CD: My Little Cheap Dictaphone

Na hun doorbraak waren de verwachtingen hooggespannen bij de Luikse indierockband My Little Cheap Dictaphone. Op The smoke behind the sound verwelkomen ze een vijfde bandlid, extra keyboards en sereniteit.

De band uit de Luikse Jaune Orange-stal brak in 2010 door met The tragic tale of a genius. Deze 'indierockopera', losweg gebaseerd op het leven van Brian Wilson en met gastoptredens van onder anderen Mercury Rev-zanger Jonathan Donahue, kreeg twee Octaves, de Waalse muziekprijzen, en lovende commentaren tot in de Britse Sunday Times.

Na veel proberen – platen geproducet door Mike Mogis (Bright Eyes) en Niek Meul (Das Pop) – was frontman Michael Larivière alias Redboy er eindelijk in geslaagd MLCD internationaal te lanceren, en van dat pad wordt op The smoke behind the sound niet afgestapt.

De groep heeft zich zopas nog versterkt met een klassiek opgeleide muzikant uit Frankrijk, die de arrangementen hielp uitwerken. Bedacht, gemaakt en laagje per laagje afgewerkt in de Ardennen, de Provence, de ICP en de Abbey Road Studios heeft de plaat vele vaders, maar producer Luuk Cox alias Shameboy – eerder achter de knoppen bij Girls In Hawaii en Stromae – is de peetvader. Hij leidde de band de wondere wereld van de synths binnen.

Maar donkerder wordt het niet. Integendeel: er hangt een serene, (ver)lichte gloed over de plaat. De nieuwe digitale én analoge impulsen hoor je pertinent op het meeslepende 'Change in my heart', maar evenzeer op 'Summer in the dark', waarin de mijmeringen van Redboy zich als een weemoedig, zacht briesje met de wind lijken te verplaatsen naar verliefdheden uit zijn tienertijd, wanneer er langzaam naar een climax wordt gebouwd zoals op opener 'Fire', of speelse accenten worden toegevoegd aan een fijne popmelodie zoals in 'Rabbit holes'.

data: 29/1, 19.30

tickets: €13/16

waar: Botanique