Piers Faccini stelt album voor op eerste Pias Nites Club

Tom Zonderman
© Agenda Magazine
17/11/2011
Pias Nites krijgt dit jaar voor het eerst een kleiner broertje in ‘clubvorm’: in een intiemere setting, met kleinere bands. Zoals het de voortreffelijke indierockers van Other Lives en de folky singer-songwriter Piers Faccini.

"Ik kan ervan leven, en ik kan de albums maken die ik wil maken. Dat vind ik best. Ik heb nooit getekend bij een hip label waar je als artiest meteen in een groot uitstalraam geplaatst wordt. Daar heb ik geen spijt van hoor, want zo leren mensen mij kennen puur om de muziek en niet omdat ik binnen een of andere scene pas." Piers Faccini, een Brit met Italiaanse roots die acht jaar geleden Londen inruilde voor de Franse Cévennes, is het soort artiest dat onder de radar vliegt maar om de paar jaar komt aanzetten met een klein meesterwerkje. Zoals het nieuwe 'My wilderness', waarop met Oost-Europese blazers en Afrikaanse gitaarlicks getooide folksongs het mooie weer maken.

Zou je jezelf een singer-songwriter noemen?
Piers Faccini: In de zin van een artiest die een bepaalde zorg aan de dag legt in de manier waarop hij woorden met muziek verweeft, zeker. Het probleem is alleen dat mensen bij die term vaak denken aan een muzikant die aan een akoestische gitaar zit te pulken. Dat vind ik te beperkend. Alsof iemand je wil beschrijven, maar het alleen over je schoenen heeft. Ik koester de gedachte dat de song belangrijker is dan de artiest, en daarom beschouw ik mezelf als folkzanger. Ik wil songs schrijven die leven, of beter overleven, waarvan het niet uitmaakt wie ze zingt.

Ik hoor in jouw muziek oosterse en Afrikaanse vonkjes.
Faccini: Als tiener ging ik overal naar vinyl speuren, dat was toen spotgoedkoop omdat de cd aan zijn opmars bezig was. Ik tikte de ene parel na de andere op de kop, Amerikaanse blues, folk uit India, Afrika, het Midden-Oosten. Ali Farka Touré of Son House voor een stuiver, ik voelde mij als een kind in een snoepwinkel. Op mijn zeventiende kocht ik een album van Skip James. Toen ik de plaat oplegde was mijn leven op slag anders. Ik heb mijn elektrische gitaar meteen ingeruild voor een akoestische. En ik ontdek nog steeds nieuwe dingen. Nu pas ben ik beginnen te luisteren naar Britse en Iers folk, hoe vreemd dat ook mag klinken. Al die dingen sijpelen door in mijn muziek.

'Two grains of sand', je vorige album, verwees expliciet naar de belabberde toestand van de wereld. My wilderness is opnieuw persoonlijker.
Faccini: Op 'Two grains of sand' wilde ik verhalen vertellen met een sociaal-politieke toets. Fundamentalisme kaartte ik op een erg directe manier aan. Nu wilde ik iets meer mysterie. Er schijnt licht door, maar het wordt gefilterd. Ik ben vooral in de weer met woorden die communicatie uitdrukken, of net niet. Daar zit ook die vaagheid, dat ondefinieerbare. Daarom hou ik bijvoorbeeld erg veel van poëzie: vaak kun je een gedicht niet doorgronden, maar je voelt wel waarover het gaat. Met mijn songs wilde ik hetzelfde doen.

De albumtitel is een metafoor voor uw innerlijke toestand.
Faccini: Precies. Datgene van waaruit je schrijft, je binnenste, is een soort wildernis. Dat is waar je ronddoolt en je songs vindt.

Hoe sluit de cd-hoes, waarop een wegenkaart door je gelaat loopt, daarbij aan?
Faccini: Als je een song schrijft, dan is die ingegeven door jouw eigen geografie, jouw eigen wegenkaart. En daar zit iets ongrijpbaars in, elke dag kunnen de wegen ergens anders heen leiden. Ik zie songs als een emotie die je voor het eerst in kaart brengt, zoals ontdekkingsreizigers ooit onbekende kusten gingen optekenen.

start: 20.00 uur
tickets: 12/18 euro

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni