Richard Thompson stelt nieuwe live cd voor in AB

Tom Peeters
© Agenda Magazine
05/02/2011
Als chroniqueur van de zelfkant van de samenleving kent folkrocklegende Richard Thompson zijn gelijke niet. Getuige Dream attic, waarop hij eens te meer zijn virtuoze gitaarspel koppelt aan een messcherp observatievermogen. “En ik leer nog elke dag bij.”

Eind 1999 vroeg Playboy Magazine aan gitaarmonument en folkicoon Richard Thompson naar zijn tien beste songs van het millennium. Hij dacht: 'Hypocrieten, jullie bedoelen niet het millennium, maar de voorbije twintig jaar.' Uiteindelijk overhandigde hij hun een lijstje dat echt 1.000 jaar terugging in de tijd. Het lijstje haalde het tijdschrift dat bekendstaat voor de goede interviews niet, maar het bezorgde Thompson wel een schitterend idee. Sindsdien trekt hij op tijd en stond rond met het liedjesprogramma 1000 years of popular music. "En volgend jaar pik ik de draad misschien op met een nieuwe selectie oude songs," bevestigt Richard Thompson ons wanneer we hem spreken naar aanleiding van zijn nieuwste release, het alweer uitstekende livealbum Dream attic.
Thompson stond als stichtend lid van de sixtiesformatie Fairport Convention mee aan de wieg van de Britse folkrockscene. Later zou de geroemde gitarist aan de zijde van zijn toenmalige vrouw Linda en als soloartiest tot een echte troubadour uitgroeien. Zijn intelligente, bitterzoete composities klinken afwisselend cynisch en geestig, ingetogen en uitbundig. Dream attic is wat dat betreft geen uitzondering.

Je vertelde me ooit dat je vader politieagent was bij Scotland Yard. Dat moet een goudmijn zijn geweest voor je latere songschrijverij?
Richard Thompson:
Jazeker, en het is vast ook een van de redenen waarom veel van mijn personages donkere karaktertrekken hebben. Mijn vader correspondeerde met een collega uit Los Angeles en ze ruilden boeken over criminologie. Misschien een wat rare hobby, maar als tiener vond ik het razend interessant. Zo wist ik op mijn twaalfde al tot welke verschrikkelijke dingen mensen in staat zijn. Ik vraag me nog steeds af hoe we elkaar zo kunnen beduvelen. Toch niet opdat ik er cynische liedjes over zou kunnen schrijven?

Wie weet? Wat is een 'droomzolder' eigenlijk?
Thompson: Met de titel van het album zinspeel ik op een recente droom van me. In die droom zag ik op zolder allerlei pakjes staan. Eén pakje leek op een lappenpop, een ander op een teddybeer, nog een ander op een speelbal. Maar als ik ze openmaakte bleek er telkens iets totaal anders in te zitten. In het pak dat op een teddybeer leek, zat een aap. In het pak met de vorm van een bal zat een slang. Dat droombeeld hebben we gevisualiseerd op de hoes. Maar wat het precies betekent, weet ik niet. Misschien was het een metafoor voor de verrassingen die het leven te bieden heeft.

Vorig jaar mocht je het gerenommeerde Meltdown-festival in de Londense Royal Albert Hall cureren. Onder de noemer Six strings/six guitars bracht je enkele van de invloedrijkste gitaristen samen. Hoe was het om samen met hen op het podium te staan?
Thompson: Ronduit fantastisch! Tussen pakweg James Burton, die nog met Elvis speelde, en Dennis Coffey van de legendarische Funk Brothers voelde ik me net een jochie. De gemiddelde leeftijd op het podium was dan ook... euh... erg oud. (Lacht) Het was een monnikenwerk om al die oude krijgers bij elkaar te krijgen. Uiteindelijk hadden we meer succes via hun vrouwen dan via hun managers. Zo gaat het meestal bij muzikanten op rijpere leeftijd.

Kun je nog iets van hen leren?
Thompson: Natuurlijk, ik leer nog elke dag bij. Neem nu de gitaarsolo van James Burton op 'Susie Q'. De opnames dateren van toen hij vijftien was. Ik kende de riff van op de plaat. Maar toen ik het nummer backstage naspeelde, wees James me erop dat hij het op een totaal andere manier doet. Ik had er dus veertig jaar naast gezeten! Die ganse avond heb ik dus maar heel goed op ieders vingers gelet.'

Onlangs speelde je in deSingel in Antwerpen nog folkmuziek zoals die in de tijd van Shakespeare geklonken zou hebben. Eerder was er al de box 1000 years of popular music, waarin je het vorige millennium samenvatte in 22 songs, van Latijnse kerkmuziek tot Britney Spears. Waarom spreekt de muziekgeschiedenis je zo aan?
Thompson: Omdat alles steeds terugkomt. Muziek is altijd een metgezel van de mens geweest en dat zal ook zo blijven. Ik vind het beschamend dat jonge mensen zich niet bewust zijn van dingen die amper dertig jaar geleden gebeurd zijn, laat staan 500 jaar geleden. Iemand moet het hun toch vertellen, want om muziek te begrijpen moet je teruggrijpen naar haar roots. Als je de toekomst wilt zien, moet je je geschiedenis kennen. Het is doodjammer dat er zoveel interessante songs zomaar achtergelaten en vervolgens vergeten worden, terwijl ze eigenlijk erg modern klinken. De drie akkoorden die voor Buddy Holly werkten, werkten ook al in de middeleeuwen. Een melodie herken je zowel op een doedelzak als in een song van Tamla Motown of van Coldplay. 'Oops!… I did it again' van Britney Spears verschilt qua structuur niet zoveel van dansmuziek uit de zestiende eeuw.

Kom je zelf uit een artistiek nest?
Thompson: Mijn familie hield wel van muziek, zeker mijn vader, maar niet van de muziek die ik speelde. Mijn muzikale nest vond ik in de talrijke folkclubs die livemuziek programmeerden. Ik voel me er nog steeds op mijn gemak. De muziekindustrie onderging de voorbije decennia een metamorfose, maar in de Engelse folkclubs lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Er zijn er een pak minder dan vroeger, maar je kunt er nog steeds het podium opklimmen en spelen. Dat blijft de beste leerschool. Als ik in de Verenigde Staten rondtoer, dan vraag ik me vaak tevergeefs af waar muzikanten nog kunnen spelen.

Thuis misschien? Je zoon Teddy en je dochter Kamila zijn inmiddels in je voetsporen getreden.
Thompson: In de folkscene spelen families vaak samen muziek. Dat klopt. Op Meltdown had ik ook een familieavond georganiseerd met de Thompsons en de Wainwrights. Het voelde aan als een verbroedering. Ik zong er voor het eerst sinds lang nog eens een duet met mijn ex-vrouw Linda. Ik raak er meer en meer van overtuigd dat talent een genetische factor heeft. Het wordt doorgegeven.

Maar je hebt altijd eerst een rebel nodig, en jij was de rebel in jouw familie?
Thompson: Ik moest het inderdaad zelf uitzoeken. Gelukkig groeide ik op in een suburb. Daar zijn misschien een aantal nadelen aan verbonden, maar het heeft ook één groot voordeel: er is geen afleiding, dus je geest is vrij.

wanneer: 07/02/2011 om 20.00
tickets: € 25/28

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni