101% Designed in Brussels voor het eerst in Stockholm

Vorige week stond het promotielabel 101% Designed in Brussels op de grootste beurs voor Scandinavisch design: de Stockholm Furniture Fair. In één stand etaleerden vijf ontwerpers samen hun creaties: Nathalie Dewez, Lhoas & Lhoas, Loudordesign, Chevalier-Masson en Hugo Meert. Het was de eerste keer dat Brussels Export met Designed in Brussels in het Hoge Noorden ging ijsvissen naar een afzetmarkt. En dat ze volgend jaar terugkomen, staat nu al vast.

Tijdens de Stockholm Design Week 2010 pakken de Stockholm Furniture Fair (59ste editie) en Northern Light Fair in Älvsjö uit met een beurs van 70.000 vierkante meter, waarop 70.000 man afkomt, onder wie een kwart buitenlanders. Meubels, bureaus, buiten- en straatmeubilair, verlichting, textiel en ander interieurontwerp en design worden er aan de professionele markt gepresenteerd.

De Brusselse designers wilden er niet langer ontbreken. Niet in het minst omdat de beurs een optimistische sfeer uitstraalt, van kwaliteit en originaliteit. Fris, jong en nordic.

De open stand die 101% Designed in Brussels er van 9 tot 13 februari had, viel alleszins op. Met drie inkijk- en instapzones - badend in het wit, van kamerscherm en vloer tot verlichting en etagères - lag ze op een belangrijke verbindingsas tussen de zalen. Dat de Brusselaars hier zonder kapsones gingen 'kamperen', siert hun ambitie om zich te positioneren als een design hub van internationaal niveau.

"We komen hier in een heel andere design­cultuur terecht dan op de meubelbeurs van Milaan," bevestigt Alexandra Lambert ons in Stockholm. Lambert is actieverantwoordelijke Design, Meubilair en Mode bij Brussels Export, de dienst voor buitenlandse handel van het Brussels Gewest. "Deze beurs stelt zich meer en meer open voor niet-Scandinavisch design, en we willen hier als eersten een vaste voet aan de grond krijgen."

Scherp
101% Designed in Brussels heeft een fijne neus voor marktprospectie, al houdt het zich ver van alle commercie. Het actiedomein 'design & mode' kreeg tot vorig jaar 33 procent van het totaalbudget van Brussels Export, naast de sectoren bouw, gezondheidszorg, energie, transport, milieu, voeding en de kunsten. Voor alle duidelijkheid mag wel vermeld worden dat een designersactie meer kost dan een stand op een voedingbeurs.

Voor 2010 is het budget voor design en mode geslonken naar 25 procent, waardoor één grote buitenlandse promotieactie moet wegvallen. "En toch houden we de zichtbaarheid van 101% Designed scherp," schermt Lambert. "Onze strategie blijkt sterk, door de coherentie van de acties. Vijf designers één jaar lang ondersteunen en op de buitenlandse beurzen in de verf zetten, blijkt een goede formule te zijn. De ontwerpers die tijdens vorige edities in de spots werden gezet, zien we dit jaar terugkomen in nieuwe brochures. Ook de mediabelangstelling groeit jaar na jaar. Sylvain Willenz is Designer van het Jaar geworden (hij stond met zijn lamp Snottebel op Designed in Brussels, red.) . En ook Gauthier Poulain en Michael Bihain zijn inmiddels internationaal bekend. We kunnen niet besluiten dat hun succes te danken is aan 101% Designed in Brussels, maar onze ruggensteun zal er toch toe bijgedragen hebben."

Totaalplaatje
De selectie van de Brusselse ontwerpers is alleszins niet met de natte vinger gebeurd: Alexandra Lambert en Marie Pok (ook coördinator van Design September) hebben zich ook gebaseerd op een twaalftal professionals die de preselecties eva­lueerden.

De stand in Stockholm straalt een evenwichtige, doordachte sfeer uit. De vijf deelnemers, geen groentjes in de design­wereld, staken de koppen bij elkaar om in overleg een totaalprentje te concipiëren dat visueel aanslaat. Toch staat iedere ontwerper uiteraard vooreerst achter zijn of haar product. "Als een van de geselecteerde designers niet bij mijn visie en stijl gepast zou hebben, dan had ik de uitnodiging om deel te nemen, niet aanvaard," stelt de lichtontwerpster Nathalie Dewez zonder scrupules. "We vormen duidelijk één team. En we zijn complementair, wat voor een meerwaarde zorgt."

Dewez stalt drie modellen uit: een voetlamp ( Disk ) en een mobiele lamp ( Mobile/Still Light ), die ze ontwierp voor het restaurant Wet 89 (Wetstraat), waarvan ze nu vijf kleurvarianten op de markt brengt. Tot slot is er ook haar muurarmatuur La Plic , uit een oudere collectie, die door Ligne Roset als nieuw gelanceerd wordt. "De gloeilamp wordt een nieuw designstuk, een collector's item , nu de spaarlampen en leds alledaags geworden zijn en niet elke fabrikant gelooft in de ecologische meerwaarde van de nieuwe generatie lampen." Naast de lamp bengelt het oranjerode touw, Hooks , in polypropyleen en vier meter lang, en één van de textielcreaties van het duo Eric Chevalier en Anne Masson. Het is multifunctioneel, net als de opblaasbare strandbal Blowing in een jasje van wol. "Een knus object om in huis te hebben, en om mee te spelen," licht Masson toe.

Ook haar plaid-tapijt-bankkleed intrigeert de bezoekers. "Niet dat ik hier producenten kom zoeken - dat blijven we in onze ateliers doen -, maar verdelers en verkoopadressen hoop ik in Zweden wél te vinden. Ze moeten ontdekken dat textiel ook interessant kan zijn pour le plaisir de l'objet."

Nathalie Dewez daarentegen mikt niet op persaandacht, en ook al niet op verkoop. "Als designer wil ik in Scandinavië in de eerste plaats producenten vinden, de rest volgt dan wel vanzelf."

En zo stelt elke designer andere doelen voorop. Voor het architectuur- en design­bureau Lhoas & Lhoas uit Sint-Gillis ligt het doel weer elders, te zien aan het eenvoudige dennenhouten tafel-en-bankje en de minimalistische stoel, die overigens op een bal van Chevalier-Masson rust. Pierre Lhoas: "We willen uit het karkas van interieurinrichting voor bedrijven en de privésector breken, en ook creaties voor een groot publiek lanceren. Meubels moeten moduleerbaar zijn. Mensen willen hun dingen kunnen aanpassen. Kijk naar ons rek, dat ook kamerscherm kan zijn: decoratief en functioneel tegelijk. Deze beurs kan ons bij nieuwe fabrikanten en agenten brengen. Als Ikea ons op deze beurs om een ontwerp komt vragen, dan zeggen we: 'Ja', dat is Zweeds voor 'ja'."

Keramiekontwerper Hugo Meert kreeg een vitrinekast achter een bolle plexi-koepel. Drinkbekers met een stempel Wash me en het prototype van zijn vazencollectie Triple lait , in de vorm van een koeienuier, zorgen naast zijn (oudere) theepot Fuck T (2006) voor de surrealistische spielerei van Designed in Brussels, Magritte achterna.

En dan is er nog Jean-François d'Or (Loudordesign Studio), die zopas het Henry Van de Velde Label van Design Vlaanderen won, en met Cinna, Ligne Roset, Domani en vele, vele andere fabrikanten een breed publiek heeft bereikt. "Als generalist probeer ik dankzij een stoel als The Book (zitmeubel met boekenhouder in de ruguitsparing, gefabriceerd door Jongform, red.) de interesse te prikkelen van fabrikanten in het Hoge Noorden."

En ja hoor, de eerste reacties zijn positief. Zweedse journalisten waren geïnteresseerd in de Brusselse stand, herkenden het label 101% Designed in Brussels van hun aanwezigheid op de beurs van Milaan en vooral: ze waren aangenaam verrast dat 'Brussel' in Stockholm present is. Twee van de grootste Deense meubelbedrijven, Normann Copenhagen en Hay, kwamen al geïnteresseerd neuzen op de Brusselse stand. Hay wil misschien de tapijten van Chevalier-Masson in productie nemen, en ook het luchtige rek van Lhoas & Lhoas maakt een grote kans.

Over één maand maakt Brussels Export een evaluatie. En terwijl het eerst nog uitkijken is naar het effect van dezelf­de stand op de beurs van Milaan in april, staat Stockholm in 2011 opnieuw op
lijst, om vijf andere designers te presenteren.