos Aires gehouden. Men vond er niet beter op dan de mensen in hun sloppenwijk op te sluiten. Eens ter plaatse heb je het gevoel dat je er nooit meer weg kunt. De mensen leven in precaire, ongezonde omstandigheden. De kartels zwaaien de plak in de ciudad oculta, de verborgen stad. Het vreemde is dat sommigen die erin slagen om aan de sloppenwijk te ontsnappen en zich in de stad te vestigen, achteraf terugkeren. In de stad voelden ze zich zo alleen. Het leven is hard in de sloppenwijken maar iedereen zit in dezelfde shit, iedereen kent het gevoel verworpen te zijn en samen staan ze sterk.

Was je nooit zelf in gevaar?
Renier: Ik beschikte over een aantal wachters die voor drugskartels werkten en ervoor zorgden dat we geen problemen kregen. Ze waren bang dat ons iets overkwam. Maar we zijn niet lastiggevallen. Integendeel. De bewoners waren beschermend en babbelden. Toen ik ter plaatse mijn verjaardag vierde, lieten ze flessen bier aanrukken.

Hablas español?
Renier: Drie weken had ik maar om dat Spaans onder de knie te krijgen, mét het juiste Argentijnse accent. Het was geen kwestie van een paar woordjes te brabbelen. Mijn personage wordt verondersteld Spaans te spreken. Ik moest alles begrijpen, zelf begrijpbaar zijn, kunnen improviseren.
Hoe vaker ik Trapero waarschuwde dat het niet zou lukken, hoe meer hij er zin in had. Hoe meer hindernissen hoe beter voor die man. Daar herken ik me wel in. Ik deins niet rap terug voor een uitdaging. Maar toch. Niet alles is mogelijk. Je kunt niet door muren lopen.

Is het niet vreemd om Gusman te kussen op bevel van haar echtgenoot?
Renier: (Grinnikt) Dat is bizar! Zeker als je weet dat Trapero haar op de set aanmoedigt om er zo hot mogelijk uit te zien en echt te kussen. Hij wil tongen zien. Ze speelt een personage, ze is een geweldige actrice die goed kan improviseren en toch... Ik voelde me op het moment zelf niet ongemakkelijk. Maar achteraf vond ik het wel bizar, een beetje pervers.

Volgens Trapero heeft cinema verschillende functies waaronder een sociale. Wat vind jij?
Renier: Ik ben opgegroeid met de broers Dardenne. Ik voel me aangetrokken tot films die de kijker even willen ontspannen maar ook tot films die je aansporen om jezelf of de wereld in vraag te stellen of die je een land, een systeem, een cultuur, een visie op de wereld laten ontdekken. Cinema vermag dat. Een film over een Afrikaans jongetje in een conflictgebied kan je zoveel harder raken dan een politiek discours.
Wij denken nog te veel in vakjes: de komedie, de thriller, de auteursfilm. Trapero maakt tegelijk een suspensefilm en een liefdesverhaal mét een sociale en politieke visie op een wereld die je niet kent.

Hebben de broers Dardenne je gevormd?
Renier: Ja. Of ik het nu wil of niet: hun afdruk zal er altijd zijn. Niet uitsluitend maar ook door de belangrijke plaats die ze vandaag in de filmwereld innemen. De samen-werking heeft een grote resonantie.
Bij hen debuteren was een geschenk. Je leert meteen de essentie van het beroep: zoeken, uitproberen, een personage doorgronden en begrijpen, ideeën verdedigen. Het is meer dan ontspanning. Het vertellen is een betekenisvolle daad. Ook hun werkmethode is bijzonder. Ze doen alles voor de acteurs: wekenlange repetities in echte decors, chronologisch draaien, één sequentie per dag, drie maanden tijd, de mogelijkheden om te herbeginnen wat niet goed zit, de vrijheid om dingen uit te proberen. Dat ben ik nergens anders tegengekomen.

Een jaar geleden zaten we hier ook al. "Ik weet niet of er voor mij een voor en na Cloclo zal zijn. Ik kan niet in de toekomst kijken," zei je toen. Weet je het ondertussen wel?
Renier: Voor Omar Sy is er een voor en na Intouchables, voor DiCaprio een voor en na Titanic. Het komt voor, zo'n rol die je leven verandert, maar niet vaak. Cloclo was een succes maar niet zo groot als gehoopt. Tegelijkertijd zijn er wel nieuwe deuren opengegaan. Het was een belangrijke film: zes maanden voorbereiding, vijf maanden opnames en alles draaide rond mij. Maar hij heeft mijn leven hier in Brussel niet veranderd. Ik word op straat niet aangeklampt. Er werd zoveel van Cloclo verwacht dat ik me - even - van alles begon in te beelden. Dat het de film van mijn leven was. Tegen het einde van de opnames dacht ik er al anders over. Daarna volgden Argentinië en Elefante Blanco. Dat relativeerde alles.

zalen: Aventure, Vendôme

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni