John Shank over het menselijke conflict in L'Hiver Dernier

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
21/03/2012
Hoe krijg je de boer zo ver dat hij niet voortploegt? Wat moet er gebeuren opdat hij die zich zo innig met de grond verbonden voelt, alle banden doorknipt en verdwijnt? Het drama voltrekt zich verstild in het picturale 'L’hiver dernier', een knappe eerste langspeelfilm van John Shank, een Brusselaar met roots in de Midwest.

L'hiver dernier bleef niet onopgemerkt. Een mooie festivalcarrière startte op het 68e Festival van Venetië. In Gent ging de film de competitie aan met Blue bird van Gust Van den Berghe en The invader van Nicolas Provost. Met deze regisseurs deelt John Shank meer dan een festivalselectie: voor alle drie is Brussel de uitvalbasis, alle drie zetten ze zwaar in op de cinematografie. Van L'hiver dernier onthou je niet zozeer het verhaaltje: de jonge veeboer Johann (Vincent Rottiers) ziet zijn traditionele wereld verdwijnen en tekent zijn doodvonnis door koppig te volharden en alles en iedereen af te stoten. De kracht van de film zit verscholen in de eeuwenoude, rituele handelingen van de jongeman, de gure wind die over het plateau waait en het winterlicht dat een lege stal binnenvalt.

De barre, strenge natuur speelt een hoofdrol in uw requiem. Waar filmde u en aan welke eisen moest de locatie voldoen?
John Shank: We hebben in Frankrijk gedraaid, in het zuiden van het Centraal Massief, meer bepaald op het plateau de L'Aubrac. Ik zocht een wilde ruimte, bewoond en bewerkt door de mens. Ik wou ook een horizon zodat je ver kunt kijken. De locatie moest niet alleen grafisch interessant zijn, maar ook bepaalde sensaties in mij en de ploeg losmaken. Ik had ook een boerderij nodig, een schuur en een keuken die al vele generaties meegaan en eigenlijk voorbijgestreefd zijn. De mensen ter plaatse hebben ons met open armen ontvangen. Het scenario resoneerde in hen. Ze beleefden gedeeltelijk of zelfs helemaal wat de film vertelt.

Heel belangrijk waren de dingen die voorbijgaan, de tijd die verglijdt en de seizoenen. Het moest ook een plek zijn die er in de winter, zomer, in de herfst of in de lente heel anders uitziet. Een plateau is ideaal want op 1.000 tot 1.400 meter hoogte zijn de seizoenen altijd iets feller.

Dat de film ter plaatse resoneerde, verrast me. Ik zag in L'hiver dernier meer het tragische verhaal van een mens dan een pastorale of ode aan de landbouw?
Shank: Het was ook voor mij een verrassing. Ik verwachtte dat men zich zou herkennen in de manier van werken, de confrontatie met het klimaat, de aandacht voor de natuur, de omgang met de dieren. Ik verwachtte niet dat men zich in de geest van het personage zou herkennen. Het is een regio waar de veeboeren nog geen problemen kennen. Niettemin kwam ik er mijn hoofdpersonage in levenden lijve tegen. Daar schrok ik van. En hij ook.

Maar wat je zegt, klopt, het is een film over een mens, zijn positie in een veranderende wereld en zijn innerlijke conflict, en niet echt een film over de boerenstiel of het rurale leven. Het is me om de condition humaine te doen, niet om de condition paysanne. Ik film het rurale leven om over de wereld te praten.

Moet je om dit soort verstilde films te maken even koppig zijn als de jonge veehouder?
Shank: Je kunt in de film het verhaal zien van een regisseur die zijn film op een artisanale manier wil maken, door iedereen gek wordt verklaard, maar toch koppig doorzet. Alleen heb ik heb géén zin om buiten het systeem om te werken. Ik wil de dialoog aangaan over wat cinema zoal kan zijn. Waarom zou er geen plaats meer zijn voor dit soort personages en films?

U neemt het op voor de marge?
Shank: Uiteraard gaat L'hiver dernier over de weerstand tegen een systeem dat de mensen volledig te boven gaat. Ik stel vast dat je in de marge - welke marge ook - steeds minder bestaansrecht lijkt te hebben. We komen uit een tijd dat de marge ten minste als marge erkend werd. Vandaag is 'anders zijn' reden genoeg om iemand definitief uit te sluiten.

Johann is bereid om datgene los te laten wat hem materieel het meest dierbaar is. Dat vind ik mooi en sterk, maar gitzwart. Hij is bereid om afstand te nemen van zijn wereld, van de grond waar hij altijd geleefd heeft, als blijkt dat het niet langer mogelijk is om te bestaan op de enige manier die hij kent: met liefde voor die wereld, verankerd, met het gevoel te behoren tot een traditie. Johanns traject roept veel vragen bij me op. Ik ben niet zo sterk als hij. Helemaal niet. Hij sluit geen compromis. Ik wel. Je moet wel als je films wilt maken.

Maar delft Johann niet zelf zijn ondergang?
Shank: Dat is zeker zo. Dat is de kracht van de film. L'hiver dernier is geen ode aan de terugkeer naar de aarde, noch een reactionaire film die vervlogen tradities hoog in het vaandel heeft. Centraal staat een enorm innerlijk conflict: enerzijds houdt Johann van zijn erfenis en voelt hij de noodzaak om die verder te zetten, anderzijds moet hij zoals iedereen zijn plaats in de wereld vinden. Wat hij uitdraagt is ook wat hem verplettert. Die paradox kennen we allemaal.

U groeide op in de Midwest en woont nu in Brussel. Het eerste wat we in de film horen is: "Ik behoor deze aarde toe." Is er een verband?
Shank: Noch mijn Amerikaanse roots, noch mijn ontworteld-zijn dwingen me om halsstarrig ergens bij te horen. Maar ik ben wel verscheurd tussen twee culturen. Ik ben niet thuis in de Verenigde Staten en in België ook niet helemaal. Een thuis als centrum van de wereld, is een belangrijk begrip, niet alleen voor mij. In Brussel zie ik véél mensen die elders leven dan waar ze zijn opgegroeid. We leven in een open, globale wereld. De ontworteling lijkt enorm. Maar zijn we echt zonder wortels? We kunnen toch het bestaan van onze roots erkennen? Ik heb dat nodig. Ik wil erkennen waar ik vandaan kom. En het maakt niet uit of ik van die plek hou of niet. Thuis is daar waar je geliefd was, waar je de wereld voor het eerst hebt leren kennen. Daar waar je van weggaat en waar je steeds weer naar terugkeert. Waar je voorouders begraven zijn. Een fysieke én een spirituele plek dus. Die dimensie is sterk aanwezig in al mijn films.

U beklemtoont het ritueel in het werk van de veehouder. Mogen we L'hiver dernier een spirituele film noemen?
Shank: Het is een film over het ritueel. Welke plaats heeft de geest in een zeer fysieke en materialistische wereld? Wat is de mysterieuze band die Johann ervaart met de aarde? Het is een mengeling van verschillende zaken: liefde, loyauteit, het gevoel ergens toe te behoren en aanvaard te worden zoals je bent. Ik wil het mysterie erkennen van de band die we met de grond hebben, met een groter geheel. We hangen vast aan een visie op het individu terwijl we deel uitmaken van een veel groter geheel. Ik klink esoterisch, maar dat is het niet. De film wil anderhalf uur een andere ruimte laten zien dan de bijzonder eendimensionale ruimte die ik gebruik als individu uit het centrum van Brussel.

L'hiver dernier is ook een picturale film.
Shank: Al in mijn kortfilms wilde ik vertellen met beelden. Het picturale is belangrijk, maar ook het geluid en de tijd. Ik werk al jaren met dezelfde cameraman en dezelfde decoratrice. We construeren de film met zijn drieën. We creëren samen beelden. We vertrekken van licht of een bepaalde gewaarwording. Ik noem L'hiver dernier graag impressionistisch. We werken met wat de natuur geeft en buigen dat om. De sterke, mooie momenten hebben niet met een dramatische wending te maken maar met een verandering van licht, geluid, een kleine buiging van het hoofd. Dat lukt niet altijd. Maar we doen ons best.

Avant-première + showcase DAAU: 24 maart 2012, 19.00 uur, Flagey (release: 28 maart 2012)

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni