Jonge folkie Laura Gibson is plots trendy met oude, diepzinnige sound

Tom Peeters
© Agenda Magazine
18/01/2012
Laura Gibson gaf haar eerste concerten in een instelling waar palliatieve zorgen worden verstrekt aan terminale AIDS-patiënten. Gelukkig hebben haar songs, nu ze ook voor de gewone muziekliefhebber optreedt, niets aan intensiteit ingeboet.

Integendeel, tegenwoordig is Laura Gibson een van de speerpunten van de bloeiende folkscene uit Portland. Op haar pas verschenen derde album, La Grande, strijken een heleboel instrumenten en vrienden-muzikanten neer, zoals Joey Burns van Calexico en leden van The Dodos en The Decemberists. Maar het is wel degelijk Gibson wiens scherpe, expressieve stem prominent aanwezig is. La Grande evoceert bij wijlen de mystieke, broeierige sfeer van Ennio Morricone's soundtracks. Eerder nam Gibson al eens een plaat op in een arboretum met conceptueel kunstenaar Ethan Rose, en ook nu vormen de natuurlijke elementen een belangrijke inspiratiebron. "Als ik schrijf, zoek ik graag het isolement op. Ik heb dan liever bomen en vogels om me heen dan mensen. Achteraf bekeken was mijn jeugd in een afgelegen dorp vlak bij de kust ideaal om ideeën te laten rijpen. Veel van mijn associaties zijn gelinkt aan plaatsen waar ik geweest ben."

Neem nu de titelsong van je nieuwe cd, La Grande. Wat is er zo speciaal aan dit gat in het oosten van Oregon?
Laura Gibson: Het ligt op vijf uur rijden van Portland, echt in the middle of nowhere, en haast iedere lokale band die op tournee gaat heeft er al weleens autopech gehad. Alsof het mysterie rond de plek - er liggen veel skeletten, er zijn indianenstammen uitgemoord - de geschiedenis heeft overleefd. Het landschap ademt er nog steeds een desolate sfeer uit, en die energie straalt op je af.

Je oud klinkende folkstem, die soms verdacht veel wegheeft van een field recording, past perfect in de plaatje.
Gibson:
Dank je. Dat was ook de bedoeling. (Lacht) Het is eigenlijk een combinatie van mijn stem en van de specifieke microfoon die ik gebruik op bijna alle songs. De Copperphone is een micro die eruit ziet als een koperen buis. Soms hoor je mijn stem op de voorgrond, soms op de achtergrond. Die gelaagdheid brengt beweging in het album. Mijn stem mocht als een ouderwets instrument klinken, maar de algemene teneur moest hedendaags zijn.

Klinkt allemaal heel vintage en hip tegelijk, terwijl als newbie in Portland nog dacht nooit aansluiting te vinden bij de lokale muziekscène. Wat is er veranderd?
Gibson:
Dat was een perceptiefoutje van me. Je moet weten dat mijn vader overleed aan kanker toen ik op de high school zat. In die periode ontmoette ik veel terminaal zieke mensen. Af en toe zong ik voor hen, als een soort uitlaatklep, voor mij en voor hen. Later, toen ik van het platteland verhuisde naar Portland, werd ik resident artist in een opvanghuis voor terminale AIDS-patiënten. Ik speelde er elke dinsdagavond. Die intense ervaring veranderende mijn leven. Ik heb er geleerd wat het betekent om songs echt te delen met een publiek. Maar vreemd genoeg kwam het toen niet in me op om op te treden in een café of een concertzaal. Ik was niet bezig met trends en bands. Ik ben opgegroeid met de folkplaten van mijn vader en met Paul Simons Graceland. Dus ging ik ervan uit dat ik niet zou passen in de scene. Een misrekening, zo ondervond ik toen ik alsnog een eerste plaat opnam met enkele locals. Nu woon ik in een huis vol muzikanten, allemaal vrienden. Zelfs mijn moeder, die gehoopt had dat ik zou verder studeren, is helemaal bijgedraaid. Als ik in Portland speel bakt ze koekjes die ze backstage uitdeelt.

start: 20.00 uur
tickets: 7 / 10 / 13 euro
-----------

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni