F1507 les chevaliers blancs lafosse

Joachim Lafosse: 'Ik ben een grote lafaard'

Luc Joris
© Brussel Deze Week
26/01/2016

Zieltjes redden in Afrika? Het blijft een heikele thematiek. Les chevaliers blancs volgt Jacques Arnault, de charismatische directeur van een hulporganisatie die driehonderd weesjes uit het door de burgeroorlog verscheurde Soedan wil redden. Liefdadigheid of kinderhandel?

Na het verstikkende À perdre la raison kiest Brusselaar en Belgische trots Joachim Lafosse (40) met Les chevaliers blancs opnieuw voor een verfilming van een waargebeurd feit dat de publieke opinie beroerde. Zijn nieuwe drama is een vrije verfilming van de fameuze Arche de Zoé-affaire. In 2007 probeerde de Fransman Eric Breteau, de voorzitter van die humanitaire vereniging, 103 kinderen uit Tsjaad naar Frankrijk te smokkelen onder het mom dat het om weeskinderen uit Darfur ging. Die kinderen wilde hij door Franse ouders laten adopteren. Of hoe Lafosse, na films als Folie privée, Nue propriété en Élève libre, opnieuw blijft inzetten op thema's die hem na aan het hart liggen. "Ik pretendeer niet dat mijn film de waarheid vertelt over de Arche de Zoé-affaire," legt de regisseur uit. "Het is gewoon een voorstel tot reflectie. Ik hoop dat de film meer vragen oproept dan antwoorden geeft. Voor mij is dit een verdere thematische exploratie van mijn werk, namelijk dat van het gevangenschap dat vertrekt van goede bedoelingen en dat van de geboorte van de familie. De familie is de plaats waar je leert wat een democratie is. Maar als je een familie begint door een kind in Afrika te gaan halen zonder dat daarbij de waarheid wordt verteld, is dat voor mij het begin van een familie die in de dictatuur van de leugen en de macht leeft."

Toch vel je geen uitgesproken oordeel.
Joachim Lafosse: Sommigen verwijten me dat ik geen kijk op de zaak heb. Mais putain… Het is aan de toeschouwer om er een te hebben, niet aan mij. Anders maak ik een didactische film. Ook een goeroe zegt interessante dingen. Anders slaag je er niet in om driehonderd Franse families 3.000 euro te laten storten en om een ploeg van twintig mensen met medisch materiaal mee te nemen. Tegelijk is geld geven aan zo'n kerel voor een kind uit Afrika als stemmen voor Front National. Je kiest voor een simplistisch antwoord op een complexe vraag. We leven in een dictatuur van de emotie. Dat speelt ook mee. Narcistische mensen als Jacques Arnault (rol van Vincent Lindon, lj) hebben dat uiteraard goed begrepen. Ze doen het ook niet om zich persoonlijk te verrijken, maar voor hun eigen glorie. Maar hij reduceert een kind wel tot een object. Je afvragen wat die mensen drijft, daar gaat het om.

En voor jou gaat het om puur narcisme?
Lafosse: Ja. Of dat je de helderheid van geest verliest als er emoties bij te pas komen. Kijk naar de lockdown van Brussel. Die is er gekomen door angst en emotie. Ik vind het ook een interessant onderwerp omdat we in een tijdperk van liefdadigheid leven. Liefdadigheid bestaat alleen bij gratie van de emotie. Maar is dat de langetermijnoplossing voor mensen met problemen? Moet het niet structureel aangepakt worden? Als ik morgen een gehandicapt kind heb, wil ik dat er aangepast onderwijs en opvang voor hem is, dat de politiek en de staat me mee ondersteunen. En dat ik niet afhankelijk moet zijn van een liefdadigheidsvereniging of van giften en emoties van de mensen. Jacques Arnault is de belichaming van die logica. De Arche de Zoé-affaire is de incarnatie van het einde van de politiek.

Burgers die spontaan reageren of hulp willen aanbieden, daar is toch niets verkeerds mee?
Lafosse: Natuurlijk niet, maar wat als je dat onder de schijn van een leugen doet, zoals Jacques Arnault in de film? De vraag is ook waar en wanneer je de grens overschrijdt. Er moet eerst en vooral een politiek zijn. Zonder de politiek ga je er niet komen. En er is nog iets anders. De Franse dokter en globetrotter Jean-Christophe Rufin, een man van het terrein, heeft een boeiend boek over humanitaire missies geschreven, Check-point. Vaak gebeurt hulpverlening uit een gevoel van wanhoop, noem het een westerse depressie die je ertoe brengt dat je elders adrenaline en actie gaat zoeken. Wat ik met de film wil tonen, is dat humanitaire missies ingewikkelder worden als er geen actie is of zoals in dit geval er niet onmiddellijk kinderen zijn die je kan helpen. Dat is het moment waarop je domme dingen gaat doen, net omdat je op zoek bent naar opwinding, naar een vorm van succes en bevrediging.

Moeten we het personage van de journaliste als een spiegel zien van je eigen rol als regisseur?
Lafosse: Ik ben een grote lafaard. Ik ben geen man van de actie. Ik heb het scenario geschreven op basis van de informatie die ik gevonden of gekregen heb van mensen op het terrein. Haar personage laat me een confrontatie toe met de complexiteit van de realiteit, met de objectiviteit ook. Ik heb nog voor het reportagemagazine Strip-tease gewerkt. Ik ben ermee gestopt om documentaires te maken, omdat ik de indruk had dat ik me iets eigen maakte. Het is niet omdat je de realiteit verfilmt dat je die realiteit niet naar je hand zet. In de montage vertel je toch wat je wilt. Ik hou van fictie omdat ze haar leugen niet verbergt. Het is een leugen die uitgesproken wordt, dé Ceci n'est pas une pipe.

Heb je Vincent Lindon veel vrijheid gelaten om zijn personage zelf in te vullen?
Lafosse: Vincent is evenveel auteur als acteur. Het is iemand met literatuur in de vingers, heel intelligent ook, hij heeft een finesse en hij laat zich vooral nooit doen. Hij twijfelt er niet aan om je in vraag te stellen, om je op de proef te stellen, net zoals Kris Cuppens dat heeft gedaan in de films die we samen hebben gemaakt. Een cineast die niet aanvaardt dat men hem zegt dat hij ongelijk heeft, is een cineast die riskeert een slechte film te maken. Vincent houdt je scherp. Ik houd van die manier van werken. Het is heel vermoeiend, maar liever dat dan een acteur die gewoon wacht totdat de regisseur zegt wat hij moet doen.

1506 NEXT LES-CHEVALIERS-BLANCS DCP
Als Lindon je keuze in vraag stelt, tast dat je autoriteit op de set niet aan?
Lafosse: Helemaal niet. Je moet niet loslaten, hè. Op die manier houd je alleen de goede ideeën over. Als je ideeën niet standhouden, wil dat zeggen dat ze niet goed waren. Soms weet ik het ook niet. En als ik het niet weet, zoek ik. En soms weet iemand het beter dan mij. Het eindresultaat blijft mijn verantwoordelijkheid. Maar als er op een moment iemand langs me staat die een beter idee dan mij heeft, waarom zou ik dat negeren? Een regisseur is geen God. Ik heb in het theater te veel beulen bezig gezien.

Je hebt je volgende film al klaar, L'économie du couple.
Lafosse: Ik ben er heel fier op. Ik heb heel goed nieuws over de film, maar ik kan en mag er nog niets over zeggen. Cannes? Ik zeg niets. In de film zit een kwetsbaarheid die nieuw voor me is. Het is de eerste film die ik met een vrouw heb geschreven. Misschien of waarschijnlijk helpt dat. We hebben het scenario met vier uitgewerkt, twee mannen en twee vrouwen. Verdriet maakt je kwetsbaar, maar het is ook een idee of gevoel waarmee je moet leren leven, zeker na een scheiding. Ik denk dat de film dat vertaalt, of tenminste dat gevoel aan de kijker weet over te brengen.

Tot slot, ook al vertrek je van een waargebeurd feit, vaak is er ook een persoonlijke band. Hoe zit dat met Les chevaliers blancs?
Lafosse: Mijn ouders waren mei 68'ers. In 1975, net voor mijn geboorte, zijn ze naar Afrika vertrokken omdat ze dachten dat ze de wereld gingen redden. Mijn moeder heeft een jaar als vrijwilligster in Biafra gewerkt. De manier waarop ze daar met mij over heeft gesproken, heb ik altijd heel naïef gevonden. En ik weet niet juist waarom, maar ik heb het heel moeilijk met adoptie. Is adoptie niet de grote incarnatie van het neokolonialisme? Iemand redden, dat genereert een schuld. Het is een complexe vraag.

Ik heb zelf in de situatie gezeten dat ik met mijn partner over adoptie heb gesproken omdat het niet onmiddellijk lukte om kinderen te krijgen. Ik voel me niet op mijn gemak met het idee van adoptie. Het is niet politiek correct om dat te zeggen. De film stelt de vraag tussen de rechten van de kinderen en het recht op kinderen. In de film wordt er voorrang gegeven op het recht op kinderen, maar voor mij moet het recht van het kind voorrang krijgen. Als je kinderen op de wereld zet, ben je hun iets verschuldigd. Zij moeten je niets. Een geadopteerd kind, en al de psychoanalisten gaan je dat vertellen, is je iets verschuldigd omdat het gered is. Het moet heel moeilijk zijn om met dat idee te leven. Het is een heel ambigue en complexe situatie. En stel je de omgekeerde situatie van de film voor, dat een zwarte Afrikaan hier zou komen doen wat Jacques Arnault in Les chevaliers blancs doet? Hij zou er geen voorwaardelijke straf van twee jaar voor krijgen zoals Eric Breteau en zijn partner.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni