Wannes Cappelle: 'Ik kan geen typetje spelen'

Tom Peeters
© Agenda Magazine
10/02/2012
Toen hij in zijn pubertijd begon uit te gaan, merkte de jonge Wevelgemnaar Wannes Cappelle dat zijn leeftijdgenoten niét stonden te dansen op ‘Blanche en zijn peird’ van zijn persoonlijke held, Willem Vermandere. Een serieuze aderlating was dat, want als kind dacht hij nog: ‘Als Vermandere doodgaat, ga ik zijn liedjes zingen.’

Pas op zijn 21e zou Cappelle de draad met de muziek weer oppikken. Hij had zich zelfs laten verleiden om wat nummers - oh horror - in het Engels te schrijven en meldde zich aan voor de kleinkunstopleiding aan Studio Herman Teirlinck, maar uiteindelijk zou Flip Kowlier voor zijn eurekamoment zorgen.

"Ik zag hem optreden op Folk Dranouter, vlak voor de release van zijn eerste soloplaat. In het dialect zingen was plots niet meer belegen, folkloristisch of carnavalesk. Een dag later heb ik 'Cowboy en Indiaan' geschreven."

Dat nummer vormde meteen het opstapje voor Akkatemets, het eerste album van Het Zesde Metaal, de groep van Cappelle, dat vier jaar geleden verscheen. Volgende week stellen Cappelle en co opvolger Ploegsteert voor.

Flip Kowlier zong over persoonlijke dingen, en raakte gevoelige thema's aan. Jij hebt het op je nieuwe album Ploegsteert over de teloorgang van wielrenner Frank Vandenbroucke - afkomstig uit Ploegsteert - en over een oude klasgenoot die zelfmoord pleegde. Confronterend.
Wannes Cappelle
: In de kleuterklas ging ik weleens spelen bij die klasgenoot, maar daarna zijn we een compleet andere weg ingeslagen. En toch voelde ik een soort schuldgevoel op het moment dat ik het nieuws over zijn zelfmoord vernam. Later stelde ik in mijn omgeving vast dat ook anderen geneigd zijn zich dichter voor te doen bij pas overleden personen dan ze eigenlijk waren. Dat zou de insteek worden van het nummer. "Wat wil je vertellen?" was de vraag die ik in het eerste jaar van mijn kleinkunstopleiding tot vervelens toe kreeg. En eigenlijk snap ik nu pas wat ze ermee bedoelden: als je zelf niet 100 procent weet wat het punt is, dan zal je publiek dat ook niet weten. Ik wil vooral dicht bij mezelf blijven, en daar horen autobiografische teksten bij. In het West-Vlaams, want in die taal kan ik me het best uitdrukken en ben ik het geloofwaardigst. Ik kan geen typetje spelen. Dat merk ik ook in mijn theatercarrière. Ik ben niet zo technisch. Het moet vanuit mezelf komen.

Je vrouw is IJslandse en je hebt al weleens een nummer in het IJslands gezongen. Zie je een verband met je moedertaal?
Cappelle
: Het is ook een Germaanse taal, Oudnoors eigenlijk. De Noren zijn rond 800 naar het eiland getrokken, en sindsdien is de taal amper geëvolueerd. En laat nu net het West-Vlaams dialect het dichtst aanleunen tegen het Oudnederlands.

In IJsland raakte je na een lang writer's block opnieuw op het juiste pad. Waarom lukte het niet meteen?
Cappelle
: Ik was me blind aan het staren op die vorige cd. Ik had het gevoel dat de lat veel te hoog lag. Ondertussen was ik ook gesetteld met twee kinderen. Ik dacht: 'Ik kan toch niet gewoon een plaat maken over hoe gezellig het bij ons thuis is.' Maar dankzij mijn vrouw en mijn producer, Robin Aerts, ben ik dieper gaan graven, en merkte ik dat het best opnieuw over het verleden mocht gaan, zolang de gevoelens maar actueel waren.

start: 20.00 uur - UITVERKOCHT
----------

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni