Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni

The Drums: ‘We zijn liever saai dan edgy’

Tom Zonderman
© Agenda Magazine
10/12/2010
Dankzij de hit ‘Let’s go surfing’ groeide The Drums uit tot dé hype van 2010. Omdat de zomer ondertussen weer een verre herinnering is, komen ze ons in de Ancienne Belgique nog op wat summer vibes trakteren.

Opgerolde broekspijpen, gestreepte shirts, haar in een bles en Ray-Bans: The Drums voerden de mode aan in popmiddens dit jaar. Dankzij hun hit 'Let's go surfing' en de ep Summertime! groeiden ze uit tot buzzband van het jaar. De BBC nam hen op in hun hot list voor 2010 en ook het invloedrijke webmagazine Pitchfork gaf hen de stempel 'hoop voor 2010'.

Verneukeratievewoorden die ons andermaal met een kluitje in het riet sturen? Geenszins, hun huwelijk van luchthartige sixtiespop met girl group-motiefjes met het minimalisme van de postpunk klonk bijzonder fris. Alleen sloeg het zomerse blauw van Summertime! op hun eerste langspeler om in regenachtig grijs. Alsof The Shangri-Las een blauwtje liepen bij New Order. 'Down by the water' is pure fifties-doowop, terwijl 'Best friend' met zijn elektronische drumbeat zo uit de eighties is weggelopen.

"Zowel de songs voor de ep als die voor de cd zijn in Florida geschreven, maar op de ep hebben we de vrolijkste bij elkaar gemikt," zegt Jonathan Pierce met fonkelende ogen. "'Let's go surfing' probeerde het positieve gevoel te vatten na de inauguratie van Obama, toen we heel even dachten dat onze zorgen voorbij waren. Die euforie is ondertussen al flink getemperd."

Wat zijn jullie in Florida gaan zoeken?
JONATHAN PIERCE:
We wilden uit Brooklyn weg om te ontsnappen aan alles wat hip en trendy was. Trends zijn zo wuft. Je keert New York zes maanden de rug toe en alles is veranderd. In Florida hokten we samen in een appartement, zonder geld, zonder auto. We konden ons concentreren op wat wij dachten dat goed klonk.

We hebben in ontelbare bands gespeeld, maar dat werd nooit wat omdat we geen visie hadden. We wilden gewoon cool zijn. Dat kan ons nu geen bal meer schelen. We doen iets wat heel old school is, terwijl we omringd worden door al die bands die experimenteren met klanken en songstructuren. We zijn liever saai dan edgy.

Jullie spelen op een vreemde manier op jullie instrumenten. Heel basic.
PIERCE:
We proberen het zo simpel mogelijk te houden. Onze vorige groepen waren elektronische bands, instrumenten konden we niet bespelen. Gitaren waren het meest exotische dat we ons konden voorstellen. Dat was goed, want daardoor voelde het als iets fris.

U opent uw album met 'Best friend'. Wie is uw beste vriend?
PIERCE:
Jacob (Graham, tz), onze gitarist. Wij kennen elkaar al van toen we elf en dertien waren, van op een zomerkamp. Hij speelde een tape van Kraftwerk, een band die ik net ontdekt had. Terwijl ze de andere jongens verplichtten om basketbal te spelen om zes uur 's morgens, liepen wij weg om over muziek te praten. Hij heeft me overtuigd om met deze band te beginnen nadat ik een paar jaar de muziek de rug had toegekeerd.

Waarom was je gestopt met muziek?
PIERCE:
Op een bepaald moment was ik zo hopeloos, dat ik het helemaal opgaf. Als tiener was ik helemaal weg van muziek, ik wilde het absoluut maken. Maar ik raakte teleurgesteld. Ik draaide mij om en besloot dat ik het maar moest vergeten en me moest concentreren op iets anders. Ik heb drie jaar geen songs geschreven, en dat is net wat ik het liefste doe. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan.

In het nummer legt hij het loodje: "and then he died."
PIERCE:
Over onze vriendschap zingen vond ik te stroperig. Ik wilde er iets droevigers van maken.

Is dat het droevige niet wat al te makkelijk opzoeken?
PIERCE:
Ik kan het trieste in alles zien. De muziek is misschien wel vrolijk, maar de onderwerpen zijn altijd wel een beetje verstoken van hoop. Mensen dansen op 'This charming man' van The Smiths, maar het is een heel droevig liedje. De meeste van mijn favoriete songs steunen op die twee pijlers.

"I thought my life would get easier, instead it's getting harder," zingt u over een gebroken relatie in 'Book of stories'.
PIERCE:
Als kind was ik verward, had ik grote vragen. Ik dacht dat die angsten zouden weggaan naarmate ik ouder werd, maar ze worden alleen maar groter. Dat is verschrikkelijk. Maar ik heb ook ingezien dat waar je van wegloopt in je jeugd, ook is wat je gaande houdt. Het is een cirkelbeweging, je komt altijd weer oog in oog met je demonen te staan maar tegelijk houden die het vuur in je wakker.

U gaat grote gevoelens in uw songs alvast niet uit de weg.
PIERCE:
Ik wil mijn teksten zo simpel mogelijk houden. Dat heb ik geleerd van girl groups, The Crystals, The Ronettes, The Marvelettes, dat soort groepen. Zij zongen teksten die niet slim probeerden te zijn, maar gewoon zeiden wat er in hen omging. Wij willen duidelijke gevoelens bundelen in drie minuten durende popsongs.

Wat vindt u zo goed aan die girl groups die vijftig jaar geleden grote sier maakten?
PIERCE:
Die sixtiesvibe interesseert me voor dat zomerse, onbezorgde gevoel. Daar wilde ik een paar songs over schrijven. Wanneer ik een foto zie uit de jaren 1960, roept dat een bepaald gevoel op. Die tijdloosheid, het onschuldige, dat intrigeert me. Dat gevoel wilde ik oproepen met onze muziek.

Er zit voor een Amerikaanse band ook flink wat Brits drama in jullie sound.
PIERCE:
Toen ik The Smiths ontdekte was ik helemaal van de kaart. Voor het eerst voelde ik mij begrepen. Het was een openbaring dat je in muziek zoveel gevoel kon leggen. Op Morrissey de soloartiest heb ik het minder begrepen. Dat navelstaarderige gejeremieer, daar ben ik helemaal klaar mee. Onlangs kwam hij naar een van onze shows kijken in Rome. Ze vroegen of ik hem wilde ontmoeten, maar ik heb bedankt.

We hebben altijd veelal naar Britse bands geluisterd. Orange Juice, The Jesus and Mary Chain, New Order, Joy Division: toen we nog kids waren was de Britse popscene ongelooflijk rijk. Wat ik zo goed vond aan die bands was dat melancholische gevoel, en hun gevoel voor melodie. Dat is onze grootste obsessie, melodie. Dat komt voor het genre.

Maakt de aandacht die u nu krijgt gelukkiger?
PIERCE:
Niet echt. Het is leuker dan mijn job als schoenverkoper, die ik tot een jaar geleden nog uitvoerde. Maar het lost mijn innerlijke strijd niet op. Succes is relatief hé, je koopt er geen zielenrust mee.

Een van je songs heet 'The future'. Hoe kijk je naar de toekomst?
PIERCE:
I thought that my life would get easier. (Lacht) Het is het grote onbekende.

wanneer: 16/12/2010 om 20.00
tickets: € 21/24

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Muziek