Tom Bonte en Dirk Seghers

50 jaar Beursschouwburg: 'Van nostalgie hebben we geen last'

Eric Vancoppenolle, Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
04/02/2015

De Beursschouwburg bestaat vijftig jaar. Na een penibele periode blaast directeur Tom Bonte er sinds drie jaar nieuw leven in. Dirk Seghers verliet de Beursschouwburg in de jaren 1990 op een hoogtepunt. Hij is nu artistiek directeur bij Recyclart. Een dubbel-interview. “Samenwerken? Hmm, dat moeten we nog zien.”

H et is een warwinkel in het gebouw aan de Ortsstraat. Talloze stoelen worden goud geverfd, er staan decorstukken her en der. Het personeel zwoegt om tijdig klaar te zijn voor de Vijftig uur van de Beursschouwburg op 5 februari. Dat moet een feest worden naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan.

Niet dat alles in die vijf decennia jaar rimpelloos is verlopen. De Beursschouwburg heeft ups, maar ook heel wat downs gekend. Er zijn wonden geslagen. Ook persoonlijke. Dat blijkt uit het 1965 beursschouwburgboek 2015 dat zopas verscheen bij Lannoo en dat opmerkelijk openhartig is over de moeilijkere momenten.
Tussen Tom Bonte, de huidige directeur, en Dirk Seghers, Beursprogrammator van 1991 tot 2006, is geen sprake van animositeit. Maar ze kennen elkaar dan ook niet echt goed. Nochtans zijn ze allebei bezig met grassroots-programmatie in hartje Brussel. Bonte in de Beursschouwburg, Seghers in Recyclart aan de Kapellekerk.

Seghers: “Ik ben sinds 2006 maar één keer naar de Beursschouwburg afgezakt. (Dirk Seghers werd toen ondanks breed protest ontslagen, SVG/EVC). Daar moet je niet te veel achter zoeken. Ik heb met Recyclart mijn handen vol. En er waren nu eenmaal niet veel concerten in de Beurs waar ik graag heen wou.”
“Maar nu ik hier terug ben in dit gebouw, doet het me wel iets, ja. Ik heb hier bijna zestien jaar muziek geprogrammeerd. Ik heb de muren van de Beursschouwburg zien jubelen en wenen.”

De Beursschouwburg had toen een duidelijke smoel. Vandaag hangt een kunstwerk aan de luifel met door elkaar gehaspelde letters. Is die babylonische spraakverwarring niet symbolisch: het is niet duidelijk waar jullie voor staan...
Bonte: “Dat wil ik in de meest krachtige termen tegenspreken. Er is sinds drie, vier jaar een heel jonge generatie die de weg naar de Beurs heeft gevonden. Ik moet heel erg tegen de perceptie vechten dat de Beurs een doodse bedoening is. Ik weet ook waarom men dat denkt. Opiniemakers, beleidsmakers, mensen die het voor het zeggen hebben, staan ver van de leefwereld van het jonge publiek dat hier langskomt. De perceptie hinkt altijd achter op de realiteit.”

Waar staat de Beursschouwburg dan voor vandaag?
Bonte: “Ik vind niets nieuws uit. Ik neem elementen uit mijn vorige job en verbind die met de stad zoals die er vandaag uitziet (Tom Bonte was voordien programmator van de Vooruit in Gent, SVG/EVC). We zijn expliciet multidisciplinair, om niet te zeggen polymorf. We verlaten het pad van kunst met de grote K, en kijken wat er in de stad gaande is.”
“We zien ook dat dit aanslaat bij jongeren. Ze zijn opgegroeid in een wereld waar alles met elkaar verbonden kan worden, zoals op het internet. Ze zien op YouTube een filmpje, klikken door naar iets anders. Ze zijn heel weinig bezig met disciplines. Dat interesseert hen niet. Ze springen van de ene hyperlink naar de andere.”

Willen jullie nog steeds een broeihaard zijn, waaruit artiesten kunnen opstaan die dan later in de grote huizen terecht komen?
Bonte: “Dat is alvast de ambitie. Heel veel jonge mensen in deze stad zijn creatief bezig. Neem nu iemand als Louis Vanhaverbeke. Hij is een performer, een bricoleur die in zijn laatste voorstelling knipoogt naar de rapcultuur. Dat zijn mensen die ons interesseren, maar die ook buiten elk subsidiedossier vallen.”
“Ook David Helbich is zo iemand. Hij is bekend geworden met zijn Belgian Solutions, maar hij is eigenlijk een componist, en beeldend kunstenaar. Ook bij hem is de discipline ondergeschikt aan zijn kunstenaarsschap. Hij kijkt naar de wereld, deconstrueert en construeert en welke kunstvorm er dan uitkomt, is van ondergeschikt belang.”
Seghers: “Wat de Beurs vandaag programmeert, verschilt niet zoveel van wat wij in de jaren 1990 deden. We wilden toen de gevestigde cultuur naar beneden halen, en tegelijk de straatcultuur een podium geven. Het was de periode van de rap, van de spoken words. We kregen ook veel anderstaligen over de vloer. Spraakverwarring was niet van tel. Wij waren Le Beurs. In Frankrijk dachten ze zelfs dat dit een zinspeling was op ‘les Beurs’, wat argot is voor maghrebijnen.”

Hoe weten jullie wanneer jullie toonaangevend zijn? We zagen hier ooit nog Billy Bragg met vijf mensen in de zaal.
Bonte: “Dat weet je nooit. Alleen de geschiedenis kan dat uitmaken.”
Seghers: “Klopt. Hoe meer ik programmeer, hoe minder ik weet. Ik weet niet meer wat kunst is.”
“Als een buurtbewoner naar mij komt en die zegt: ‘ik wil een tentoonstelling organiseren met mijn collectie koekoeksklokken’. Dan zeg ik: ‘Ah ja, hoeveel heb je er zo?’ Hij antwoordt me ‘driehonderd’. Dan stel ik me niet de vraag of dat kunst is.”
“Als je alle driehonderd klokken ‘koekoek’ laat zeggen om twaalf uur ‘s middags, wat heb je dan? Een noise-concert én een conceptuele installatie over het voorbijgaan van de tijd, over het efemere.”
“Tegelijk is het ‘maar’ een buurtbewoner die driehonderd koekoeksklokken heeft. Dat fascineert mij. Soms voel ik me le savant ignorant. Ik moet een gatekeeper zijn, maar ik weet steeds minder.”

Het culturele landschap in Brussel is goed bezet, met KVS, Kaaitheater, AB, Recyclart en de Beursschouwburg. Elk huis wil vandaag de link leggen met de stad. Iedereen vist in dezelfde vijver.
Bonte: “We staan geboekstaafd als het kleine broertje van Kaai en KVS, maar ik voel de verwantschap steeds minder. We staan dichter bij Recyclart.”
“De grote huizen programmeren van bovenaf. De KVS brengt interessante artiesten van andere culturen op het podium, uit Congo, Marokko, al tien jaar lang, maar dat vertaalt zich niet in de zaal. Het publiek blijft blank. Het is een moedige poging geweest van de KVS om een spiegel voor de stad te zijn, maar het heeft niet altijd gewerkt.”
“Ik denk dat dat komt omdat de programmatie top-down is gevoerd. Jongeren zijn heel autoriteitsgevoelig. Als de grote Koninklijke Vlaamse Schouwburg iets op de affiche zet, dan is de kans groot dat ze er zich tegen afzetten.”

Jullie doen het beter?
Bonte: “Neen. Wij zijn zoekende. Het is de grote uitdaging voor deze stad. We hebben een goede mix, maar makkelijk is het niet om jongeren van andere culturen te bereiken.”
Seghers: “Wat ik geleerd heb in die fantastische Marollenbuurt is dat we kunnen uitgaan van de rijkdom van de bewoners zelf. Wij importeren geen dure artiesten die we op een podium zetten. Wij zetten de mensen uit de buurt onder de spots.”
“Ik ben nogal een volgeling van de uitspraak: ‘Elke mens die sterft, is een museum dat brandt’. Praat met de mens, hoe bescheiden ook. Iedereen heeft een fantastisch levensverhaal.”
“Tegelijk moet je op twee niveaus werken. Enerzijds events organiseren waar veel volk naartoe komt - je bent dat aan de subsidiërende overheid verplicht. Anderzijds het meer ‘academische’ niveau, met lezingen waar vijftig man op afkomt. Het ene niveau is bevruchtend voor het andere.”
“Wat ik de laatste jaren mis bij de Beurs is dat het gebouw davert.”

Heeft het gebouw de laatste jaren gedaverd?
Bonte: “Dat moet je misschien aan onze buren vragen... (lacht) Ja, natuurlijk heeft het hier gedaverd. Maar dat moet je niet altijd letterlijk nemen. Het publiek van de Beurs is in drie jaar verdubbeld, voor zowat alle disciplines die we tonen. En dat in symbiose met de buurt.”
Seghers: “Ik ben trots op het aantal fans op onze Facebookpagina. Recyclart heeft er dertigduizend. Dat is veel voor Brussel.”

Slaagt Recyclart erin om niet blanc-bleu-belge te zijn?
Seghers: “Ja. Door buurt- en nachtevenementen. Tropical Bass is daar een goed genre voor. Het is de urbane muziek van vandaag. Je bereikt er de diverse etnische groepen mee in Brussel. In maart vorig jaar hadden we Dengue Dengue Dengue, een groep uit Peru. Het was de eerste keer dat ze hier waren. Je waande je op een bruiloftsfeest in Zuid-Amerika.”
“Als bezoekers het gevoel hebben dat hun ticket the hottest ticket in town is, dan weet ik dat ik goed bezig ben. De Chinezen hebben daar een prachtige uitdrukking voor: ‘een ritje op de draak’ (surfen op de golf van een event, SVG/EVC).”

De Beursschouwburg zit in een chiquer gebouw, maar met veel beperkingen. Toch niet jaloers op wat in Recyclart mogelijk is?
Bonte: “Toen ik hier toekwam, wist ik dat ik met een handicap moest beginnen (de prestigieuze verbouwing begin de jaren 2000 bleek achteraf een debacle en heeft delen van het gebouw onbruikbaar gemaakt, SVG/EVC). Dus was het devies: ‘stop met zeuren over het gebouw en zijn gebreken’. Het Beurscafé gebruiken als een club, dat lukt niet. Maar we kunnen wel muziek programmeren in de Zilveren zaal. Daar is de isolatie wel naar behoren.”
Seghers: “Ik heb een paradox ontdekt. Een groep programmeren in een ruimte die daar totaal niet voor geschikt is, zoals een station, kan erg opwindend zijn. Zet diezelfde groep in een perfect uitgeruste theaterzaal voor een zittend publiek en het concert valt helemaal plat.”

Recyclart moet dan weer de daverende treinen dulden.
Seghers: “Elke anderhalve minuut hoor je de trein voorbij denderen. Het hoort er gewoon bij. Ik kan sinds kort ook programmeren in het station van Congres. De zaal zit boven de sporen. Dat zorgt voor minder geluidsoverlast.”
Bonte: “Ik geloof wel dat de Beursschouwburg, mits aanpassingen, functioneler kan zijn. We moeten tien jaar na de verbouwingen eerlijk durven te zijn. De ‘straat’ in het gebouw (een roodgeverfde doorgang van de Ortsstraat naar de Karperbrug), die werkt niet. Het Beurscafé zit dan weer te diep in het gebouw verstopt. We moeten de gevel opengooien. Het onthaal reorganiseren. Zeker nu de Ortsstraat autovrij wordt. Desnoods staat de trap midden in het gebouw, of halen we die weg.”

Dat wordt misschien niet in dank afgenomen. Velen zijn nostalgisch naar die trap.
Bonte: “Van nostalgie heb ik geen last.”

Is er een samenwerking denkbaar tussen Recyclart en de Beursschouwburg?
Seghers: “Het is de eerste keer dat Tom en ik elkaar zo lang spreken. (Stilte) Ik zie tot mijn vreugde veel zaken in de Beurs terugkeren die er in mijn tijd al waren.”
“Anderzijds is de omgeving anders. De buurt rond de Beursschouwburg is totaal anders dan die van Recyclart. Context bepaalt alles. Wat in de Marollen functioneert, gaat niet noodzakelijkerwijs hier goed werken.”

Het zou ook kunnen dat de overheid een samenwerking oplegt.
Bonte: “Bij de overheid leeft die idee zeker, maar die staat los van de realiteit. Het is niet omdat de overheid denkt dat het goed is, dat het ook goed is voor de stad. De overheid wil vooral budgetten efficiënt inzetten.”
“De overheid vraagt steeds meer aan de culturele instellingen, - we moeten duurzaam zijn, we moeten de jongeren meekrijgen, we moeten een correct personeelsbeleid voeren, het publiek verbreden, enzovoort, enzovoort - maar past haar budgetten niet aan.”
“Ik vind dat de cultuursector daar nogal lauw op reageert en zegt: oké we zullen dat dan maar doen.”

Tot slot, vormt het autovrije Beursplein dat er in de zomer komt een opportuniteit?
Bonte: “Het Beursplein moet een plek worden voor culturele evenementen. Maar ik voel me niet geroepen om er grote voorstellingen te organiseren, of straattheater. Het plein staat wat betreft grootte niet in verhouding tot onze werking. We gaan eerder proberen om onder de stoeptegels te kruipen. Maar dat het verkeersvrije Beursplein een cadeau en een uitdaging is, dat staat buiten kijf.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni