'Venom': Voor Sony wenkt degradatie uit de superheldenleague

De superheldenbusiness begint op Europees clubvoetbal te lijken. Sony heeft haar enige sterspeler, Spider-Man, uitgeleend aan het door Disney overgenomen Marvel, maar heeft toch een manier gevonden om de bioscopen te bombarderen met de elfendertigste superheldenfilm van het jaar.

Het promoveerde een van Spider-Mans meest geliefde tegenstanders tot kapitein. Venom is soms inktzwarte, buitenaardse blubber, soms een symbiont met superkrachten, scherpere tanden dan een piranha en een dikkere tong dan de blauwe vinvis.

Om op aarde te overleven, heeft hij een gastheer nodig en genoeg levend voedsel. Dat mag menselijk zijn. Zijn gastheer, een ontslagen, door zijn verloofde gedumpte onderzoeksjournalist met het lijf van Tom Hardy, vindt dat ongemanierd.

De tweevuldigheid waagt zich aan zwans, maar dat redt de film niet. De plot is generiek en incoherent, de CGI ondermaats, de actie te kindvriendelijk en het talent van de cast blijft onbenut. Voor Sony wenkt degradatie uit de superheldenleague.