De wonderschone vaagheid van Erik de Jong alias Spinvis

Tom Peeters
© Agenda Magazine
17/11/2011
Na Dorléac, zijn zijproject met Geike Arnaert, de soundtrack bij 'Adem' en een resem andere opdrachten voor film, theater, radio en televisie keert Erik de Jong eindelijk terug naar zijn essentie: de kaduke schoonheid van vallen en opstaan treffend verklanken met zijn geesteskind Spinvis.

De Nederlandse taal klinkt ongenadig hard en onhandig. Wat dat betreft zijn alle Franse chansonniers in het voordeel. Alles wat ze zingen, klinkt mooi. De Nederlandse taalknutselaar/kunstenaar Erik de Jong (50) heeft dat nadeel Johan Cruyff-gewijs omgebogen tot een fiks voordeel en er een carrière op gebouwd. "Al die onhandige klanken staan zoveel dichter bij wat ik wil zeggen," zegt De Jong aan de vooravond van de release van de nieuwe Spinvis-cd Tot ziens, Justine Keller, liefst zes jaar na voorganger Dagen van gras, dagen van stro. "Maar de personages in mijn liedjes blijven heel gewone mensen die zichzelf niet zo goed kunnen uitdrukken. Ze beschikken niet over een uitgebreide woordenschat, maar ze proberen het wel. En is dat proberen en mislukken niet duizend keer mooier dan iemand die alles kan?"

Eigenlijk was het je geluk dat je geen geweldige zanger bent, want dan pas komt het Nederlands van pas.
Erik de Jong: Ja, door gewoon wat melodie in mijn gepraat te brengen lukte het ook! Het heeft wel een eeuwigheid geduurd voor ik ermee naar buiten durfde te komen (De Jong debuteerde op zijn 41e, tp). Ik probeer zo sec mogelijk te zingen. De timing is het belangrijkste: pauzes, hoe je een woord uitspreekt, ritme. Om te checken of het goed zit, neem ik een melodie eerst op in neptaal. Zo komt een nummer alvast los van het papier en kan het ademen. Die murmelversies, zoals ik ze noem, zijn mij heel erg dierbaar. Eigenlijk zou ik ze een keertje moeten uitbrengen.

Bij de beste popmuziek heb je slechts vaagweg een vermoeden waar het over gaat, zei je me tien jaar geleden. Toch lijkt je nieuwe cd echt over iets te gaan. Of is dat slechts schijn?
de Jong: Ik sta nog steeds achter die uitspraak. De verhaallijn van Tot ziens, Justine Keller is gewoon ontstaan. Eerst was het de bedoeling om het over alcohol te hebben. Niet dat ik een alcoholist ben, maar die typisch menselijke hang naar de roes vond ik wel interessant. Het thema werd me echter al vlug te groot en te anekdotisch, terwijl ik het alweer vaag wilde houden.

Waar dook Justine Keller voor het eerst op?
de Jong: Justine is het barmeisje uit de openingstrack 'Oostende'. Haar familienaam stal ik van de Zwitserse actrice Marthe Keller, de eerste vrouw die mijn hart sneller deed slaan. Op mijn twaalfde zag ik haar in de televisieserie La demoiselle d'Avignon en werd ik ontzettend verliefd op haar. Justine Keller symboliseert voor mij de liefde, want volgens mij slaat die allereerste keer je hart sneller van de liefde zelf, niet van een of andere vrouw. Normaal gaat dat wel weer over, maar mijn hoofdfiguur is dat gevoel nooit kwijtgeraakt. Justine is een soort geest die altijd bij hem is. Hij zal het overleven, maar sommige mensen gaan daar dus aan ten onder.

Meer dan bij mijn andere platen wilde mijn hart de ene kant op en mijn hoofd de andere. Mijn hoofd wilde iets kils en moderns, mijn hart iets warms. En dan volg je toch maar weer je hart, want dan maak je op zijn minst iets waar liefde in zit.

Waaraan kun je merken dat je wel veranderd bent als songschrijver?
de Jong: Op mijn debuut uit 2002 stond bijvoorbeeld nog een regel als "Een tijdje terug reed ik een fietser dood, maar gelukkig heeft geen mens me gezien". Dat zou ik nu niet meer zingen. Het is effect. Dat ben ik bewust uit de weg gegaan. Ik streefde naar een oprechtere vorm van schoonheid. Eigenlijk veroordeelde ik mezelfzo tot een soort saaiheid, maar het is wel heel minutieuze en wonderlijke saaiheid.

De plaat is inderdaad met zin voor detail gemixt in een dure studio. Dat kan er tegenwoordig af. Toen men je bij je debuut vertelde dat er 1.200 albums geperst waren, heb je naar het schijnt uitgeroepen: "Maar ik heb geen 1.200 vrienden!"
de Jong: (Lacht) Ja, dat klopt, want zo was het altijd. Je maakte 500 singles, verkocht er dertig, en de rest stond in de gang. Maar dat is goed. Zo moet het ook zijn. Daarom is wat ik nu doe zo'n wonder. Zo'n omwenteling maak je maar eenmaal in je leven mee. Ik heb jaren gewerkt bij de Nederlandse PTT, als postsorteerder met nachtdienst. Als mensen dan plots een album van je kunnen kopen in de platenwinkel, dan komt er een jongensdroom uit. Het zou fijn zijn als ik de mogelijkheden die ik nu heb kan behouden. Een zwembad hoeft niet.

Getekend, Hanco Kolk: "Het mysterie moest overeind blijven"

"Toen hij achttien was, wilde hij graag striptekenaar worden," zegt Hanco Kolk, in Vlaanderen vooral bekend van de S1ngle-strip, over Erik de Jong. "En ik wilde toen muzikant worden."

Het verbaast ons dan ook niets dat de twee Nederlanders, tevens generatiegenoten, goede vrienden geworden zijn sinds ze elkaar ruim vijf jaar geleden voor het eerst ontmoetten. Hun kennismaking kaderde in het Strips in Stereo-project, waarvoor Kolk in de Amsterdamse concertzaal Paradiso tekeningen maakte bij 'Voor ik vergeet', de doorbraaksingle van Spinvis.

"Dit keer had ik Hanco gepolst of hij de cover van mijn nieuwe plaat wilde tekenen," zegt de Jong, "Maar dat wilde hij niet. (Lacht) Hij wilde het héle album tekenen. Omdat mijn teksten zich pas met mondjesmaat prijsgeven, gaf ik hem voortdurend updates van ideeën en demootjes. Ik zei hem bijvoorbeeld: 'Er is een feest aan de gang, maar het is een raar feest, het lijkt wel een droom.' En daar ging hij dan mee aan de slag. Pas in een later stadium kwamen de echte teksten erbij. Het unieke is dat hij op die manier nieuwe verhalen bij mijn nummers heeft verzonnen."

"Het was een heel intense ervaring omdat we synchroon aan het werk waren," zegt Kolk. "Elke song heb ik benaderd vanuit een andere stijltechniek. Dat sloot het best aan bij de liedjes van Erik, die ook allemaal een verschillende uitstraling hebben. Ik maakte mijn eigen associaties, maar probeerde tegelijk respectvol met de tekst om te gaan. Ik wilde geen pasklare verklaringen geven. Net zoals bij de muziek moest het mysterie overeind blijven."

"In 'Oostende' detecteerde ik een soort eenzaamheid die langzamerhand uitmondt in een roes. Vanuit zo'n gevoel begon ik dan te tekenen. Ik herkende me er ook in, want op dat moment bevond ik me in New York, geïsoleerd in een grootstad. Ik heb zowat overal zitten tekenen. In Zuid-Frankrijk zag ik plots rotsen én een barbecuestel, en voor ik het wist was ik met houtskool op de rotsen aan het tekenen. De techniek is telkens anders, maar de basis blijft voor ons beiden hetzelfde: met een minimum aan lijnen of woorden zo efficiënt mogelijk een gevoel overbrengen."

Tot ziens, Justine Keller, Spinvis & Hanco Kolk, De Harmonie/Elkedag boeken, 128 P., €24,90

start: 20.00 uur. Het concert is intussen uitverkocht.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni