Interview

Geike Arnaert is de verlegenheid voorbij

Tom Peeters
© BRUZZ
31/01/2020

Met Lost in time heeft Geike Arnaert op haar veertigste niet de hipste plaat uitgebracht, maar misschien wel het album dat het best aansluit bij haar timide karakter. Ze stelt het voor met een band waarvan ze de ouderdomsdeken is.

Geike

  • Is geboren in 1979 in Poperinge
  • Werd op haar 17e ingelijfd als vierde Hooverphonic-zangeres
  • Zorgde in 2000 met The magnificent tree mee voor de internationale doorbraak
  • Kondigde na zes albums haar afscheid aan bij de groep
  • Schreef in 2010 als Dorléac aan de zijde van Spinvis de muziek bij de film Adem van Hans Van Nuffel
  • Bracht in 2011 haar solodebuut uit
  • Bereikte in 2018 met de Zeelandse groep BLØF zowel in Nederland als Vlaanderen de eerste plaats in de hitparade met 'Zoutelande'
  • Bracht eind 2019 haar tweede soloplaat Lost in time uit

De titel van de nieuwe plaat hint naar het feit dat de zangeres tijdens het proces even de weg is kwijtgeraakt. Acht jaar heeft ze de fans laten wachten op een opvolger voor haar solodebuut. Ze wijt het aan haar eeuwige zelftwijfel en het leven dat zijn tol eist. Intussen was er natuurlijk het onverwachte hitsucces met 'Zoutelande', dat haar opnieuw aan grote podia deed wennen. Lost in time staat daar met zijn ingehouden liedjes, die veeleer smeken om een intieme clubsetting, zowat diametraal tegenover. Het is een stemmig verslag van relaties die kapseizen en hoe uit het wrakhout iets nieuws gecreëerd wordt. Het staat ook veraf van het geprogrammeerde, onderkoelde geluid waarachter ze zich in haar dozijn Hooverphonic-jaren (1997-2008) en op For the beauty of confusion (2011) graag wegstak. Haar in mysterie gehulde voordracht en de elektronica van anderen deden lang dienst als beschermende dekens. “Maar nu was het tijd voor iets anders,” zegt ze in de bar van The Dominican, het discrete Brusselse boutiquehotel waar het bij een kruidenthee rustig praten is. Enter Joost Zweegers, in wiens enthousiasme ze een nieuwe veilige haven vond. En, verrassend, ook Kopenhagen, waar ze momenteel een driejarige zang(leraars)opleiding volgt aan het Complete Vocal Institute.

Je bent eindelijk aan je studies begonnen. Toen je als schuchtere 17-jarige voor de leeuwen werd gegooid bij Hooverphonic heb je daar nooit de tijd voor gehad?
Geike Arnaert:
Nee, terwijl ik het altijd fijn heb gevonden om bezig te zijn met mijn stem. Dat was uiteindelijk ook de reden waarom ik auditie ging doen bij Hooverphonic. Maar een echte opleiding heb ik nooit gevolgd, ook omdat het in die beginperiode allemaal zo snel ging. Wel losstaande lessen, bij David Davidse, bij iemand in Gent en hier in Brussel klassieke zang bij Thierry Migliorini. In Kopenhagen spreekt vooral de combinatie van zang- en leraarsopleiding me aan. Ik leer mijn grenzen kennen, maar zie ook beperkingen verdwijnen. Ik rijd nu om de zoveel tijd over en weer naar Kopenhagen, waar ik een dag of vier, vijf les volg én geef. Tussendoor komen we samen met medestudenten, en ook daar kan ik erg van genieten.

Wat is er gebeurd met de nummers uit de plaat die je na je solodebuut hebt opgenomen, maar niet hebt uitgebracht?
Arnaert:
Een deel van de productie was klaar in 2013. Een van de vier songs die al helemaal afgewerkt waren, spelen we nu live. Andere tracks zullen misschien later nog weleens opduiken, maar dan toch in een heel andere versie, want met die elektronische sound van For the beauty of confusion kreeg ik mijn verhaal niet meer verteld. Het voelde niet relevant meer. Ik ben toen heel erg aan mezelf gaan twijfelen. Alles wat ik deed, stelde ik in vraag. Ik heb nog een poosje samengewerkt met Arne Van Peteghem van Styrofoam, maar ook dat bleef heel elektronisch. Pas toen Joost Zweegers mijn pad kruiste, viel alles in de plooi.

1693 GEIKE3

Tien jaar geleden werd je als verlegen persoon makkelijker aanvaard. Nu kan je je daar niet meer achter verschuilen

Geike

Waarom was Joost de juiste man op de juiste plaats?
Arnaert:
Plots ontstonden er songs waar beweging en leven in zat, waarin niet alles op voorhand vastlag. Ik liet me op sleeptouw nemen door zijn gedrevenheid, maar dat kon alleen omdat ik hem 100 procent vertrouwde. Die naakte instrumentatie – akoestische gitaar, piano, stem – was helemaal nieuw voor mij. Bij Hooverphonic was alles geprogrammeerd. Bij mijn eerste soloplaat ook. Ik ben nu eenmaal geen instrumentalist. Ik ben vooral erg blij dat het een echte wisselwerking is geworden. Om thuis verder te werken aan 'Middle of the night' kreeg ik van hem bijvoorbeeld een Yamaha CP80-keyboard (een elektrische grand piano die klinkt als een akoestisch instrument, tp) mee. Heel inspirerend was dat. Het totaalpalet sloot ook veel beter aan bij de verhalen die ik kwijt wilde én bij mijn persoonlijkheid. Later heb ik ook Birsen Uçar van Hydrogen Sea nog ingeschakeld. De details die zij toevoegde, zorgden voor een extra dosis sierlijkheid.

Het idee voor 'Middle of the night', waarin angst doorschemert, haalde je bij een fictionele biografie van de Russische componist Sjostakovitsj. Wat intrigeerde je in dit verhaal dat in essentie gaat over de toegevingen die een kunstenaar moet doen om zijn vak te kunnen uitoefenen?
Arnaert:
Ik was tijdens het werken aan de plaat toevallig The noise of time (Het tumult van de tijd, 2016) aan het lezen. In dat boek vertelt de Britse schrijver Julian Barnes het fictieve verhaal van de jonge componist, die twee jaar lang leefde met een koffertje naast zijn bed. Het stond de hele tijd klaar om mee te nemen als midden in de nacht de bel zou gaan en hij opgepakt zou worden. Die situatie was onder Stalin in het Leningrad van eind jaren 1930 erg reëel. Ik vond het een heel waardige manier om om te gaan met brute macht. En ook al zijn de omstandigheden absoluut niet te vergelijken met mijn kleine wereldje, ik kon me wel vinden in die allesoverheersende angst.
Het is een wat atypisch nummer op een voor de rest erg warme plaat, waarop de meeste liedjes over de liefde in al haar facetten gaan. Maar op die manier heb ik er toch een zeker engagement in kunnen stoppen. Ik heb het altijd lastig gehad met hoe je je als artiest moet positioneren in de wereld, zeker op politiek vlak. Soms voelt niet kritisch genoeg zijn aan als verraad plegen. Maar ik zit vol kritiek. Alleen heb ik niet de persoonlijkheid om ze te uiten en al zeker niet om op de barricaden te gaan staan. Daar ben ik niet sterk genoeg voor.

Met 'Yes. Oké. Why not? Ik doe da,' kondigde je vorig najaar wel je deelname aan de televisiequiz De slimste mens aan op je voor de rest niet overactieve Twitter-account. Maar dat had je natuurlijk nooit gedaan als je geen nieuwe plaat zou uitbrengen?
Arnaert:
Nee, klopt. Maar mensen hebben nu eenmaal geïnvesteerd in je muziek, dus heb je ook een zekere verantwoordelijkheid om af en toe je gezicht te laten zien. Ik zie dat ook niet als een compromis. Het is niet door mijn deelname aan De slimste mens dat ik artistieke toegevingen moet doen. Als iets me niet zint in de studio, zeg ik het echt wel. Ik probeer alleen dingen te doen waar ik achter sta. Maar presentator Erik Van Looy heeft me de vraag op een erg aangename manier gesteld en meteen veel vertrouwen gegeven. Ook zijn team was bijzonder sympathiek. Kortom, het was gewoon een erg leuke ervaring. Op Instagram levert zo'n tv-passage wel wat commentaren op, maar ik denk dat het ook mensen naar mijn plaat heeft geleid.

1693 GEIKE

Ik heb een heel goed gevoel bij de groep. Ik zou graag iets opbouwen maar iedereen is vrij om te gaan. Ik ben met niemand getrouwd

Geike

Het stijgende succes van sociale media in het voorbije decennium lijkt me een bijkomend euvel voor timide mensen die heel erg de afweging maken over wat ze blootgeven en wat niet.
Arnaert:
Ja, die balans blijf ik heel lastig vinden. Eigenlijk wordt er veel meer van mij verwacht dan wat ik geef. Maar ik vind een foto van mijn koffie gewoon niet interessant genoeg, en mijn privéleven leent zich er niet toe. Informatie over mijn concerten probeer ik dan weer wel zo veel mogelijk te delen, maar dan krijg je weleens te horen dat je dat alleen maar doet om jezelf te verkopen. Bon, het is zeker iets waar ik harder aan moet werken. Er speelt natuurlijk ook een generatieverschil. Tien jaar geleden werd je als verlegen persoon makkelijker aanvaard. Nu kan je je daar niet meer achter verschuilen.

Lang genoeg jezelf blijven en je komt vanzelf weer in de mode, luidt een eeuwenoud devies.
Arnaert:
Ja. (Lacht) We'll see, ik heb ook wel een beetje het gevoel dat al die socialemedia­-activiteit veel mensen begint te vermoeien.

Lost in time is misschien niet de plaat waar iedereen op zat te wachten. Zorgen verkeerde verwachtingspatronen van het publiek soms voor ontgoochelingen?
Arnaert:
Nee, ik sta er eigenlijk zelden bij stil. Af en toe, als mensen na een show op me afkomen en vragen waarom ik die hit uit mijn Hooverphonic-jaren niet meer speel, kan me dat weleens irriteren. Maar de grote meerderheid weet en aanvaardt dat ik geëvolueerd ben. Ik ben oprecht dankbaar voor al wat geweest is, maar het past op dit ogenblik niet in mijn wereld. Ik wijs het ook niet voor altijd af. Op termijn kan alles zijn plaats hebben.

Dus over tien jaar mag Alex Callier je bellen voor de grote Hooverphonic-reünietournee met alle zangeressen?
Arnaert:
Dat nu ook weer niet. (Lacht)

Intussen speel je een halfuurtje als openingsact op de tournee van Novastar, maar in de AB breng je een langere set voor wat je toch nog als je thuispubliek beschouwt?
Arnaert:
Jazeker. Ik woon tegenwoordig wel in Sint-Pieters-Leeuw, maar zou graag terugkeren naar Brussel. Ik mis de stad en kijk heel hard uit naar het optreden in de AB. Zo'n thuisconcert is spannend en fijn tegelijk. Zeker met deze nieuwe band. We zijn van nul moeten beginnen. Tijdens de eerste concerten waren er nog enkele personeelswissels. Misschien had ik het wat langer try-outs moeten noemen, maar ik ben wel heel blij met waar we nu staan. We voelen elkaar steeds beter aan.

Het verschil met vroeger is dat je toen steevast de junior op het podium was. Nu ben je als prille veertiger de senior. Is dat soms niet intimiderend?
Arnaert:
We staan net heel dicht bij elkaar tegenwoordig. Toetsenist Pedro Gordts (zie ook Zornik, tp) is twee jaar jonger dan ik, maar de rest van de band is net wel of net geen dertig. Dat leeftijdsverschil – met gitarist Robby Govaerts (Illuminine), bassist PJ Seaux en drummer Steven Van Gelder (beiden Hydrogen Sea) – voelde ik vooral in het begin. Maar het enthousiasme en de frisheid die daar tegenover staan, werken aanstekelijk. Ik ben natuurlijk maar de zangeres. Ik kan hen muzikaal de weg niet wijzen. Een groep leiden is in mijn geval vooral vertrouwen durven te geven en loslaten. Gelukkig hoeft het allemaal niet meer zo strikt te zijn. Dat heb ik van Joost geleerd. Op mijn vorige plaat lagen de structuren vast. Hier is er wat meer vrijheid. Momenteel heb ik een heel goed gevoel bij de groep. Ik zou graag iets opbouwen. Maar iedereen is altijd vrij om te gaan. Ik ben met niemand getrouwd. Als bij de volgende plaat blijkt dat ik andere muzikanten nodig heb, dan is dat ook zo. Toch hoop ik te kunnen groeien als bandje.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni