Martha Wainwright speelt soloset op BSF

Tom Peeters
© Agenda Magazine
14/08/2013
Martha Wainwright, dochter van de folkiconen Loudon Wainwright III en wijlen Kate McGarrigle heeft een emotioneel bijzonder woelige periode achter de rug. Maar zoals het een rechtgeaarde singer-songwriter betaamt, zingt en praat ze er honderduit over. “Door het te delen met je publiek gaat het niet meer alleen over jou.”

Kruip maar eens in de schoenen van zangeres Martha Wainwright. Haar ouders waren niet alleen de vaandeldragers van de seventiesfolk. Ze moest ook nog eens optornen tegen broer Rufus, een muzikaal multitalent en veel mediagenieker dan zijn drie jaar jongere zus. Maar met Come Home To Mama, haar vierde studioalbum, zette Martha vorig najaar een flinke stap voorwaarts. De plaat kwam er na de meest turbulente periode uit haar leven: eerst zette ze in bijzonder moeilijke omstandigheden haar eerste kind op de wereld, amper twee maanden later verloor ze haar moeder, de helft van het folkduo Kate & Anna McGarrigle, aan kanker.

Alle mogelijke gevoelens die ze daarbij ervoer - van pijn en verdriet over boosheid tot een begin van aanvaarding en loutering - culmineerden in een bijzonder openhartig album dat tegen haar verwachtingen in geen introverte bedoening werd, maar bij momenten bijzonder fel uit de hoek komt, alsof de donkerste dagen uit haar leven ook een nieuwe brok energie en levenslust achterlieten.

De titeltrack van je nieuwe plaat, de indringende ballade Proserpina, was het laatste nummer dat je moeder schreef voor ze overleed. Hoe moeilijk was het om precies dat nummer op te nemen?
Martha Wainwright:
Het was héél emotioneel, maar niet moeilijk, omdat ik er ook troost in vond en het gevoel kreeg zo dichter bij mijn moeder te komen. Ik blikte het in vlak nadat ze gestorven was, omdat ik niet wilde dat iemand anders het vóór mij zou opnemen, maar toch vooral omdat de herinnering aan hoe zij het live bracht toen nog het levendigst was. Eigenlijk waren alle songs van mijn moeder voor mij en Rufus. Maar deze voelde aan als een finale gift, een moeder-dochterverhaal. Precies omdat deze song mijn carrière een extra impuls heeft gegeven lijkt het alsof ze mijn hand blijft vasthouden.

Het thema van de mythologische figuur Persifone (Proserpina is de Latijnse naam), die symbool staat voor nieuw leven dat oud leven vervangt, sluit ook naadloos aan bij wat je is overkomen. Volgens de Griekse oudheid hebben we de seizoenen aan haar te danken.
Wainwright:
Klopt, en haar verhaal over dood en wedergeboorte, over de cyclus van de seizoenen en het leven, helpt me accepteren wat er gebeurd is. Mijn moeder las in de laatste jaren van haar leven veel over mythologie. Waarschijnlijk doe je dat wanneer je plots geconfronteerd wordt met de dood. Ze schreef het nummer specifiek voor onze kerstshow in de Royal Albert Hall. Slim als ze was noemde ze het ook een kerstsong, omdat het over de seizoenen gaat. Briljant vond ik dat.

Je opent de plaat met "I Am Sorry". Waar excuseer je je voor?
Wainwright:
(lacht) Al mijn nummers zijn autobiografisch. Naast het verwerken van een levensbedreigende geboorte en een hartverscheurende dood was ik ook op een punt in mijn leven en huwelijk gekomen dat ik al eens geconfronteerd werd met strijd. Het is dan ook een typische plaat van iemand in haar mid-thirties met andere problemen dan twintigers. Mijn man is daar soms de dupe van en daarvoor bied ik hem dus nu graag mijn verontschuldigingen aan.

Je echtgenoot, Brad Albetta, was vroeger ook je producer. Nu ben je in zee gegaan met de Japanse muzikante Yuka C. Honda (Cibo Matto). Waarom?
Wainwright:
Uit noodzaak. Na het verlies van mijn moeder, waar ook mijn man ontzettend onder geleden heeft, na samen een baby op de wereld gezet te hebben, na samen een huis gekocht te hebben, na samen op tournee geweest te zijn, zouden we mekaar waarschijnlijk vermoord hebben als we in diezelfde periode ook nog eens samen een plaat hadden moeten opnemen. (lacht)

Vroeger vertelde je wel vaker dat je enorm opkeek naar Rufus. Is dat nog steeds zo?
Wainwright:
Ik ben altijd ontzettend jaloers op hem geweest tot ik me realiseerde dat hij gewoon mijn grootste mentor is. Zijn toewijding en ambitie is een houvast. Sinds moeder er niet meer is, lijkt de band tussen ons alleen maar nauwer. Eigenlijk stel ik op Come Home To Mama vast dat ik volwassen ben geworden. Ik had niet gedacht dat het er ooit van zou komen. Pas als een van je ouders je wordt afgepakt, is het blijkbaar zover. Tegelijk lijken ook andere angsten weggevallen, zoals die rivaliteit met mijn broer. Ik vraag me niet meer constant af: 'Waarom is Rufus beter? of 'Waarom is hij beroemder?' Ik ben zelfbewuster, vrijer.

In september verschijnt de concertdocumentaire 'Sing Me The Songs That Say I Love You', een hommage die je samen met je broer en vele vrienden-muzikanten hebt gebracht aan je moeder.
Wainwright:
Rufus en ik begonnen enkele weken na haar dood al te praten over een mogelijke tribute show. Dat kan raar lijken, maar dat is nu eenmaal wat we doen en wat we kennen.

Tijdens die gemeenschappelijke zangstonden zongen jullie vaak songs over elkaar.
Wainwright:
Ja, maar ik heb bij voorbeeld altijd gedacht dat mijn vader liedjes zong over mij of zijn familie, maar toen ik zijn publiek dan zag lachen of huilen besefte ik dat hij nummers over hun familie en hun leven speelde, en dat het niets te maken had met mij. (lacht) Door songs te delen met je publiek gaan ze niet meer alleen over jou.

Had je eigenlijk wel een andere optie dan zangeres te worden? Heb je als kind nooit de behoefte gevoeld om uit te breken uit die singer-songwriterstraditie?
Wainwright:
De héle tijd! (lacht) Het is dubbel. Ik heb er lange tijd tegen gevochten. Maar nu ik zelf meer verantwoordelijkheden draag besef ik meer dan ooit dat ik deel uitmaak van een generatie-overschrijdende traditie. In de folkmuziek is zo'n gemeenschap altijd aanwezig geweest. Richard Thompson of Emmylou Harris kwamen van kindsbeen af bij ons over de vloer, en eigenlijk zetten Rufus en ik die artistieke vriendschappen nu gewoon voort met een jongere generatie. Ook al zijn we ontzettend individualistische artiesten en willen we constant zelf in de belangstelling staan, we zullen ons altijd bijven omringen met gelijkgestemden.

Nu ook de Cohen-songwritersgen via Viva Catherine Wainwright Cohen, de dochter van Rufus en zijn echtgenoot Jörn Weisbrodt (en draagmoeder Lorca Cohen, dochter van Leonard) de familie is binnengetreden lijkt de toekomst verzekerd.
Wainwright:
Weet ik! Toen men mij vroeger vroeg of ik Arcangelo, mijn zoontje, ook zou willen zien uitgroeien tot een zanger, dacht ik eerst: 'Hoeft niet, zolang hij maar gelukkig, succesvol en rijk wordt. (lacht)' Maar toen ik onlangs nog eens met Rufus op een podium stond, wist ik het zeker: dit rondtrekkende circus mag niet stoppen. De familiezaak moet van generatie op generatie worden voortgezet. Als het stopt is het alsof ze de boerderij verlaten, en dan gaat de boerderij dood. Dat zou pas triest zijn.

9 > 18/8, 1 day: €15/25, 10 dagen: €40, Kunstberg, Paleizenplein, Museumplein. www.bsf.be

Martha Wainwright
18/8, 19.00, Magic Mirrors

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni