Dead Can Dance blijft trouw aan eigen ziel

Tom Peeters
© Agenda Magazine
27/09/2012
'Anastasis’ betekent ‘wederopstanding’ in het Grieks. Maar in het geval van Dead Can Dance is het vooral vasthouden aan het artistieke adagium dat de groep in de jaren tachtig op het toen nog baanbrekende 4AD-label al deed pionieren in het versmelten van etherische klanken uit de hele wereld: muzikaal je zin doen zonder stil te staan bij wat de buitenwereld over je denkt.

"Soms denk ik dat ik veel gelukkiger was vóór de telefoon een noodzaak werd," zegt Lisa Gerrard ergens in het begin van ons telefoongesprek. Het is niet persoonlijk bedoeld, want ze noemt ons nog steeds darling als we afscheid nemen. Maar je voelt wel aan dat ze veel liever de muziek voor zich zou laten spreken. Maar omdat ze samen met Brendan Perry na zestien jaar nog eens een nieuw Dead Can Dance-album heeft gemaakt, wordt ze ook verondersteld daarover te praten.

Hun eclectische versmelting van etnische klanken en ambient uit de hele wereld met poëzie en mythologie deed hen weleens in de - ooit hippe - new age-bak van de platenboer belanden. Gerrard heeft het echter nooit begrepen op al die afgebakende vakjes: "Als je de ziel van de mensen wil activeren, dan moet je ze zeker niet in een vakje stoppen. Dat is marketing. Ik hoop alvast dat onze muziek in staat is te ontsnappen aan dat verstikkende hokjesdenken. Dat ze vanuit marketingtechnisch oogpunt ongrijpbaar en onverklaarbaar blijft."

Daarmee heeft ze haar intrede en haar punt meteen gemaakt. Anno 2012 blijft Dead Can Dance moeilijk vast te pinnen. Ja, de eloquente combinatie van die haast sacrale zangpartijen van Gerrard met Perry's vaderlijke bariton is een constante. En temidden van pulserende ritmes en subtiele schakeringen van strijkers en blazers gaat het duo op 'Anastasis' een natuurlijke symbiose aan met mediterrane geluiden, uit Griekenland in het bijzonder, af en toe opschuivend naar het (Midden-) Oosten, en een enkele keer lonkend naar Ierland, waar de roots van Perry liggen en waar deze comebackplaat werd opgenomen.

Het eerste, Noord-Amerikaanse, luik van jullie comebacktournee zit er ondertussen op. Wat is er veranderd?
Lisa Gerrard:
Niets. De geluidskwaliteit is zoals steeds nog wat beter en natuurlijk brengen we onze nieuwe composities, met nieuwe muzikanten. Brendan en ik schreven de muziek samen en daarna gingen we zoals vanouds op zoek naar de geschikte muzikanten. Dat is altijd een beetje schipperen en hopen op de juiste ontmoetingen. Maar al tijdens de eerste concerten is gebleken dat we over een exquise bezetting van muzikanten beschikken.

Dead Can Dance is vanuit jullie perspectief misschien onveranderd gebleven. Maar de buitenwereld ziet er wel heel anders uit. Toen jullie doorbraken was muziek nog verdeeld in zeer onderscheiden genres en stijlen, terwijl nu alles toch veel diffuser is, ook buiten de muziek?
Gerrard:
Terugblikkend lijken we in een andere wereld te leven, tenminste als je het oppervlakkig bekijkt: de Berlijnse Muur is neergehaald, Europa is eerst groter geworden en glijdt nu van de ene crisis in de andere,… Alleen de informatiesamenleving lijkt onomkeerbaar. Maar is dat wel zo? Mensen blijven intrinsiek hetzelfde. Ook binnen de huidige systemen hebben we allemaal nog het recht op creativiteit, op poëzie, op reflectie. We hoeven geen slaven van de machines te zijn. Precies omwille van de snelle technologische en andere omwentelingen zijn die zaken tegenwoordig misschien nog belangrijker. Het lijkt wel of we in een verschrikkelijke race verwikkeld zitten die zo snel mogelijk moet leiden tot een catastrofe.

In die race kan het verkwikkend zijn om zoals jullie het overzicht te behouden, oeroude instrumenten boven te halen en terug te blikken op onze gezamenlijke geschiedenis, en zo even boven de waan van de dag te staan.
Gerrard:
Precies. Brendan en ik hadden het geluk dat we al van in onze kindertijd konden putten uit heel diverse culturen: Griekse, Turkse, Italiaanse, Franse, Ierse,… Opgroeien in Australië, wat mij betreft dan, en in Nieuw-Zeeland, in het geval van Brendan, heeft ons van in het prille begin afgekeerd van de monocultuur. De mooie, exotische kleuren van onze kindertijd stonden boven de verwestersing, die volop aan de gang was. Die diversiteit en de eeuwenoude verhalen die daarbij hoorden, over wie we zijn, over onze band met de natuur, met de dierenwereld, met de sterren, met een opperwezen, wilden we doorvertellen. Er worden al zo weinig bruggen gebouwd. Veel moderne westerse muziek deelt die diepte niet. Ze vertelt me niets over wie ik ben, waar ik vandaan kom, wie mijn buren zijn en hoe ik me met hen kan verbinden. Allemaal zaken waarvoor een abstracte taal als muziek, maar ook kunst in het algemeen, toch een ideaal vehikel is.

Waar halen jullie je inspiratie dan?
Gerrard:
We hebben ons veel en graag gelaafd aan de Griekse en de Romeinse mythologie, maar ook aan de verhalen en de songs uit pakweg de geschiedenis van de Aboriginals. Is mythologie niet precies in het leven geroepen om ons een inzicht te geven in waarom we hier zijn? Elke track op ons nieuwe album is een soort microkosmos. Noem het een mini-opera, waarin we op zoek gaan naar de archetypes van wie we zijn, met als ultieme doel mensen zachter te maken. Zodat, wanneer de wrede dood komt, het hart niet verhard is. Daar ligt voor mij de echte verantwoordelijkheid van de muzikant.

Heeft de wereld dit album nodig om daaraan herinnerd te worden?
Gerrard:
Als Brendan en ik samenwerken, komt onze inspiratie en verbeelding van binnenuit. Dan denken we niet aan de buitenwereld. We zijn nooit zeker dat iemand onze muziek goed zal vinden, en ik denk ook niet dat het ons echt kan schelen. Applaus hebben we nooit ingecalculeerd. We beschouwden het steeds een geschenk. We hebben ons werk nooit gemanipuleerd zodat het geschikt werd voor een publiek. Het is wat het is. Het is wie wij zijn. Daarom zijn we erg beschermend tegenover onze muziek. Marketing knijpt kunst dood, weet je wel. De meest oprechte manier om ons werk te delen zijn onze concerten.

Bewust weren wat het creatieve proces in de weg staat, is steeds een sterkte geweest. Het verklaart mee waarom jullie concert in het Koninklijk Circus zo snel uitverkocht raakte. Tegenwoordig noemt men zo'n houding bewonderenswaardig.
Gerrard:
Interessant niet? In een tijd waarin alles vervangbaar is grijpen mensen terug naar minder vluchtige dingen. We hopen dat onze muziek een katalysator kan blijven in een wereld waarin lagen oppervlakkigheid de schoonheid en eenvoud van het leven verbergen.

Die eenvoud en misschien ook wel tijdloosheid zit ook in de mooie hoes van 'Anastasis': een veld verbrande zonnebloemen, als een teken van leven.
Gerrard:
Ja, die dode zonnebloemen symboliseren de cirkel van het leven en het proces van constante vernieuwing, want ook zij zullen door hun zaden opnieuw tot leven komen. Als artiest is het terugdringen van oppervlakkigheid en middelmatigheid ons streefdoel. Daar putten we levenskracht uit. Men zegt me vaak dat onze muziek heel spiritueel is, maar zo voel ik het niet aan. Onze muziek wil vooral een pleidooi zijn om de menselijke ziel te bevrijden van alle ballast.

SOLD OUT

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Muziek , Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni