1409 Jenufa

Jenufa: de muziek van de Tsjechische taal

Roel Daenen
© Agenda Magazine
14/01/2014

De Tsjechische componist Leoš Janácek was een van de belangrijkste vernieuwers van de muziek uit het begin van de twintigste eeuw. Hij verzamelde Tsjechische, Moravische en Slovaakse volksliederen, en verwerkte die op ingenieuze wijze als ruw materiaal in zijn succesopera Jenufa.

Wat Janácek deed, was veel meer dan dat ruwe materiaal 'veredelen'. Hij was van mening dat de melodie zich naar de toonhoogte en de ritmiek van de alledaagse taal moest voegen. Daartoe trok hij naar cafés en andere openbare plekken om de gesprekken die hij om zich heen hoorde op muziekpapier te transcriberen. De subtiele verschillen in toonhoogte konden volgens de componist bij de opera naar een nieuw naturalisme leiden en "in één fotografisch moment een compleet karakter tonen."

Ludovic Morlot, chef-dirigent van De Munt, erkent het innovatieve karakter van de opera: "Dit is Janáceks derde opera, maar de eerste die echt succes had en nog steeds heeft. Janácek focuste inderdaad op de muzikaliteit van de Tsjechische taal, en hoe hij die kon laten doorklinken in de partituur. Hij heeft zich erg door de caleidoscopische Tsjechisch-Moravische cultuur – en niet alleen de muziek, maar ook dansen – laten inspireren."

"Los van Janáceks vernieuwende aanpak bij de integratie van de spreektaal is de muziek erg interessant, omdat die met één been nog in de negentiende eeuw staat, maar toch ook al vooruitkijkt. Je herkent de invloed van het romantische van Wagner en Strauss. Er zitten ook modernistische elementen in, een beetje van het proza van Debussy, een snuif van de ritmiek van Stravinski enzovoort. Ook de dramaturgie van deze opera is overweldigend en sterk. De thematiek is tijdloos en elk publiek kan er zich volgens mij in herkennen. Jenufa, een dorpsmeisje, verwacht een baby van de plaatselijke Don Juan. De boreling wordt door Jenufa's vrome stiefmoeder vermoord om de familie-eer te redden. Een familiegeschiedenis dus, gekruid met elementen als jaloezie, verraad, sociale controle, buitenechtelijke romances en hoogoplopende emoties… Voor mij verklaart de herkenbaarheid van deze universele verhaalelementen, naast de fantastische muziek, het blijvende succes van deze opera."

Waarom behoort Jenufa tot uw persoonlijke top tien?
Ludovic Morlot: Mijn top tien is erg relatief hoor. (Lacht) Er zijn veel opera's waar ik als luisteraar van hou, maar minder als dirigent. Jenufa is erg veelzijdig. Het is een opera die een verhaal brengt en waarmee ik me, hopelijk net als iedereen in het publiek, kan verbinden. Muzikaal is er Janáceks uitgesproken persoonlijke stem in de schriftuur. Ook het drama in Jenufa is ijzersterk, want we gaan van start met een voorgeschiedenis in het verhaal – nog vóór de opera begint. Het open einde was in zijn tijd uitzonderlijk. Je kunt er verschillende kanten mee uit: ofwel ben je optimistisch, ofwel kies je voor de tragiek. Bovendien is dit een werk waar je keer op keer op kunt terugkomen. Elke uitvoering is een avontuur, je ziet altijd weer nieuwe nuances en invullingen. Net zoals bij de opera's van Mozart en Wagner of Debussy's Pelléas et Mélisande. Het werk met die opera's is werkelijk nooit af, wat onder andere te maken heeft met je eigen levenservaring en inzichten als mens en muzikant, maar ook met de veelzijdigheid van het materiaal. Dat maakt het zo aantrekkelijk om er, bij wijze van spreken, levenslang mee te werken.

U gaat voor deze nieuwe Munt-productie samenwerken met de Letse theaterregisseur Alvis Hermanis. Hoe pakt u dat aan?
Morlot: Ik vind het fascinerend om met regisseurs te werken die geen muzikale achtergrond hebben. Want dat betekent dat je meer moet uitleggen, overleggen en vragen stellen. Alle muzikale keuzes krijgen ook door de theatrale blik op zo'n werk een ander accent. Het wordt dus een echt partnership. (Glimlacht) De beste ideeën zijn toch niet altijd de onze! Het zijn die ideeën die je ergens oppikt, of kopieert en aanpast. Precies dat is het fijne aan deze productie, deze cocktail van ideeën en opvattingen.

U bent nu een jaar artistiek chef-dirigent. U brengt met het Muntorkest ook symfonische programma's. Hoe kijkt u terug op dat eerste jaar?
Morlot: Ik zie weinig verschil tussen opera's en symfonische programma's dirigeren. Een goeie muzikant is een goeie muzikant, punt. Een dirigent is zoals een coach: je moet enerzijds een leider zijn, maar tegelijk ook een omgeving scheppen waarin iedereen zich goed voelt. Ik zie de symfonische wereld dan ook eerder als een plek waar de adrenaline heerst. Een concert heeft iets weg van een sportmanifestatie. Opera daarentegen gaat volgens mij meer over 'de lange adem', waarbij je, samen met een ploeg, een gebouw optrekt. Op de avond van de voorstelling steek je de vlam aan, en kan iedereen genieten van de voorstelling. Er zijn zoveel meer parameters die je als dirigent niet kunt controleren! Je kunt je nog zo goed voorbereiden, maar uiteindelijk kan het aan één ding liggen dat de voorstelling minder goed loopt. Of, net het tegenovergestelde, dat je jezelf overstijgt. Je weet nooit echt zeker of het gaat lukken. Het is een fragiel proces. Overigens: een jaar is kort om een orkest vorm te geven. Ik herinner me een uitspraak van Simon Rattle, die – toen hij de Berliner Philharmoniker overnam – zei dat het minstens een jaar of vijf duurt voor je echt impact hebt. Ik zit nu nog in het stadium van de observatie. (Glimlacht) Want vergis je niet, ik neem ook maar een paar producties – opera's en concerten – per jaar voor mijn rekening. Ik heb de indruk dat we elkaar nu al wat beginnen te kennen. Maar stellen dat het orkest beantwoordt aan hetgeen ik voor ogen heb, daarvoor is het nu nog te vroeg. Een orkest is als een instrument, of als de stem voor een zanger. Voor een dirigent is het zaak om dat instrument helemaal te belichamen, op het niveau van het geluid, de ademhaling, de polsslag… zodat je als een collectief gaat optreden. Mijn ideale orkest zou zo'n 150 musici tellen, die zowel barok spelen, in kleine bezetting, als opera, klassieke én hedendaagse muziek. Dat zijn dus drie orkesten in één.

data: 21, 22, 24, 28, 29 & 31/1 + 4, 5 & 7/2 om 19.00 - 26/1 & 2/2 om 15.00

tickets: €12 > 122

waar: De Munt

Tenor Nicky Spence en Peter De Caluwe (De Munt) over opera 'Jenufa'

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Muziek , Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni