Interview

Alles uit de kast met muzikant Vitja Pauwels: ‘Ik hunker naar stilstand'

Tom Zonderman
22/09/2022
© Heleen Rodiers

Elke maand graait een Brusselse artiest enkele spullen uit de kast die het verhaal van zijn leven vertellen. Vitja Pauwels groeide de voorbije jaren uit tot de hardest working man in de hoofdstedelijke muziekscene. In Flagey stelt hij zijn eerste soloplaat voor.

Wie is Vitja Pauwels?

  • Geboren in 1989, groeit op in Vilvoorde. Studeert burgerlijk ingenieur-architect aan de VUB, en daarna jazzgitaar aan het conservatorium van Antwerpen. Werkt zijn laatste jaar af in Trondheim, Noorwegen. Hokte enkele jaren samen met gelijkgezinde muzikanten in een huis in Schaarbeek, maar woont nu al een paar jaar in een flat in Elsene
  • Werkt solo aan muziek en zet zijn vizier wijd open met onder meer de groepen Bombataz, Warm Bad, Woolvs, Cram Ration en Mobilhome. Leent ondertussen ook zijn gitaarkunsten uit aan onder anderen Lara Rosseel en Naima Joris
  • Brengt in november zijn eerste, volledig zelf ingespeelde soloplaat uit, Drift by/sink in, waarvan je in Flagey een voorsmaakje krijgt
uit_de_kast_vitja_pauwels_02_c_heleen_rodiers.jpg
© Heleen Rodiers

De Teisco-gitaar
“Ik durf niet te zeggen hoeveel gitaren ik heb. Ik ben geen obsessieve verzamelaar die op zoek gaat naar dure exemplaren, ik koop ze voor hun specifieke klank. Zoals deze Teisco-gitaar, een Japans instrument uit de sixties. Ze heeft een zotte twang, zo’n gebogen klank die je vaak hoort in surfmuziek. Heel uniek zijn de pianoachtige toetsen op de gitaar om de klank te veranderen. Het klinkt misschien oppervlakkig, maar ik vind de look van zo’n instrument belangrijk. Dat geeft je een bepaald gevoel, zoals wanneer je je uitdost voor een feest. Ik pik veel dingen op van andere muzikanten, en dan ga ik daar zelf naar op zoek. Die Teisco-gitaar heb ik gevonden nadat ik het album Mambo sinuendo van de Amerikaanse muzikant en producer Ry Cooder en de Cubaanse gitarist Manuel Galbán had gekocht. Ry Cooder speelt daarop met een soortgelijk instrument, het geluid is fantastisch. Door de Canadese producer Daniel Lanois heb ik dan weer een pedalsteelguitar gekocht, met die weemoedige, huilende countryklank. Toen ik in Noorwegen studeerde, zag ik veel muzikanten dat instrument op een andere manier gebruiken, heel ambient. Zulke ‘uitstapjes’ vind ik inspirerend.”

“Ik gebruik vaak elektrische instrumenten. Dus kan ik met een hoofdtelefoon oefenen, en stoor ik de buren niet. (Lacht) Mijn oude bovenbuurvrouw vindt het alvast wel leuk dat ik een muzikant ben, voor haar is het de voortzetting van een traditie, ze heeft alleen maar muzikanten als onderburen gehad. Daar zou je een heel mooie stamboom van kunnen uittekenen.”

uit_de_kast_vitja_pauwels_15_c_heleen_rodiers.jpg
© Heleen Rodiers

De omnichord
“Nee, dat is geen padelracket, maar een omnichord. (Lacht) Ook uit Japan. Het is een soort elektronische harp voor mensen die geen harp kunnen spelen, een beetje een onetrickpony die eruitziet als speelgoed, maar je kan er wel een productie mee opsmukken. Je kan er zelfs beats mee maken, maar het is vooral ideaal als begeleidingsinstrument om bij te zingen. Ik gebruik hem op mijn nieuwe soloplaat in het nummer ‘Sundial’, een van de drie gezongen songs. Oorspronkelijk was het niet de bedoeling om te zingen, dat is gradueel gegroeid. Het voelt nogal naakt om dat zo in mijn eentje te doen, zonder band waar je op kan terugvallen. Voor mij is dat een drempel, maar ik vind het goed om die te slopen. Alle drempels weg! (Lacht) Als er iets misgaat, kan je er ook iets uit leren. Mijn album is heel eclectisch, er staan melodieuze dingen maar ook soundscapes op. Ik wilde geen gewone popplaat maken, ik stel dingen graag in vraag.”

uit_de_kast_vitja_pauwels_11_c_heleen_rodiers.jpg
© Heleen Rodiers

The incredible jazz guitar of Wes Montgomery
“Het nummer ‘West Coast blues’ op het album The incredible jazz guitar of Wes Montgomery heb ik ooit voor mijn technisch examen aan het conservatorium nagespeeld. Ik heb daar een halfjaar op geoefend, en dan nog klonk het als één grote kramp. (Lacht) Wes Montgomery was een Amerikaanse jazzgitarist met een waanzinnige techniek. Hij speelt zijn melodieën in octaven. Wel degelijk incredible, dus. En hij doet het allemaal alsof het niks is. Vooral zijn dedication inspireert mij, hij had een day job en speelde ’s avonds in clubs. Qua sound kijk ik meer naar gitaristen als Bill Frisell, met wie ik zowaar in Flagey een double bill mag spelen, en Marc Ribot. Met die laatste werk ik aan een nieuw project, en dat is waanzin, want hij is mijn all-time hero. Ik hou van zijn werk met The Lounge Lizards, met Tom Waits en John Zorn. Maar ook van zijn soloplaten. Zijn manier van spelen is zo onaf, er zitten fouten in, maar die omhelst hij. Het is die imperfectie die hem perfect maakt.”

“Ik heb als muzikant een wat speciaal parcours afgelegd. Ik had als jonge gast klassieke gitaar gevolgd en wilde daarin verder studeren, maar mijn ouders vonden dat ik voor jobzekerheid moest kiezen. Ik heb toen alles afgevinkt wat ik niet wilde doen, en ben zo bij burgerlijk ingenieur-architect uitgekomen. Ik heb mijn diploma behaald, maar ik wilde daar uiteindelijk niet verder in gaan. Ik wilde eens proeven van een andere wereld, en zo ben ik toch aan het conservatorium begonnen in Antwerpen, voor nog eens vijf jaar. (Lacht) Uiteindelijk bleek dat wel een goede beslissing, want ik vond dat een betere leeftijd om aan zo’n vrije studie te beginnen. Op je achttiende ben je niet klaar voor al die mogelijkheden.”

De filmprojector
“Ik moest onlangs een stukje van Ennio Morricone spelen in een orkest, dat heeft zo’n indruk op me gemaakt dat ik in de films ben gedoken waar hij soundtracks voor heeft gecomponeerd. Die bekijk ik dan via een beamer, waarmee ik op de muur projecteer om toch een beetje een cinemagevoel te creëren. Ik kijk wel met extra aandacht voor de muziek, en voor de specifieke sferen in die films. Zo’n compositie maken die anderen dan uitvoeren, lijkt me een enorme uitdaging.”

“Ik hou van de traagheid van die Morricone-films, die ik ook terugvind in het werk van Paul Thomas Anderson, waar Jonny Greenwood van Radiohead soundtracks voor heeft gemaakt. ‘Live by the tide of the moon,’ zing ik ergens op mijn plaat. Tijd houdt me bezig. Mijn leven is totaal niet zo ingericht, maar ik hunker eigenlijk naar stilstand. Of vertraging. Zeker in een stad, waar je bestaan op een single op de radio lijkt: alles mag maar drie minuten duren en binnen de eerste minuut moet het refrein al vallen. (Glimlacht) Er zijn een paar artiesten die die vertraging heel goed tot uiting kunnen brengen, zoals William Basinski of de Duitse ambientband Bohren & der Club of Gore. Ik merk dat ik zelf de neiging heb om almaar trager te spelen. Zonder corona had ik deze plaat waarschijnlijk niet gemaakt, omdat ik nu de tijd had om er lang aan te werken.”

uit_de_kast_vitja_pauwels_12_c_heleen_rodiers.jpg
© Heleen Rodiers

De koelkast
“Er zijn veel dingen die mij voeden, maar mijn grootste inspiratiebron zijn toch mijn vrienden, waarvan ik hier een paar foto’s op mijn koelkast heb hangen. Ik ben niet zo’n museumganger, bijvoorbeeld, maar ik kan wel erg geraakt worden door pakweg het werk van de Amerikaanse schilder Mark Rothko, en de manier waarop hij met grote kleurvlakken en timbres sferen evoceert. Zulke beelden prikkelen mij meteen, maar daarvoor hoef ik niet per se naar een tentoonstelling van hem te gaan. Soms volstaat een gesprek en wat googelen. Ik vind de parallellen tussen schilderkunst en muziek wel heel interessant en nuttig om te bestuderen.”

“Ik ben geen grote graver, omdat ik al zoveel geprikkeld word door mijn omgeving. Ik denk dat ik vaak eerder bezig ben met het verwerken van die input. Ik zit niet te speuren op Spotify naar de nieuwste stuff, ik vind het leuker wanneer vrienden zeggen: ‘Jouw optreden doet mij denken aan Atahualpa Yupanqui.’ En dan zoek ik die naam op en ontdek dat hij een belangrijke Argentijnse songschrijver en gitarist is. Dat is een veel leukere manier dan zo’n generische Discover Weekly op Spotify. Ik heb liever dat mensen mij triggeren dan algoritmes.”

Drift by/sink in verschijnt op 4/11 bij W.E.R.F. Records

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni