Flying Horseman gaat het dak op

Tom Zonderman
© Agenda Magazine
23/06/2011
Studio Brussel-presentatrice Ayco Duyster van het laatavondprogramma 'Duyster' mocht voor de film- en muziekreeks Out Loud! in de Beursschouwburg een avond vullen. Volstrekt aan te bevelen is de Antwerpse band Flying Horseman, die vorig jaar debuteerde met de verschroeiende herfstplaat 'Wild eyes'.

De band rond de songschrijver, gitarist, zanger en zoekende mens Bert Dockx brouwt een aardedonkere mix van blues, postrock en folk à la Sixteen Horsepower. Ruwweg wat er gebeurt als je Joy Division, Blind Lemon Jefferson en Nick Cave in de blender gooit.

Volgens mijn bronnen hebben jullie jullie échte debuut, Echoes, in de vuilnisbak gekieperd.
Bert Dockx: (Lacht) Dat klopt niet helemaal. Ik was zelf best tevreden over dat album, maar toen Conspiracy Records met ons in zee wilde gaan, vonden ze die studio-opnames veel minder indrukwekkend dan onze liveoptredens. Dus hebben we in vier dagen tijd een nieuwe plaat ingeblikt, live, bijna zonder overdubs. Oorspronkelijk klonken we wat folkier, nu zijn we veel meer een echte band. Er komen wat meer gitaren, en zelfs noise en drones aan te pas.

Je hebt jazz gestudeerd. Dat is iets heel anders dan rocksongs schrijven.
Dockx: Als ik kind heb ik ontzettend veel naar rock, blues en rootsmuziek geluisterd, maar daarna ben ik mij helemaal gaan toeleggen op jazz, freejazz dan vooral. Na mijn opleiding aan het conservatorium in Brussel kreeg ik een opdracht aangeboden van HETPALEIS in Antwerpen. Dat sneed me helemaal af van jazz. In mijn vrije tijd begon ik spontaan liedjes te componeren. Dat wilde ik eigenlijk altijd al wel doen, maar ik had tot dan toe het zelfvertrouwen niet. Eigenlijk zing ik nog maar drie jaar. Die oude liefde is toen helemaal teruggekomen, maar ik hou ook nog altijd van jazz. Met het trio Dans Dans speel ik nog altijd jazz, gemengd met experimentele rock en psychedelica.

Het noisy 'There lives a house' draagt wat van de chaos van freejazz in zich.
Dockx: Mensen vinden doorgaans geen link met jazz in Flying Horseman, maar die noise-erupties leggen wel een verband. Als we dat nummer live spelen is dat behoorlijk geïmproviseerd. Wij zijn geen popgroep, niet alles ligt vast.

Je lijkt me veel belang te hechten aan je teksten. 'Bitter storm' is een dubbelzinnige aanklacht tegen dromers en wereldverbeteraars. "Quit dreaming of a better world" zing je, en "stop crying over Africa".
Dockx: Thema's groeien intuïtief, en naar het einde toe sluipen er altijd tegengestelde krachten in die verschillende interpretaties mogelijk maken. 'Bitter storm' is nogal fatalistisch, bijna apocalyptisch. Politiek gezien zitten er heel linkse en heel rechtse krachten in die tekst die voortdurend met elkaar in conflict komen. Het is een soort protestlied zoals Dylan ze schreef, maar dan veel verwarder. De verteller wil kritiek uiten, maar tegelijk beseft hij dat hij vooral zelf ook een deel van het probleem is. Dat is typisch voor deze tijd. Veel mensen leven in onvrede met de wereld rondom hen, maar tegelijk neemt niemand het initiatief om ook daadwerkelijk iets te veranderen. En dan spreek ik ook over mezelf. Ik kan moeilijk dingen aanvaarden. Dat betekent eigenlijk dat ik voor verandering ben, maar tegelijk mis ik daarvoor de moed of de kracht. Of de richting. Je kunt wel benoemen dat iets niet juist is, maar het is heel moeilijk om te zeggen hoe het dan wel zou moeten.

Wat bedoel je met 'America is dead'?
Dockx: Dat is een van mijn eerste liedjes, net als 'Bitter storm'. Anti-Amerikaans sentiment ligt aan de oorsprong van die song, na de herverkiezing van Bush. Maar daarna is dat geëvolueerd in een verdoken liefdesbrief. Eigenlijk gaat dat nummer over de dubbelzinnige relatie die ik, en veel Europeanen, hebben met Amerika. Je kunt misschien niet akkoord gaan met wat ze doen in de wereld, maar tegelijk heeft dat land een heel grote invloed gehad op ons, muzikaal maar ook qua levensstijl.

Ik heb gehoord dat je ook een grote Joy Division-fan bent.
Dockx: Ik heb hun muziek leren kennen op een tentoonstelling eind jaren 1990, en het was liefde op het eerste gezicht. Beeld en geluid pasten perfect bij elkaar. Mensen vergelijken ons vaak met Sixteen Horsepower, maar ik heb een veel diepere band met Joy Division. Joy Division is Brits, maar het herhalende karakter is heel dwingend. Die stem, de teksten, de sfeer en dat minimale, als je dat mixt met een oude blueszanger kom je uit bij iets wat wij doen. En dat is toevallig ook wat Sixteen Horsepower doet. David Eugene Edwards is trouwens ook een grote Joy Division-fan.

uur: 21 uur
tickets: gratis

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni