1488 Pierre Drouot

Pierre Drouot, de avonturier van de Belgische cinema

Luc Joris
© Brussel Deze Week
01/09/2015

In de jaren zestig zette Pierre Drouot de Vlaamse én Belgische film op zijn kop. Tegenwoordig maakt hij naam en goede sier als de bezielde directeur-intendant van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF), de organisatie achter de Vlaamse film. En blikt Cinematek de hele herfst lang terug op zijn werk van als regisseur, producent en intendant. ‘Mijn motto is: no regrets.’

U heeft een mooi parcours afgelegd en samengewerkt met mensen als André Delvaux, Henri Storck, Patrick Conrad en Harry Kümel, stuk voor stuk sterke filmpersonaliteiten. Aan welke film of samenwerking houdt u de mooiste herinnering over?
Drouot
: Dat is zeer moeilijk. Ik ben films beginnen maken met Paul Collet. We behoorden tot de eerste lichting regisseurs van de filmafdeling van het RITS. Vervolgens hebben we de lowbudgetfilm Cash? Cash! met onze eigen spaarcenten gedraaid. Dat is natuurlijk iets dat je niet vergeet. We werden toen, het was de beginperiode van het subsidiebeleid, de vrijheren van de Vlaamse film genoemd. We waren stout, en ja, we hebben een nieuwe periode ingeluid. Dat heeft zijn charme. Maar kiezen tussen André Delvaux, Harry Kümel, Patrick Conrad, Raoul Servais en Jaco Van Dormael, twee mensen die u niet heeft genoemd, dat is alsof je aan iemand vraagt om tussen zijn kinderen te kiezen. En zelfs al had hij een voorkeur, het zou heel dom zijn als vader om het te zeggen. Er zijn fantastische momenten geweest, zoals Kümel die me beeld per beeld, inclusief de geluiden, de film vertelt die hij nog moest maken, Monsieur Hawarden. Dat is een les in cinema geweest. Of Charlotte Rampling die in Mascara de hoofdrol speelt. Of werken met een monument en levend museum als Storck. Of de triomf van Toto le héros in Cannes. Er zijn soms ook ongelooflijke ruzies geweest, zoals met Jaco na Toto. Nu zijn we weer zeer goede vrienden. Fantastische momenten hebben zich afgewisseld met moeilijke momenten. Dat is zoals het leven. Ik heb vooral het geluk gehad dat al die mensen hun vertrouwen in mij gesteld hebben.

U zei daarnet dat u de vrijheren van de Vlaamse film genoemd werd. Het is iets dat regelmatig terugkomt, dat men u omschrijft als een rebels regisseur. U was een kind van uw tijd, van de woelige jaren 68. Maar vindt u ook dat u een rebels regisseur was?
Drouot
: Ja, maar ik ben gewoon aan mijn eigen rebelsheid. Ik zie andere mensen die veel rebelser zijn geweest en zijn dan ik. Na Cash? Cash! hebben we L’Étreinte en Louisa, een woord van liefde gemaakt, films over de vrije liefde. En vervolgens kwamen we met Dood van een non, een verfilming van een katholieke bestseller! Is dat rebels zijn? Ik zou zeggen onvoorspelbaar. We wilden ook films maken die niet op de planken bleven liggen maar in de bioscoop werden gedraaid, iets wat toen zeker niet het geval was voor de Vlaamse film. En dat is ons gelukt. Ik herinner me dat Cash? Cash! acht weken in de Ciné Ambassades in Antwerpen gelopen heeft. Dat was nooit gezien.

Met L’Étreinte wilde u de eerst Belgische erotische kwaliteitsfilm draaien à la Histoire d’O. Er is nogal wat polemiek geweest rond die film die ook gecensureerd is geweest. Maar u kreeg steun van Jacques Ledoux, de legendarische conservator van het Brusselse Filmmuseum. Ledoux vond L’Étreinte een meesterwerk.
Drouot
: Dat deed deugd, ja. Maar we hadden geen tijd om te zweven, we wilden vooral al een nieuwe film maken. Er was trouwens niet alleen Ledoux. Josef von Sternberg is toen naar Brussel gekomen, op uitnodiging van Harry Kümel om te tonen hoe hij vrouwen als Marlène Dietrich in zijn films belichtte. Ledoux heeft hem toen L’Étreinte getoond. Ik heb Von Sternberg toen niet persoonlijk ontmoet maar tegen Ledoux heeft hij toen gezegd: “Die mensen kunnen films maken maar ze moeten nadenken over de kracht van de suggestie.” Daar hebben we ook van geleerd.

Na Dood van een non bent u gestopt met het regisseren en hebt u zich toegelegd op productie. Waarom zag u regisseren niet meer zitten?
Drouot
: Ik sta niet graag op een set. Ik vind het werken op de set een van de vreselijkste periodes van het filmproces. De preproductie, het scenario, montage en afwerking: dat interesseert me enorm. En als creatief producent kan je in die fasen van een productie makkelijk je stempel drukken op een film. Daarom ben ik gestopt met regisseren. In mijn rol als VAF-intendant ben ik nu ook een soort producent, in die zin dat ik geen invloed heb op specifieke films maar op het globaal gebeuren van de audiovisuele sector. Maar ik doet dat niet alleen. We hebben op het VAF een zeer hechte ploeg en het is ook omdat we een onwaarschijnlijk rijke sector hebben dat we de resultaten hebben kunnen boeken die we geboekt hebben.

Op 17 september leidt u samen met Jaco Van Dormael Toto le héros in naast uw verrassende keuzefilm: Birth (2004) van Jonathan Glazer.
Drouot
: Er is geen thematische overlapping, Birth heeft niets met Toto te maken. De reden waarom ik indertijd naar Birth ben gaan kijken, is omwille van scenarist Jean-Claude Carrière, bekend van zijn samenwerking met Buñuel. Er zijn films waarbij je van de eerste beelden voelt, dat is het, en Birth is er zo een. De openingsscène in Central Park is fantastisch. Maar kijk eens naar het verhaal. Dat gaat over een vrouw, gespeeld door Nicole Kidman, die aan het wankelen wordt gebracht door een kind dat tegen haar zegt dat hij de reïncarnatie is van haar overleden man. Op zich is het een ongelooflijk verhaal maar dat de film toch geloofwaardig blijft, komt volgens mij door Carrière. Alleen hij kan zo een verhaal verzinnen en het ook nog geloofwaardig houden.

Cyclus Pierre Drouot

data: > 27/11

---------------

Duo: Pierre Drouot

data: 17/9

waar: Cinematek, Brussel-Stad

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni