René Jacobs ontrafelt 'Così fan tutte'

Roel Daenen
© Agenda Magazine
19/09/2010
De opera Così fan tutte uit 1790 is de laatste van de succesvolle tandem die Mozart met zijn librettist Lorenzo da Ponte vormde. Deze gesofisticeerde komedie is een kolfje naar de hand van de beroemde Belgische dirigent René Jacobs, met zijn affiniteit voor barokke Venetiaanse verkleedkomedies. Dubbelzinnigheid troef in dit lichtvoetige dramma giocoso.

"Ik geloof dat iedereen van Mozart houdt. Ikzelf ken alleszins niet zoveel uitzonderingen," antwoordt René Jacobs op de vraag wat hem zo aantrekt in het werk van Mozart. "Van jongs af voelde ik me aangetrokken door zijn vocale muziek. Met mijn jonge stem heb ik ook heel wat Mozart-liederen gebracht (Jacobs heeft er een succesvolle carrière als contratenor opzitten, rd). Zijn opera's heb ik ontdekt door opnames van dirigenten als (Herbert von) Karajan en (Georg) Böhm. Ik hanteer nu wel een heel andere aanpak, wat mee door de achtergrond die ik als zanger heb kan verklaard worden. Ik word Mozart nooit moe. Nu ik Così fan tutte nog eens kan brengen, kom ik tot de slotsom dat ik het stuk nog genialer vind dan daarvoor."

U hebt het vaak over het 'huiswerk' dat u als dirigent doet. Wat houdt dat in?
René Jacobs:
Ik ga niet zomaar de partituur van de Così op de eerste repetitiedag openslaan en beginnen. Goed, ik heb het stuk al vaak gedirigeerd. Maar ik ontdek ook steeds weer nieuwe zaken. Er is de laatste jaren zo'n enorm spannende research geweest over bijvoorbeeld de bronnen van het libretto. En er is altijd weer die dubbelzinnigheid in dat stuk. De commentatoren worden het echt niet beu erover te speculeren... Veel mensen die zeggen 'We houden van die muziek' begrijpen de 'codes' niet die erin vervat zitten. Dat is natuurlijk enkel gegeven aan degenen die de muziek kunnen lezen. Een toonaard... kan een code zijn. Voor ik me over de muziek buig, wil ik dagenlang met het libretto bezig zijn. Wat zijn de antecedenten van het libretto? Wat is de geest van de tijd die het libretto mee heeft mogelijk gemaakt? Ik probeer in de eerste plaats te begrijpen.

In hoeverre moet het publiek op de hoogte zijn van die codes?
Jacobs:
Dat is een moeilijke vraag. Het publiek moet niet op de hoogte zijn. Maar het publiek heeft er wel meer aan als het op de hoogte is. Maar wij, muzikanten, moeten op de hoogte zijn van die codes! We moeten weten wat die codes zeggen, en wat de muziek betekent. Dat moet je zo duidelijk mogelijk proberen te laten horen. Dat is ook zo voor de uitvoering van symfonieën. Het publiek moet niet op de hoogte zijn van de sonatevorm, of wat deze betekent. Maar als we weten hoe die in elkaar stak, dan kunnen we beter zien hoe de componisten met veel fantasie - en bij Mozart zeker ook drama - die vorm manipuleert. Wij moeten dat zo goed mogelijk overbrengen bij het publiek.

Een van de opvallendste elementen van het werk is de spanning tussen het uitgesproken frivole karakter van de tekst van Da Ponte, en de ironie die in de muziek vervat zit.
Jacobs:
Inderdaad, het ironische, het parodistische is zeer aanwezig... Het hele stuk zijn er voortdurend parodieën op de opera seria (Italiaans voor 'serieuze opera', het tegenovergestelde van de opera buffa, de komische opera, rd). Want al die hoge liefdesgevoelens die in deze opera opduiken, voorziet Mozart van muziek zoals in een gewone opera seria. Maar als je goed luistert en de partituur aandachtig bekijkt, zijn er heel veel ironische trekjes. De lange discussies over het wezen van de opera seria zijn voer voor musicologen. Ik probeer als dirigent hun bevindingen toe te passen en de consequenties te onderzoeken. Er is een grote kloof tussen de muziekwetenschappers, zeg maar de research, en het praktische muziekleven. Heel weinig van die bevindingen worden ook daadwerkelijk omgezet. De dirigenten zijn er te weinig in geïnteresseerd, de regisseurs ook, om nog helemaal te zwijgen over de opera-intendanten. Ik probeer met mijn opnames iets te veranderen. Daarom voeg ik er altijd artikels aan toe, in de hoop de nieuwsgierigheid bij luisteraars en uitvoerders aan te wakkeren.

Così fan tutte wordt weleens omschreven als een 'wrede' opera, gezien het open einde. Het publiek weet niet hoe het met de geliefden afloopt. Hoe pakt u dat drama aan?
Jacobs:
Ik vind dat standpunt zeer Duits. De Duitsers hebben lange tijd niet begrepen wat dramma giocoso betekent. Net zoals in het Nederlands gebruiken de Duitsers drama in de zin van dramatisch, zoals een catastrofe. In het Italiaans betekent het gewoon 'toneelstuk'. En giocoso betekent 'vrolijk'. Kortweg: een drama om mee te lachen. Opera buffa en dramma giocoso zijn synoniemen. Nu is het zo dat er in een opera buffa alleen maar te lachen valt. Het is veel interessanter als er een voortdurende dubbelzinnigheid heerst, met bepaalde karakters die in een komische situatie zitten, maar zelf verschrikkelijk lijden. Wanneer een komisch stuk alleen maar komisch is, dan past de term farce veel beter. De stukken van Mozart en Da Ponte zijn allerminst farces! Er kunnen scènes zijn die helemaal in de richting van de farce gaan. Mozart hield ervan om daarmee te spelen en op een brutale manier de tragische momenten komisch af te breken... Hij was er dol op het publiek te misleiden of in het ongewisse te laten. Dàt was het spel dat hij speelde, en beter dan om het even wie!

Die vele discussies en vragen over Così fan tutte, zoals 'Is dat nu werkelijk gemeend?', of 'We weten wel dat die mannen en vrouwen alleen maar komedie spelen... maar die muziek klinkt zo mooi en zo écht verliefd'. Dat is volgens mij een deel van de leugen. Mozart kan zeer goed liegen. Hij is een meester in het liegen.

:: Freiburger Barockorchester: Così fan tutte, 21/9 • 19.00, €17/33/55/72
Paleis voor Schone Kunsten, Ravensteinstraat 23, Brussel, 02-507.82.00, info@bozar.be,
www.bozar.be


Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Muziek, Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni