Smalltalk

Thomas Dieltjens: ‘We staan niet gewoon in de canon, we proberen die ook te sturen’

Tom Peeters
11/10/2023

| Thomas Dieltjens

Sinds Thomas Dieltjens rond 2000 neerstreek nabij het Josaphatpark, heeft hij de buurt zien veranderen. Zonder blind één stijl achterna te hollen, groeide zijn ensemble Het Collectief intussen uit tot een van de pronkstukken van de kamermuziek. “Na 25 jaar zijn we nog steeds moeilijk in één categorie te stoppen,” klinkt het met de nodige trots in Café Winok.

“Was het Josephatpark eerst nog een ontmoetingsplek voor jonge ouders die hun kroost op het grasveld lieten spelen en samen pintjes dronken, dan plukt nu de hele buurt daar de vruchten van,” zegt Thomas Dieltjens (53) in Café Winok. In het hoekgebouw waar vroeger de volkse brasserie Espérance zat, baat een West-Vlaming nu een koffiebar uit die hij vernoemde naar de hond des huizes. We praten er met de pianist en artistiek leider van Het Collectief over de buurt en over het 25-jarige bestaan van zijn kamermuziekkwintet, dat in 1998 het licht zag als een volledig Brussels ensemble.

“Nu wonen alleen onze cellist en ik hier nog. De rest is uitgezwermd. Maar op mijn broer Benjamin na, de originele klarinettist, zijn we elkaar allemaal trouw gebleven. Er is dan ook veel meer uit gekomen dan wat we verwacht hadden. Omdat ik geen wonderkind was, lagen de verwachtingen bij mij nooit te hoog. Dat hield de druk af. Elke stap vooruit, elk buitenlands concert … ik beschouw het nog steeds als iets wonderbaarlijks.”

Dat zo’n instelling op lange termijn kan lonen, geeft hij graag mee aan een jonge generatie muzikanten, die elders te zien krijgt dat alles snel snel moet gaan: “Geduld is een deugd. Je moet niet verwachten dat je een maand na je debuut al fantastische resultaten neerlegt. Onze carrière is heel langzaam op gang gekomen. Eigenlijk waren we vijf … nobodies wil ik niet zeggen, want we hoorden bij de besten van onze generatie. Maar de aandacht van organisatoren trokken we niet. Daarom hebben we onze concerten lang zelf georganiseerd. Voor we in 2007 een structurele subsidie kregen van de Vlaamse Gemeenschap, hebben we tien jaar moeten knokken.”

Verschillende karakters
Dat heeft bloed, zweet en tranen gekost, vervolgt Dieltjens. Maar onder andere met de Klaraprijs kwam er in 2011 meer mainstreamappreciatie voor het kwintet, waar ook violist Wibert Aerts, cellist Martijn Vink, fluitist Toon Fret en klarinettist Julien Hervé deel van uitmaken. “We zijn wat meer bij de meubelen gaan horen, al blijven we voor velen moeilijk te lezen, ook na 25 jaar. We behoren niet tot één categorie. We staan ook niet gewoon in de canon, we proberen die ook te sturen.” Vandaar dat Het Collectief op zijn jubileumconcert in het Muziekinstrumentenmuseum (MIM) niet alleen negentiende- of twintigste-eeuws werk herneemt, maar ook een creatieproject van twee componisten voorstelt. Naar het voorbeeld van de buitenlandse ‘stichtingen’ wil het tegelijk een vriendenwerking opzetten en potentiële mecenassen aanspreken.

De internetgeneratie zapt veel meer over en weer. Toen ik twintig was, kon dat niet. Als je voor iets gekozen had, was dat voor altijd. Iets anders was blasfemie

Thomas Dieltjens

Maar uiteindelijk is het het plezier van het spelen zelf dat hen samenhoudt. “Ook als jonge vijftigers zit daar geen sleet op. De ingesteldheid van Het Collectief leunt aan bij die van getrouwde mensen: het komt erop neer om niet bij het eerste conflict uit elkaar te gaan. Ondanks onze verschillende karakters vonden we alle conflicten die er de voorbije 25 jaar zijn geweest blijkbaar nooit ernstig genoeg om ermee te kappen. Onze grootste gemene deler is dat we allemaal zo graag musiceren. Tegelijk is dat ook het enige waar iedereen het over eens is.” (Lacht)

Containerbegrip
“Er zijn mensen die er prat op gaan dat ‘hedendaagse muziek’ hun lievelingsstijl is, maar dat kan eenvoudigweg niet,” heeft Dieltjens bedenkingen bij het containerbegrip. “Als ze alles wat er vandaag geproduceerd wordt fantastisch vinden, dan bezitten ze niet alleen heel avontuurlijke oren, maar dan hebben ze vermoedelijk ook een dokter nodig.” (Lacht)

Veel twintigste-eeuws werk dat hedendaags genoemd wordt vloeit ook gewoon op een normale voort uit wat er daarvoor al was. “Ook van de muziek van Schönberg wordt gezegd dat ze ‘hedendaags’ is, maar hoe lang is die al dood? Zeventig jaar?” De carrière van Het Collectief begon ooit met de vaste wil om de muziek van de modernisten van de Tweede Weense School op te waarderen. Met een boon voor componisten die, los van -ismen, autonoom hun eigen taal ontwikkelden, wijdde Het Collectief de voorbije jaren onder andere projecten aan het werk van de Fransman Olivier Messiaen, de Amerikaan Morton Feldman en de Finse Kaija Saariaho.

1861 SMALL TALK Thomas Dieltjens 1

| Thomas Dieltjens

“Onlangs speelden we een concert in Italië met Lore Binon, de Schaarbeekse sopraan. Jean-Luc Fafchamps had een cyclus gemaakt van folksongs. Het bleek perfect mogelijk om die in een klassiek concert te integreren, maar vergis je niet: er zijn nog altijd veel muzikanten voor wie dit te ver gaat. Ze houden niet van de sentimentaliteit. Maar wat is het verschil met een lied van Schubert? Toen we op een van onze eerste concerten Prokofjev speelden, kwam een student musicologie me zeggen dat we dat niet hadden mogen doen als ‘nieuwemuziekensemble’. Maar dan doe je aan geschiedvervalsing, want het is twintigste-eeuwse muziek. Iemand riep: ‘Dan vervalsen we toch gewoon de geschiedenis!’”

Ideologisch versus open
“Gelukkig zijn we ons in de eenentwintigste eeuw aan het losmaken van dat ideologische ‘pro modernisme en contra neoclassicisme’-denken. Ik herinner me een Litouwse cellist in mijn kamermuziekles. Die kon prachtig negentiende-eeuws werk van Brahms spelen, maar maakte evengoed deel uit van een duo dat moderne muziek een draai gaf op cello, in de trant van 2Cellos, die popklassiekers bewerken voor joelende meisjes. De internetgeneratie zapt veel meer over en weer. Toen ik twintig was, kon dat niet. Als je voor iets gekozen had, was dat voor altijd. Iets anders was blasfemie. Boven dat café (wijst naar buiten) woont een jonge hoornspeelster die vorig jaar is aangesteld in het Muntorkest, maar ze heeft ook al enkele platen gemaakt met een popgroepje dat al in de States optrad.”

Onze grootste gemene deler is dat we allemaal zo graag musiceren. Tegelijk is dat het enige waar iedereen het over eens is

Thomas Dieltjens

De agenda van Het Collectief blijft intussen goed gevuld. Onlangs trapte het ensemble het academiejaar aan de KU Leuven op gang met muziek van Schönberg (een cd met composities van Schönberg en Berg ligt in het verschiet). Pelléas & Mélisande werd ooit geschreven voor meer dan 80 muzikanten ter begeleiding van het gelijknamige toneelstuk van Maurice Maeterlinck, de enige Belgische Nobelprijswinnaar literatuur. “We kunnen er als ensemble echt van genieten om repertoire voor groot orkest uit de vroege twintigste eeuw te brengen in een kamerbezetting,” zegt Dieltjens, voor wie deze muziek aantoont dat een componist die later zou uitgroeien tot boegbeeld van het modernisme ooit ook exuberante romantische muziek schreef. Voor dit stuk werkte Het Collectief samen met videokunstenares Lise Bruyneel, die flarden uit de laat-romantische, donkere theatertekst van Maeterlinck in sfeerbeelden omzette. Ook voor het concert in het MIM gaat het kwintet in zee met een videoartiest.

Zeldzame overredingskracht
Maeterlinck past naast Michel de Ghelderode (La balade du grand macabre) en Albert Giraud perfect in het rijtje van Belgische symbolisten die Dieltjens hoog heeft zitten. “Hier even verder in het Josaphatpark staat een buste van Giraud. Schönberg schreef muziek bij zijn dichtbundel Pierrot lunaire. Net als Giraud maakte ik vanuit Leuven de move naar Schaarbeek. Dat weet ik, omdat in het stadspark in Leuven exact dezelfde buste staat.”

In november brengt Het Collectief een nieuwe opname uit van Quatuor pour la fin du temps van Olivier Messiaen, nadat ze dat ook in 2008 al eens gedaan hadden. “Ondertussen zijn we op de plek geweest waar Messiaen het stuk in de winter van 1942 geschreven heeft. Hij verbleef toen in een krijgsgevangenenkamp aan de Pools-Duitse grens. In tegenstelling tot de Italianen en de Russen is hij er relatief goed behandeld geweest: hij kon er muziek schrijven en een concert laten doorgaan. Voor een niet-kerkganger als ik klinkt het stuk hyperkatholiek en bijzonder naïef, maar tegelijk beschikt het over een zeldzame overredingskracht. Er is een reden waarom jazzmuzikanten zot zijn van Messiaens akkoordenschema’s.”

25 jaar Het Collectief
15/10, 11.00, MIM, www.hetcollectief.be

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni