Jóhann Jóhannsson cureert 'Silence Is Sexy'

Tom Peeters
© Agenda Magazine
23/05/2011
Ook al is hij ondertussen naar Kopenhagen verhuisd, componist en muzikant Jóhann Jóhannsson blijft een uithangbord van de IJslandse artistieke school. Op zijn nieuwe cd, de soundtrack "The miners’ hymns", verschijnen er blazers in zijn minimalistisch palet.

Jóhann Jóhannsson verwierf de voorbije jaren bekendheid als muzikant, componist, arrangeur en producer van geluidscollages waarin hij strijkers, piano en elektronica subtiel verweefde. Net als op zijn vroegere solo-cd's en filmscores trekken de composities op The miners' hymns zich langzaam en haast geruisloos op gang. Zo komen ook de stille details helemaal tot hun recht, want de kracht van Jóhannssons minimalistische muziek schuilt in wat niet gezegd wordt, in de ruimte tussen de noten. In die zin is hij een gedroomde gast voor de nieuwe AB-reeks "Silence Is Sexy", die precies dit soort artiesten, die spaarzaam omgaan met instrumenten zonder spankracht te verliezen, in de verf wil zetten.

Zopas schreef Jóhannsson een ontroerende soundtrack bij The miners' hymns, een film van de Amerikaanse experimentele filmmaker Bill Morrison over de teloorgang van de Engelse mijnindustrie en in zijn zog een hele cultuur waarin vooral brassbands een belangrijke rol speelden.

De première van de film vond plaats in de kathedraal van Durham, een symbolische plek voor de mijnwerkers?
Jóhann Jóhannsson: Ja, één keer per jaar, tijdens het feest van de vakbeweging, marcheerden alle fanfares uit de regio door de straten van Durham naar de kathedraal. Het verdwijnen van de mijnindustrie ligt nog steeds gevoelig bij veel ex-mijnwerkers. Dat voelde je in de kerk.

Was het een blij weerzien met al die blaasinstrumenten? Ben je ooit niet begonnen als trombonespeler?
Jóhannsson: Dat klopt. Ik was een jaar of 8. Ik hou nog steeds van de klank van de trombone, en ik heb altijd een zwak gehad voor brassbands. Het zou zonde zijn mocht dat cultureel erfgoed, dat in IJsland niet bestaat, zomaar zou verdwijnen. Daarom sprak het project me ook aan. Het is streef er wel vaker naar om met mijn muziek de vergane glorie van iets te herstellen.

Tegenwoordig woon je in Kopenhagen. Was je IJsland beu?
Jóhannsson: Ik verhuisde in 2006, vlak voor de crisis. Ik herkende mijn eigen land niet meer. Er hing een soort van waanzin in de lucht. Iedereen reed met een hummerrond. Ik was blij dat ik kon ontsnappen. Voor mij zijn het nu veel interessantere tijden dan tijdens de hoogdagen van de economische boom.

In de AB nodig je nog twee andere acts uit. Waarom mogen we hen niet missen?
Jóhannsson: Valby Vokalgruppe is een geweldig dameskoor. Ik zag hen enkele keren aan het werk in Kopenhagen. Ze doen me denken aan Meredith Monk, maar hebben zeker hun eigen minimalistische geluid. En DJ Flugvél og Geimskip zingt naïeve liedjes in het IJslands. Ze begeleidt zichzelf op een klein casiokeyboard. Haar wat bizarre, absurde verhalen over ruimtewezens herinneren me aan het vroege werk van The Residents.

Hoe belangrijk is stilte in je muziek?
Jóhannsson: Ontzettend belangrijk. De ruimte die ik tussen de noten laat is even belangrijk als de noten zelf. Stilte wil ook zeggen: de opnameruimte laten spreken. Bij het componeren van The miners' hymns hield ik er rekening mee dat de opnames zouden plaatsvinden in een kerk. Het gebouw wordt op die manier één van de instrumenten en krijgt een niet te onderschatten impact.

Zal je ook composities van het nieuwe album brengen in de AB?
Jóhannsson: Ik heb twee nummers van de plaat gearrangeerd voor mijn strijkersemble. Ze zullen erg verschillen van het album. Maar dat geeft niet, het is nooit mijn bedoeling om mijn platen na te spelen op het podium.

wanneer: 25/05/2011 om 20.00 uur
tickets: € 20/23

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni