Tango Libre: Toerist in eigen land

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
31/10/2012
Frans theater, Vlaams theater, tv-series, Vlaamse films, Franse films: Brusselaar Jan Hammenecker is van alle markten thuis. "Ik ben een proever, een gulzig kind. Ik fladder van het een naar het ander en krijg de kans om overal eens van te proeven. Fantastisch!" Gisteren nog in Lacrima van Arne Sierens, vanaf woensdag in de bioscoop met Tango libre van Frédéric Fonteyne.

Na Une liaison pornographique en La femme de Gilles sluit Frédéric Fonteyne zijn trilogie over vrouwen en de liefde af met Tango libre. De film ging in wereldpremière op het Filmfestival van Venetië, opende het Filmfestival van Namen en won de Grote Prijs op het Filmfestival van Warschau.

Een strikte gevangenisbewaker (François Damiens) voelt zich aangetrokken tot de nieuwe leerlinge in de tangoles. 's Anderendaags ontdekt hij dat ze de vrouw is van Fernand (Sergi López) én de minnares van Dominic (Jan Hammenecker), twee wapenbroeders die een celstraf uitzitten voor een overval met dodelijke afloop.

Waar gaat Tango libre volgens jou over?
Jan Hammenecker
: Over de liefde en de vraag hoezeer je je engageert in een relatie. Waartoe verbind je je? Tot waar ga je? De gevangenis is een metafoor voor wat er van je verwacht wordt in een relatie. Het vrouwelijke hoofdpersonage wil alles. Ze heeft tegelijkertijd verschillende relaties en kan niet loslaten. Mijn personage beseft dat je moet kunnen loslaten. De tango beeldt het voortdurende aantrekken en afstoten uit, eigen aan de liefde.

Frédéric Fonteyne wou te allen prijze opnieuw met mij en Sergi López werken. We vormen een familie. Ik merk dat hij zich spiegelt in onze personages. Om alle personages in één film te wringen én samen te houden, had hij een gevangenis nodig.

Dateert het verlangen van Fonteyne om samen te werken nog van Max et Bobo, zijn debuutfilm uit 1997 over twee sukkelaars die door Brussel zwerven?
Hammenecker
: Max et Bobo was voor iedereen die eraan meewerkte de eerste keer. Het was mijn eerste hoofdrol en voor Frédéric Fonteyne de eerste langspeelfilm. Het was een fantastische ervaring. Hij pretendeerde niet dat hij alles wist en was heel open. Iedereen hielp elkaar. Dat smeedt een band.

Een acteur is afhankelijk van het vertrouwen van de regisseur. Fred geeft je dat vertrouwen. Na Max et Bobo draaide hij Une liason pornographique met Sergi López. Van toen dateert het idee om Sergi en mij in de gevangenis te steken. Maar Tango libre bleek moeilijk van de grond te krijgen. Ik ben niet bankable in Frankrijk. Er zijn al veel projecten afgesprongen omdat ik niet bekend genoeg ben, maar Fonteyne stond erop om met mij te werken.

Evolueert Frankrijk naar een star system naar Amerikaans model?
Hammenecker
: Je hebt de hele dure producties à la Astérix en de films van Dany Boon en anderzijds de films van cineasten die haast zonder middelen werken. De middenmoot is aan het wegvallen. Zelfs voor auteursfilms vragen ze tegenwoordig sterren. Er bestaat een lijstje van 20 tot 25 acteurs die bankable zijn. Dat is een raar systeem, maar ik veroordeel het niet. Ik voeg me ernaar. Een acteur moet kunnen schipperen. Ik heb begrip voor de producenten. Film is een dure grap. De financiering is nooit evident.

Fonteyne noemt je "le Flamand à la peau tellement pâle qu'elle en devient fluorescente." Mogen we weten waarom?
Hammenecker
: Zijn directeur de la photographie Virginie Saint-Martin merkte tijdens Max et Bobo al op dat ik ontzettend veel licht pak. Tegenspeler Alfredo Pea was een donkere Italiaan met een snor. Ofwel werd hij pikzwart ofwel werd ik een wit schijnsel. Dat ik heel blank vel heb, zal Fred wel intrigeren. Hij houdt daarvan zoals hij ook houdt van acteurs met een accent. Ik ben in het Vlaams begonnen, maar door een samenloop van omstandigheden ben ik in Frankrijk terechtgekomen, zowel voor theater als film. Ik vind dat wel fijn. In Frankrijk kunnen ze mijn accent niet plaatsen. Ik heb geen klassiek Belgisch accent. Ze horen wel dat er iets is. Maar is dat Zweeds, Duits? Op vragen over de verschillen tussen Vlamingen en Franstaligen antwoord ik niet meer, want dan speel je het spel mee.

Ben je in Vlaanderen aan een inhaalbeweging bezig? Koen Mortier vroeg je voor Ex drummer en 22 mei. Op televisie dook je in tal van series op, waaronder Het goddelijke monster, Clan en Oud België.
Hammenecker
: Sinds Ex drummer kent Vlaanderen me weer. Het voorbije jaar heb ik de hele carrousel van tv-series gedaan. Ik had gastrollen in Code 37, Zone Stad, Danni Lowinski, noem maar op. Ik was benieuwd naar die voor mij onbekende wereld en was aangenaam verrast. Dat is geen kauwgomballentelevisie. Men probeert er oprecht iets goeds van te maken.

Ik moet wel opletten voor versnippering. Twee dagen hier, drie dagen daar: na een tijdje weet je niet meer waar je bent of welk personage je nu ook alweer speelt in die serie.

Vlaams en Frans theater, televisie en film: straks ben je overal en nergens.
Hammenecker
: Ik ben een toerist. Ik fladder van het een naar het ander en krijg de kans om overal eens van te proeven. Dat is fantastisch. Ik blijf nergens te lang waardoor ik mezelf noch de andere partij verveel. Wel ben ik tot het besef gekomen dat ik erover moet waken dat ik me engageer voor projecten waar ik écht mijn tanden in wil zetten. Projecten die een brok van mijn leven zijn zoals Tango libre of Lacrima van Arne Sierens.

Gastrollen zijn soms ook fijn. Onlangs had ik één opnamedag voor Malavita van Luc Besson met Michelle Pfeiffer. De Michelle Pfeiffer uit The Fabulous Baker Boys! Daar pas je niet voor. Maar de kwantiteit mag niet de bovenhand krijgen. Ik moet blijven weten waarom ik iets doe. Er moet een reden zijn. Geld kan ook een reden zijn. Wat ik niet wil is voortdenderen als een stoomlocomotief zonder te weten waarom. Goesting is mijn motor.

Herken Hammenecker

U komt misschien niet onmiddellijk op zijn mooie naam, maar u herkent Jan Hammenecker zeker als u hem ziet.

1. Max et Bobo (1998)
Op het Eurofilm Festival van Luhacovice in Praag won hij de prijs voor beste acteur met zijn vertolking van een marginale gek met idiote dromen.

2. Ex drummer (2007)
In deze ophefmakende, onstuimige verfilming van een roman van Herman Brusselmans speelt hij het meest groteske personage van allemaal. Dikke Lul is ongebruikelijk fors geschapen voor een degoutante racist.

3. Het goddelijke monster (2011)
In de tv-serie naar de trilogie van Tom Lanoye speelt hij de man van de monsterlijke Katrien Deschryver. Het personage wordt vrij snel aan flarden geschoten, maar keert terug als geest.

4. Lacrima (2012)
Volgens de kritiek speelt hij de pannen van het dak in dit theaterstuk van Arne Sierens dat eind vorig seizoen in première ging. Het is een onstuimig lamento over het niet zo poëtische bestaan in de sociale buurten.

5. En ook...
Kleinere rollen speelt hij in The broken circle breakdown van Felix van Groeningen, Rois et Reine van Arnaud Desplechin, 22 mei van Koen Mortier, Où va la nuit van Martin Provost, Mr. Nobody van Jaco Van Dormael, Quand la mer monte van Yolande Moreau en Gilles Porte en vele andere films.

In de zalen vanaf 7 november 2012

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni