Phantom Limb: een zwart countryhart

Tom Peeters
© Agenda Magazine
03/01/2013
Meet Yolanda Quartey. Ze zong bij Jazzanova, Massive Attack, Chase & Status, Dizzee Rascal, Nitin Sawhney en op een blauwe maandag zelfs in het koortje van Adele. Met haar eigen band, het geweldige countrysoulensemble Phantom Limb uit Bristol, bracht ze zonet een tweede plaat uit die voor eens en altijd duidelijk maakt dat muziek niet gebaat is met vakjes en grenzen.

Meer zelfs, lang geleden dat we countryharmonieën en rootsfolkgitaartjes zo stemmig hoorden verstrengelen met een soulvolle voordracht als op The pines. In de VS vinden ze het resultaat nogal Brits klinken, in Engeland hoort men vooral de americana- en West Coast-invloeden.

We laten Quartey, niet alleen qua stem een imposante verschijning, zelf uitleggen hoe dat zo komt, en ze mag beginnen bij het begin: "Ik heb altijd gezongen, vanaf mijn vierde, denk ik. Maar ik moest als jong zwart meisje opgroeien in een vreemd, stereotiep blank kuststadje. Echt vriendelijk ging men er niet met elkaar om. Het viel wel op dat ik kon zingen, maar het was zeker niet de bedoeling dat ik er mijn job van zou maken."

"Ik kwam ook amper in contact met goeie muziek. De meeste mensen vroegen me: 'Wat zing je? R&b?', alsof dat het enige genre was dat er bestond. En men bedoelde daar niet rhythm & blues mee, hè! (lacht) We waren thuis ook heel arm en het kwam gewoon niet bij mijn ouders op dat je geld kon verdienen met je stem. Ik moest wel ontsnappen aan het verwachtingspatroon dat ik daar opgelegd kreeg. Onlangs nog voelde ik een zweem van herkenning toen ik Michael Kiwanuka hoorde zeggen dat iemand hem ooit toewierp dat gitaar spelen iets voor blanken was. Hilarisch, vind ik dat. Alsof je als zwarte niet geoorloofd bent om country of folk te brengen."

Vooroordelen
"Die vooroordelen zijn ook nu wereld nog niet uit, want in 2006 zei een A&R-verantwoordelijke me nog letterlijk: 'Niemand wil een zwarte muzikant rock-'n-roll horen zingen.' Gelukkig kon ik de meeste oogkleppen waarmee ik in mijn jeugd omring was afzetten toen ik in Bristol naar school begon te gaan. Gek eigenlijk, want het was niet eens zo ver van waar ik altijd gewoond had. Maar werkelijk alles was er anders. Ik vond er gelijkgestemde zielen, waarmee ik zonder vooroordelen naar Neil Young, Gillian Welch en Crosby, Stills & Nash kon luisteren, en na verloop van tijd ook mijn onafhankelijkheid."

"Ik ontmoette er Stew Jackson, waarmee ik later de band zou oprichten. En onlangs konden we eindelijk gaan opnemen in Los Angeles. Mét producer Mark Ford, die bij The Black Crowes en Ben Harper speelde, maar vooral een grote Neil Young-fan is. Wat ik misschien wel het leukste vond aan het hele opnameproces was dat we nu eens niet in een deprimerende kelder zonder ramen zaten, zoals ik ze in mijn leven iets te vaak gezien heb. Nee, de Compound Studio in Signal Hill vlak bij Long Beach bevond zich op het gelijkvloers en als je de ramen openzette, kwam er een heerlijk briesje vanuit de Pacific aanwaaien. We zaten vaak te zweten in de studio, zo warm was het er, maar dat zorgde voor een urgentie die je denk ik ook op de plaat hoort. Op drie dagen was ze ingeblikt, maar we voelden ons zo thuis in Californië dat we moeite hadden om terug te keren naar het druilerige Zuidwesten van Engeland. De ene Westkust is de andere niet."

19.30, €13/16

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Joost-ten-Node , Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni