Clint Mansell deconstrueert Tsjaikovki's zwanen

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
22/02/2011
Pi, Requiem for a dream, The fountain, The wrestler: bij elke indrukwekkende film van Darren Aronofsky hoort een al even onvergetelijke soundtrack van de Brit Clint Mansell. Dus ook bij de voor vijf Oscars genomineerde balletnachtmerrie Black swan. Het verhaal van een filmcomponist die niet zou weten hoe een muziekschool er vanbinnen uitziet. “Ik werk zoals The Ramones. Ritme, een melodie en vooruitgang, meer heb je niet nodig.”

De Oscar voor beste muziek zal Black swan niet winnen. De Academy diskwalificeerde de score van Clint Mansell omdat hij te dicht aanleunt bij de muziek van Tsjaikovski. Black swan gaat over een balletdanseres (Natalie Portman in de rol van haar leven) die de dubbele hoofdrol, de witte én de zwarte zwaan, mag dansen in Het Zwanenmeer van Tsjaikovski. Dat ontketent in het hoofd van het belaagde en geplaagde kind een destructieve wervelstorm om van te huiveren. Perfect naar het evenbeeld van de film vertrekt Mansell van de beroemdste passages van Tsjaikovski om ze vervolgens geniepig of brutaal te vervormen en verstoren. "Het was een enorm privilege om met dat fantastische muziekstuk van Tsjaikovski aan de slag te gaan. Ik had er het diepste respect voor, maar ik had ook het gevoel dat ik me niet mocht laten begrenzen, dat ik echt voluit moest gaan," zegt Mansell. "De muziek verwijst voortdurend naar Tsjaikovski's stuk of echoot het op de een of andere manier. Tsjaikovski is steeds de basis gebleven, maar van daaruit ben ik beginnen experimenteren. Tsjaikovski's score is zo heerlijk complex en er gebeurt zoveel in, in elke noot klinkt het verhaal door. Maar moderne filmmuziek is wat meer ingehouden, minimalistischer als je het zo wilt noemen, en dus moest ik het ballet haast deconstrueren. Ik brak het uiteen in bepaalde ritmes, progressies en melodieën, en bouwde het dan weer op tot de score van de film. Tijdens het schrijven nam die steeds meer in zich op van de manier waarop ik muziek hoor, met meer atonale and disharmonische elementen die de suspense en onrust uitdragen."

Zou u zonder Darren Aronofsky ook filmcomponist geworden zijn?
Clint Mansell:
Neen. Ook al ben ik altijd al dol geweest op film en filmmuziek. Als kind keek ik met mijn vader erg vaak naar films en in het bijzonder cowboyfilms met van die grootse muziekscores: The magnificent seven, The good, the bad and the ugly... Maar mijn focus lag op rock-'n-roll, hiphop, techno en dat soort dingen. Ik was acht toen ik David Bowie op Top of the pops zag en zelf ook een popster wilde worden. Dat was ik in geringe mate ook even met mijn band Pop Will Eat Itself (Britse alternatieve band uit de vroege jaren 1990, nr).

Toen ik Darren (Aronofsky) ontmoette was de band net gesplit en overwoog ik om solo te gaan. Darren had muziek nodig voor Pi (zijn schitterende debuut uit 1998 over een zoektocht naar de ultieme formule, nr) en kende niemand anders. 't Is te zeggen: hij wou elektronische stukjes gebruiken van verschillende artiesten en ik zou het titelnummer schrijven. Maar er was nauwelijks budget en Darren was nog een nobele onbekende, dus wou niemand zijn muziek afstaan. Telkens een nummer wegviel, moest ik voor vervanging zorgen. Uiteindelijk componeerde ik de volledige score van de film.

De snerpende violen van het beroemde Kronos Quartet in het nummer 'Lux aeterna' blijven ook na honderd luisterbeurten door merg en been gaan. Veel noten zijn het nochtans niet.
Mansell:
Het Kronos Quartet noemt me een melodicus. Thema's zijn de drijvende kracht in mijn werk. Requiem for a dream bestaat inderdaad uit niet veel meer dan drie noten. Voor The wrestler had ik er maar twee nodig (lacht) die ik dan wel veel herhaal (lacht). Ik werk zoals The Ramones. Ritme, een melodie en vooruitgang, meer heb je niet nodig. Daar kun je achteraf van alles mee doen, maar zonder die kern ben ik verloren. Dat heeft te maken met mijn muzikale voorkeuren: popmuziek, David Bowie, The Ramones, The Psychedelic Furs, Godspeed You! Black Emperor. Als een stuk te veel meandert, word ik argwanend.

U cijfert uw achtergrond en muzikale voorkeuren liever niet weg?
Mansell:
Op de muziekschool hebben ze me nooit gezien. Ik ben niet goed in het lezen van partituren. Ik ben echt niet geschikt voor elke opdracht. Ik ben geen manusje-van-alles die een romantische, zoete score, een jazz-score of muziek voor een actiefilm schrijft op bestelling. Ik word nooit de grootste componist. Ik wil mijn werk met passie doen en de filmregisseur helpen om zijn film tot leven te brengen. De muziek mag mijn handtekening dragen en mag zelfs opvallen. Ik weet dat niet elke film dat verdraagt.

Mijn werk is wel geëvolueerd. In Pi en Requiem for a dream speelt zoiets als de art of noise een rol. Het zijn postmoderne assemblages van geluid en muzikale thema's. Ik gebruikte alles waar ik de hand op kon leggen. Recenter werk komt voort uit een organische plek: de sound komt van echte instrumenten. Daar kon ik tien jaar geleden niet voor zorgen. Componeren is als een spier: hoe meer je ze gebruikt, hoe sterker ze wordt.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek, Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni