Fool's Gold: Tussen Fela Kuti en The Grateful Dead

Tom Zonderman
© Agenda Magazine
13/11/2010
De laatste jaren vonden heel wat indiekids hun weg naar de wereldmuziek. Vampire Weekend, Dirty Projectors, Yeasayer, en dichter bij huis School Is Cool, gingen hun muziek kruiden met toefjes Nigeriaanse jùjú, Congolese soukous of Caraïbische reggaeton. Fool’s Gold, een veelkoppig combo uit Los Angeles, gaat nog een stap verder: de Afrikaanse en Arabische invloeden domineren, maar de groep speelt die met de esthetiek van een blanke rockband.

Zo brengen ze een rockpubliek in contact met exotische klanken, die ze zelf bijkleuren met warme samenzang, lange gitaarpartijen en volle baslijnen. "Gek toch dat elke muziek die niet Amerikaans of Europees is, wereldmuziek wordt genoemd. Maar mensen willen altijd alles in vakjes stoppen, hè," zegt songschrijver en gitarist Lewis Pesacov, samen met zanger-bassist Luke Top de spil van de band.

Hoe komt een blanke kid uit LA bij Eritrese pop en Algerijnse chaabi terecht?
Lewis Pesacov
: Ik ben ermee opgegroeid. Mijn ouders reisden de wereld rond, en pikten de muziek op die ze onderweg tegenkwamen. Daar ging ik als tiener uiteraard tegen rebelleren. (Lacht) Ik vervoegde indierockbandjes en ging zelfs klassieke muziektheorie en compositie studeren aan de universiteit. Maar geleidelijk aan kwam ik toch weer bij die wereldmuziek uit. Het voelde vertrouwd.

Aan de universiteit was ik nogal in polyfonische muziek geïnteresseerd, Bach, Schönberg, dat soort dingen. En wat blijkt nu: Afrikaanse muziek is ook redelijk polyfonisch. Dat polyfonische wilde ik combineren met gitaar spelen, en zo werd Afrikaanse muziek een grote inspiratie. Afropop zet namelijk ook zwaar in op gitaren. Ze spelen heel erg melodieus en ritmisch, vaak met vier gitaristen tegelijk. Bij ons heb je voldoende aan een ritme- en een leadgitarist, Afrikaanse gitaristen spelen allemaal leadgitaar.

De manier waarop jullie die muziek opzoeken doet me denken aan blanke muzikanten die in de jaren 1960 de Amerikaanse blues ontdekten.
Pesacov
: Interessante vergelijking. Maar dat is een beetje het verhaal van de kip en het ei, hè. Kijk naar Tinariwen, een Toeareg-band uit het noorden van Mali en goede vrienden van ons. Hun gitarist is een grote fan van Jimi Hendrix, terwijl zij ons weer beïnvloeden. Dat is het mooie, er is een voortdurende dialoog.

Live mikken jullie op een soort trance die ergens tussen Fela Kuti en The Grateful Dead zit.
Pesacov
: Dat was vooral in het begin zo. We speelden uren aan één stuk, mediterend rond een paar noten en grooves. Ik geloof in muziek als transcendente kracht, als een soort drugstrip, maar dan nog sterker. Onze optredens zijn op hun best een extatische, spirituele ervaring waarin het publiek en de band één geheel zijn.

Lukt dat met teksten die grotendeels in het Hebreeuws gezongen worden?
Pesacov
: Zeker. Het helpt Luke om op die manier die trance te vinden. Heel anders dan bij westerse pop zit de emotie in het zingen veeleer dan in de betekenis van de woorden. Vergelijk het met Nusrat Fateh Ali Kahn (Pakistaanse soefizanger, tz). Ik heb hem ooit live gezien, een van mijn mooiste muzikale ervaringen. Na twee minuten hecht je er geen belang meer aan dat hij gebeden voor Allah zingt. Dan is het pure emotie.

wanneer: 17 november 2010 om 20.00 uur
tickets: 12 / 15 / 18 euro

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node, Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni