Lucas Belvaux over '38 témoins': 'Weigeren te oordelen is laf'

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
14/03/2012
Het is ons een raadsel waarom Lucas Belvaux zo makkelijk vergeten wordt als het over de grote Belgische regisseurs van vandaag gaat. Er zijn weinigen die een onderwerp met zo’n vaste hand fileren als de maker van 'Rapt' en 'La raison du plus faible'. De Belg noemt '38 témoins' zijn anti-Simenon-film. “Simenon zei: begrijpen, niet oordelen. Ik zeg: begrijpen om te kunnen oordelen.”

Le Havre, door merg en been gaan de kreten van een jonge vrouw die wordt vermoord. 38 buurtbewoners zijn vanachter hun raam of muur getuige. Niemand reageert. Een van hen is scheepsloods (Yvan Attal). Hij sleept zichzelf door de dagen, niet in staat om het leven verder te zetten, bijna smekend om beoordeeld te worden. Door de situatie haarscherp te analyseren en de juiste vragen te stellen, werkt Lucas Belvaux het ogenschijnlijke fait divers uit tot een prangende film die je aan het denken zet.

Men zegt soms dat de casting de helft van het succes is. Bij uw films lijkt me de keuze van het onderwerp de helft van het succes.
Lucas Belvaux
: Misschien. Alhoewel, ik geloof niet in het bestaan van een Goed Onderwerp. Ik ben het niet eens met de boutade van Hitchcock dat je maar drie dingen nodig hebt: een goed verhaal, een goed verhaal en een goed verhaal. Kijk maar naar de remakes van films van Hitchcock. Die zijn doorgaans slecht, ook al is het verhaal identiek. Het verschil zit in de mise-en-scène, de montage, de stijl. Van belang is niet het verhaal dat je vertelt, maar wat het verhaal vertelt. Een grote tekst wordt bepaald door wat er achter het verhaal zit. Kortom, niet het onderwerp is belangrijk, maar hoe je het onderwerp benadert. Mijn film had kunnen proberen om ieder van de 38 getuigen te begrijpen. Dat zou een saaie film geworden zijn zonder interessante reflecties.

Het komt erop aan de juiste vragen te stellen?
Belvaux
: Vrij snel had ik door dat ik nooit een antwoord zou vinden op de vraag waarom de 38 getuigen niets gedaan hebben. Het was niet uit angst. Ze zaten veilig thuis, het volstond de politie telefonisch te contacteren. Als het geen lafheid was, wat dan wel? Volgens mij vind je nog geen antwoord als je elke getuige tien jaar lang aan psychoanalyse onderwerpt. Wat me wel interesseert is hoe die getuigen zich 's anderendaags voelden. Hoe leef je na zoiets verder? Hoe gaan ze om met de schuldgevoelens?
Tweede interessante vraag: hoe gaat de samenleving daarmee om? Het is zoals de procureur in de film opmerkt: één iemand die een moord ziet en niets doet, dat is een smeerlap. 38 mensen die niets doen dat is Jan Modaal, dat is de maatschappij die niet ingrijpt.

Dergelijke feiten hebben zich in New York echt voorgedaan. U situeert de film in Le Havre. Moest het een havenstad zijn?
Belvaux:
Een haven ligt per definitie aan zee. Aan de zee is het licht somptueus en heel mooi. Mijn decor is tegelijk stedelijk en open. Een haven is esthetisch en symbolisch rijk. Elke haven prikkelt de verbeelding. Iedereen ziet in de haven, de boten en de zee andere metaforen. Dat is amusant.

Maar ik heb Le Havre niet alleen omwille van de haven gekozen. Ook de architectuur van de stad trok me aan, vooral het gedeelte dat na de Tweede Wereldoorlog door de urbanist Auguste Perret werd ontworpen. Die architectuur lijkt wel een theater dankzij het spel met perspectieven en symmetrieën. Dat plaatst de toeschouwer op afstand, geeft hem het gevoel in het theater te zitten. Ook de dialogen en het uitgebeende spel verhinderen empathie. De toeschouwer stelt zich niet in de plaats van de personages. Er is recul. Dat nodigt uit om na te denken.

Wat zou ik gedaan hebben? Je hoopt dat je zou hebben ingegrepen. Maar je weet het niet zeker.
Belvaux
: Iedereen stelt zich die vraag: wat zou ik hebben gedaan? Maar dat is de juiste vraag niet. Ik begrijp de angst dat je niet beter gedaan zou hebben. Maar dat is jouw probleem. De vraag wat jij zou hebben gedaan is theoretisch en belangt slechts jou aan. Universeel is de vraag wat je in zo'n geval zou moeten doen. Op die vraag is maar één antwoord: je moet iets doen. Dat antwoord staat een moreel oordeel toe.

De film is tegengesteld aan de boeken van George Simenon. Die zegt: "Begrijpen, niet oordelen." Ik zeg: begrijpen om te kunnen oordelen. Weigeren te oordelen is laf. Oordelen is zich engageren. Oordelen is een daad. Oordelen doen we a posteriori en in functie van een moraal en een moreel vraagstuk.

Oordelen is bijna een taboe geworden.
Belvaux
: Zo is dat. En daarom heb ik deze film gemaakt. Ik verdraag het idee niet dat je niet mag oordelen, dat je het recht niet hebt om over een ander te oordelen. Oordelen is niet hetzelfde als veroordelen. Het oordeel kan zijn dat je niet schuldig bent. Een rechter engageert zich. Hij zegt of iets goed is of niet in functie van een moraal, van een wet.

De scheepsloods smeekt om een oordeel van buitenaf. Waarom kan hij niet zelf oordelen over wat hij naliet te doen?
Belvaux
: Hij vraagt een verklaring. De schuldgevoelens wegen zwaar. Het is bijna een zelfkwelling. Het is bijna de christelijke figuur van de flagellant. Maar voor mij telt enkel het gerecht van de mens. De maatschappij oordeelt zonder God. In de film is er geen sprake van genade en verlossing. Het oordeel van justitie staat toe om je achteraf opnieuw te integreren. Als de straf, theoretisch of niet, eenmaal is uitgezeten, maak je opnieuw deel uit van de maatschappij. Pas na een oordeel kan de scheepsloods weer tussen de levenden wonen. Nu voelt hij zich een geest. Hij wil praten over wat er gebeurd is. Daarom is zijn beslissing om naar buiten te komen noch heroïsch - hij doet het voor zichzelf - noch verlossend - niemand wordt gered.

Hij is een wrak. Zijn geloof in zichzelf heeft een flinke knauw gekregen. Daarom is de 'wat zou ik doen?'-vraag wél belangrijk.
Belvaux
: Hij deed iets wat niet strookt met het beeld dat hij van zichzelf had en dat hij niet begrijpt. Dat gebeurt. Je ziet vaak genoeg dat families niet ingrijpen in drama's die zich voor hun ogen voltrekken. Vrouwen die hun man niet aangeven hoewel die aan de kinderen zit. De monstruositeit kan verlammen. Een schreeuw kan verlammen. Maar nogmaals, ik ken geen enkele geldige verklaring. Ik weet dat ik wel reageer. Ik heb het al moeten doen: het venster openen, kijken, roepen, de politie bellen. En ik ben géén held. Ik moet voor een gezin zorgen. Dat laat ik niet zomaar in de steek. Ik zoek het gevaar niet op. Maar dat doe je niet als je roept en de politie belt.

Wat daar in Le Havre gebeurt, is onaanvaardbaar. De procureur waarschuwt er in de film al voor: men gaat meelijwekkende verklaringen geven voor het niet reageren. Meelijwekkende verklaringen die niemand gelooft, behalve degene die ze geeft. 'Ik was moe', 'ik heb het niet gehoord'... De reconstructie bewijst dat je wakker wordt van de eerste kreet en na de tweede kreet begrijpt dat er iets ergs gaande is. Als je bij de derde kreet nog niet reageert, functioneer je niet normaal. Ik weet ook niet wat daar gebeurd is. Soms vraag ik me af of er geluidsfrequenties zijn die ons tijdelijk verlammen. Zoals de muis die verstijft van angst voor de slang en daardoor opgegeten wordt. Maar ik vrees dat er meer aan de hand is. Dat verhaal van de 38 getuigen blijft me achtervolgen.

zalen: Galeries, Vencôme

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni