Klapisch: ‘De financiële wereld heeft een te grote macht’

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
28/03/2011
Met Paris (2008) herinnerde Cédric Klapisch Parijzenaars aan hun voorrecht om in een prachtig stad te wonen, L’auberge espagnole (2002) was zijn Lof der Erasmus-student. Met Ma part du gâteau neemt hij afstand van de speelse ensemblefilm en concentreert zich op twee personages: een huishoudster die het door de crisis hard te verduren heeft en haar werkgever, een blitse effectenmakelaar die er geen graten in ziet om de volledige taart voor zichzelf op te eisen.

Ma part du gâteauis niet uit het leven gegrepen, maar het werk van een door de wol geverfde scenarist-regisseur die de kijker wil doen nadenken over de uitwassen van de financiële wereld en de al te concrete, nadelige gevolgen voor de gewone mens. De zotte Karin Viard speelt een moeder die haar kinderen ten einde raad in Dunkerque achterlaat en in Parijs het huishouden doet voor een succesvolle effectenmakelaar uit de Gordon Gekko-school. De charmante smeerlap is een kolfje naar de hand van rijzende ster Gilles Lellouche.

De financiële crisis was duidelijk een inspiratie. Maar wanneer precies kwam u in opstand en nam u plaats achter de schrijftafel?

Cédric Klapisch: Eigenlijk pas toen men over het einde van de financiële crisis sprak. Want toen zijn de echte problemen begonnen. De financiële crisis heeft tot een sociale crisis geleid. Mensen die hun werk verloren of hun huis kwijtraakten, daarin schuilt voor mij het echte drama.

Men doet het bijna af als een anekdote, maar vind jij het normaal dat de regeringen miljarden vrijmaakten om het bancaire systeem te redden. Dat werd op een paar dagen tijd beslist en wij hadden dat maar te aanvaarden. Ik vind het niet normaal dat de armen in onze wereld het gelag moeten betalen.

Nam de verontwaardiging af of toe terwijl u research deed naar de crisis?

Klapisch: De verontwaardiging nam fel toe. Terwijl ik aan het scenario sleutelde, dook het ene schandaal na het andere op. Tijdens de opnames ging Griekenland haast bankroet. Dat tien hedgefondsbonzen zich verenigen om Griekenland te verzuipen, vind ik wraakroepend. Hoe kun je zo'n aanval op een land goedkeuren? Het lijkt wel een oorlogsverklaring! Grieken vertelden me vandaag nog dat mensen op straat moeten komen omdat ze plots geen pensioen meer krijgen. De toestand is catastrofaal en daar wordt verdacht weinig over gepraat. We zijn meer bezig met de oorlog in Irak. Volgens mij is het minstens zo belangrijk wat in Griekenland en Ierland aan het gebeuren is. De financiële wereld heeft een te grote macht gekregen.

Zal er wat veranderen?

Klapisch: Dat zal de toekomst moeten uitwijzen. Ik weet niet of er een opstand komt, ik weet wel dat er veranderingen zouden moeten komen. Tijdens de crisis had men de mond vol van de moralisering van de financiën. Daar is niets van in huis gekomen. De problemen zijn niet van de baan. Het ergste wacht ons nog. In Dunkerque beweerde een journalist dat er geen problemen waren met de bedrijven. Ik streek er neer en de raffinaderij van Total sloot, Coca-Cola en Perrier wilden delokaliseren. Mijn scenario bleek helaas actueel. Er zullen nog bedrijven hun activiteiten verhuizen naar lagelonenlanden. Europa mag zich aan een economische omwenteling verwachten.

Toch geloof ik dat we onze toekomst kunnen veranderen. Ik vind dat we vandaag iets te passief zijn. Het volstaat niet om een volksvertegenwoordiger aan te duiden en vervolgens alles aan hem over te laten. Je moet je blijven laten horen en politici op hun verantwoordelijkheid wijzen. Ik hou niet van het woord geëngageerd, maar ik vind wél dat we waakzaam moeten zijn en onze rol als actieve burger ernstiger moeten nemen.

De huishoudster, niet toevallig France genaamd, neemt het recht in eigen handen. Is dat volgens u gerechtvaardigd?

Klapisch:France is helemaal niet zo gerevolteerd. Thuis heeft ze een grote mond maar tegenover Steve is ze heel onderdanig. De anderen komen in opstand: zij vinden het niet legitiem dat ze de cel in moet. Ze heeft een kind ontvoerd. Maar de kijker weet dat ze dat kind nooit kwaad heeft willen aandoen. Mij interesseerde het om de kijker medeplichtig te maken. Ze heeft het recht niet om een kind te ontvoeren, maar je weet wel waarom ze het doet. Het is als Robin Hood: stelen om aan de armen te geven.

Geconfronteerd met onrecht mag je revolteren, ook al plaats je jezelf gedeeltelijk buiten de wet. Je moet niet terugdeinzen voor illegale activiteiten als je oprecht meent voor groot onrecht te staan.

De gebeurtenissen in de Arabische wereld herinneren ons aan de macht van het volk. Niets kan die vervangen. Nooit had ik durven denken dat Kadhafi opzij kon worden geschoven (het interview vond plaats voor de Libische dictator militair terugsloeg, nr). En het gebeurt niet door een buitenlandse macht, maar door het volk zelf. Het blijft bang afwachten wat het eindresultaat wordt. Maar de macht van het volk betekent opnieuw iets en daar verheug ik me over.

U schrikt er niet voor terug om de kijker te manipuleren en linkse opvattingen te verdedigen.

Klapisch:Men slingert me opnieuw van alles naar het hoofd: ik zou een kaviaarsocialist zijn, een populist of een demagoog. Ik wist dat ik me aan die kritiek kon verwachten. Dat houdt me niet tegen. Het doel van cinema is risico's nemen. Het risico om die tegenstrijdige verwijten te horen, neem ik er graag bij.

Ja, de film is manicheïstisch: de wereld is nu eenmaal manicheïstisch en ik probeer haar te portretteren.

Ik heb twee jaar aan de film gewerkt. Alles is afgewogen. Ik sta achter elke seconde van de film, elk woord dat gezegd wordt, elk beeld dat getoond wordt. Schrijven is aarzelen en nadenken over wat je precies wil zeggen. De financiële wereld liet zich niet zomaar in een verhaal inpassen. Met mensen die uitsluitend naar computerschermen kijken en met operaties bezig zijn die haast niet uit te leggen vallen, was het scenario geen fluitje van een cent. Ik heb me goed moeten documenteren.

U schotelt de kijker eerst Assepoester voor en slaat de droom vervolgens aan diggelen. Kunt u die tactiek toelichten?

Klapisch:Ik wil dat de toeschouwer in een bepaalde richting denkt, waarna we een heel andere richting uitslaan. Dat is de kunst. Je moet de kijker de weg wijzen, zijn emoties begeleiden.

Sprookjes zijn bedoeld om kinderen te vormen. Als kind moet je in Klein Duimpje en Assepoester geloven. Maar als volwassene mag je niet meer in sprookjes geloven. Op een zekere leeftijd mag je niet langer in de kerstman geloven. Beide etappes, geloven en niet meer geloven, zijn belangrijk.

Hollywood laat ons graag dromen, ik ben dol op Pretty woman, maar zo steekt het leven niet in elkaar.

We benijden het geld, de levensstijl en de charme, maar eigenlijk is de effectenmakelaar een smeerlap. Is het personage van Lellouche de sleutelfiguur?

Klapisch: Steve is verleidelijk, rijk en sexy, dus we benijden hem terwijl we hem eigenlijk zouden moeten haten. Hij vertegenwoordigt het kapitalisme. Hij is charmant, valt bij iedereen in de smaak. Alle Oost-Europese landen, Rusland, China... een voor een vallen ze voor de charmes van het kapitalisme. Maar het systeem creëert ook veel problemen en wreedheden. In naam van het kapitalisme, in naam van het profijt worden verschrikkelijke dingen gedaan. Via dat personage wil ik tonen in welke mate we een stuk menselijkheid kwijt zijn en waarden zoals solidariteit onderwaarderen. Je kunt het niet maken om de volledige taart voor jezelf op te eisen. De koek met de anderen delen zou opnieuw een positieve waarde moeten worden.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni