Bert Dockx van Flying Horseman: 'Ik ben minder rusteloos'

Tom Peeters
© Agenda Magazine
16/10/2013
Met het jazztrio Dans Dans beleefde de Antwerpse muzikant Bert Dockx de voorbije maanden een bescheiden doorbraak. Die zit er nu ook aan te komen voor zijn stadsbluescollectief Flying Horseman. Op City same city zet hij zijn complexe verhouding met de stad en met vrouwen voor de spiegel.

Vanuit het raam van zijn eenvoudige huurappartement vlak bij de Draakplaats in Antwerpen kun je zowel de fraaie belle-époquetorentjes van de mondaine Cogels-Osylei als een afgeschreven treinwagon vol graffiti zien.

De neoclassicistische glorie en het urbane verval van de stad liggen hier in één oogopslag vervat. "Ja, dat spreekt me wel aan," zegt Bert Dockx: "Hyperbourgeois naast hiphopwagon." Hoe hybride de stad is, hoor je ook op City same city, de derde plaat van Flying Horseman.

De eerste zes tracks (City) doen dienst als spiegelluik voor de volgende zes (Same city). Ze zitten in een apart kartonnetje en hebben een eigen karakter. Het eerste schijfje is lichter, het tweede experimenteler, en ze werken op elkaar in. Muzikaal schuilt het stedelijke bij Flying Horseman in het broeierige gebruik van gitaren en feedback, en in agressieve elektrische klanken. Maar tegelijk hoor je constant die weidsheid. "Waar die vandaan komt? Misschien van het gevoel opgesloten te zitten, iets wat je in eenstad altijd hebt, en uit te willen breken."

Eind vorig jaar zei je me dat je na de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen een nummer had geschreven om je onvrede te uiten over het resultaat. Dat blijkt nu "City" te heten en de nieuwe plaat te openen.
Bert Dockx: Ondertussen is de precieze oorsprong van dat nummer wat vervaagd. De verkiezingsuitslag vormde een aanleiding, maar minstens even belangrijk was een apocalyptische droom die ik had in dezelfde periode. In die droom lagen de Antwerpse straten er verlaten bij. Vlak voor ik wakker werd, zag ik een rookpluim en een oranje gloed van vuur opstijgen uit een zijstraat van de De Keyserlei. Heel onheilspellend. Mijn teksten zijn altijd intuïtief. Ik zie ze niet als een vehikel om een boodschap over te brengen, maar meer als een gevoel of een beeld dat in je hoofd zit en er wel uit wil, maar dat je je slechts vaag kunt herinneren. Het succes van de N-VA en Bart De Wever zie ik niet als een probleem op zich, maar eerder als een symptoom van een breder probleem. Toch stel ik me de vraag hoe het komt dat zoveel mensen zich aangesproken voelen tot een figuur die mij vervult met afkeer. Ik ga me daar eenzamer door voelen.

"The city needs a helping hand," zing je.
Dockx: Ik ben een idealist. Vroeger zou dat woord mij hebben afgeschrikt. Als tiener leek de wereld rondom mij heel verkeerd. Puur existentieel had ik het moeilijk om het leven te aanvaarden zoals het was. Dat vertaalde zich in een redelijk troosteloze visie op de mens en op de wereld.

Maar door muziek te gaan maken ben je minder fatalistisch geworden?
Dockx: Ja. Dat alles niet ineens rozengeur en maneschijn was, blijkt uit mijn muziek. Maar ik heb nu wel het gevoel dat ik als individu invloed heb op mijn omgeving, en dat helpt. Muziek maken is een basisbehoefte, zonder word ik ongelukkig. Vroeger had ik een laag zelfbeeld en een heel hoog ideaal, waaraan ik niet voldeed. Door muziek te maken heb ik een balans kunnen vinden. De rusteloosheid is er nog altijd, maar ze is gekalmeerd.

Muziek als primaire behoefte sluit mooi aan bij de Afrikaanse invloeden die het palet van Flying Horseman binnensluipen. Ook in zwart Afrika is muziek geen hobby, ze is er het kloppende hart van de leefgemeenschap.
Dockx: Die link had ik niet gelegd, maar het is zeker een van de redenen waarom etnische muziek en volksmuziek, die diep in een cultuur geworteld zitten, mij zo aangrijpen. Ik probeer een stedelijk, onthecht, vervreemd equivalent daarvan te maken. Eigenlijk is het een zoektocht naar wortels die er niet zijn. Zeker in Vlaanderen zijn we vervreemd van onze volksmuziek. Mijn wortels liggen evengoed in andere continenten en tijden. Dat typeert deze generatie. Toch probeer ik met die invloeden van buitenaf iets te creëren dat geworteld zit in mezelf en in deze maatschappij. Een partij als N-VA appelleert ook aan dat gemis, aan een verdwenen gemeenschapsgevoel - alleen doen ze daarvoor een beroep op foute gevoelens - en dat is ook een van de redenen van hun succes. Het is zelfs begrijpelijk, want sommige dingen zijn we echt kwijt. Dat gemisprobeer ik te compenseren met muziek.

Want op persoonlijk vlak gaat het niet zoals je zou willen, een ander prominent thema op City same city. Doet liefdesverdriet in de stad evenveel pijn als daarbuiten?
Dockx: Dat denk ik wel. Aan eenzaamheid in de stad ben ik ondertussen gewend, maar ik ben nog nooit zo van slag geweest door een onbeantwoorde liefde. Op twee jaar tijd ben ik twee keer halsoverkop verliefd geworden. In beide gevallen is het op niets uitgedraaid. Alleen door veel op te treden heb ik dat rotte gevoel wat kunnen counteren. Het sijpelt ook door in mijn muziek, zeker in 'Landlord', de eerste track van Same city en het scharniernummer op de plaat, omdat het de twee thema's combineert: het maatschappelijke en het persoonlijke, mijn complexe verhouding tot de stad en tot vrouwen.

Wat is de bron van die problematische verhouding met vrouwen?
Dockx: Dat is het grootste vraagstuk uit mijn leven. Ik vermoed dat ik op jonge leeftijd vanuit een angstreflex niet geleerd heb om contact te leggen met hen. Dat gaat nu beter, maar een van mijn problemen is dat ik alleen kan praten over dingen die ik echt boeiend vind, anders klap ik dicht en word ik onzeker en verlegen. Ik ben dus heel verlegen, maar tegelijk kan ik met iedereen heel open praten over dingen die diep in mij zitten. Blijkbaar is dat een combinatie die in de samenleving en de sociale omgang moeilijk is. Ik beheers geen smalltalk, wil altijd direct to the point komen. En dan zit ik nog in een ongelooflijk bevoorrechte positie: ik sta op een podium, zie er niet slecht uit, ben nog jong… "Jij hebt ze toch maar uit te kiezen," zeggen mijn vrienden dan. Maar de realiteit blijkt toch complexer te zijn. Op dat gebied heb ik dus nog niet veel rust gevonden en voel ik mij nog steeds 17.

Alvast bedankt voor je openheid.
Dockx: Maar we hebben het toch over mijn muziek, die nu eenmaal een verlengstuk is van mijn persoonlijkheid. Ook in mijn muziek ben ik open en eerlijk. Als die dan overkomt als mysterieus, cryptisch en dubbelzinnig, dan is dat omdat ik het leven altijd zo heb ervaren, als een heel groot onbekend terrein waarin je met een zaklamp zit te schijnen.

Flying Horseman
wanneer:
18 oktober 2013, 20.00 uur
--------------

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni