Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni
"Meneer, u mag me niet zo laten schrikken. Ik heb een zwak hart. Ik kan zo een attaque krijgen. / Ik was eigenlijk van plan u te wurgen. / Maar dat is ook heel slecht voor mijn hart." Wijze woorden uit het amateurtheaterstuk Lowie heeft een engel gezien.

Als theater in de juiste teneur wordt gebracht - dramatisch, absurd, hilarisch... -, dan worden er altijd gevoelens aangesproken. Dat het charisma van amateurtoneelspelers ook opgemerkt kan worden door de Kunsten met grote K, bewijst het Landjuweel (een toernooi voor amateurtheatergezelschappen) van oktober vorig jaar. De winnaar, een groep van vier spelers van Toneelatelier Aalst (TAL), viel op met het interactieve drama De aft, de spelers op het lijf geschreven door Yves De Pauw. Het Theaterfestival wou enkele weken geleden koste wat kost, en tot driemaal toe, het stuk op de affiche in deSingel in Antwerpen.

Het amateurtheater heeft nu voorgoed zijn vergeelde hemdje witgewassen. "We moeten inspelen op hedendaagse stijlevoluties om kwaliteitsvol amateurtoneel naar de grote theaterfestivals door te sluizen," zegt Roger Van de Voorde, de éminence grise van de amateurkunstensector, die twee jaar geleden het afbladderende Koninklijk Landjuweelconcours in Brussel verankerde. Sindsdien is vernieuwing troef in het Landjuweel, met alle gevolgen van dien: twee jaar geleden was er zelfs geen winnaar, vorig jaar werden er maar zes toneelkringen geselecteerd voor het concours, dit jaar vijf.

Van de Voorde: "Het steunpunt Opendoek, de Commissie van Toezicht op het Landjuweel en het Vlaams Centrum voor Amateurkunsten of VCA hebben samen de schouders gezet onder een totaal vernieuwd Landjuweel. Kwaliteit primeert nu. De selectiecriteria zijn grondig herschreven en de standplaats van het Landjuweel werd het VCA in de hoofdstad (met uitzonderingsmogelijkheden voor feestedities in Vlaamse steden, red.). De vernieuwing houdt vooral in dat we soepeler omspringen met het reglement. Vroeger werd er streng op toegezien dat er geen dialectstukken bij de genomineerden binnensijpelden. Een aantal toneelkringen en regisseurs had het daar moeilijk mee, en terecht. We zijn wel tegen het tussentaaltje en de mengelmoes van jij en gij en je en ge, zoals dat vandaag vrijelijk in Vlaamse tv-series klinkt. Bij de preselecties wordt nauwkeurig op een eenvormig taalgebruik gelet. (Nu gebeurt dat door betaalde, professionele selecteurs, en niet langer door leden van de Commissie van Toezicht, red.)"

Dominique Mys, staflid van het VCA en leading lady ad interim van het centrum, springt bij: "Wat geldt voor Algemeen Nederlands, geldt ook voor dialect. Als er streektaal gebruikt wordt, dan moet dit correct gebeuren. En het dia­lect moet ook verantwoord zijn in het stuk. Vergelijk dialect met het gebruik van naakt in een voorstelling: het moet in het totaalconcept van het toneelstuk passen. Het moet altijd de kwaliteit van de productie ten goede komen. Het mag nooit dia­lect-om-het-dialect zijn; er moet een meerwaarde aan gekoppeld worden. Anders is het niet aanvaardbaar, zeker ook niet voor het publiek."

Roger Van de Voorde: "In het oude reglement mochten er ook geen zangstukken in het Landjuweel meedingen. Ik heb dat, als voorzitter van de Commissie van Toezicht, allemaal kunnen veranderen. Bijgevolg kan bij deze editie een toneelvoorstelling met dans wel meedingen in het toernooi (zoals De val door Lust naar Kunst op 30 september, red.). Nieuw is ook dat er niet langer vijf sprekende rollen in de productie moeten staan. Nu mag een monoloog ook. Het werd tijd dat we de toneelgezelschappen die ruimte gaven. Ze kregen bijvoorbeeld nooit de kans om met Wie is er bang voor Virginia Woolf? (met vier acteurs, red.) te komen."
"De nieuwe soepelheid, die we de afgelopen twee jaar nog bijschaven, bewijst al meteen dat we mee zijn met de tijd. De eerste laureaat van het Landjuweel 2005, De aft, zat vol spitante streektaalwoorden, zonder dialecttheater te zijn."

"Sinds de vernieuwing hoeft er ook niet meer in een vaste zaal gespeeld te worden. In het VCA staat de grote theaterzaal voor hen klaar, maar er is ook de kleine Studio, om een grotere interactie met het publiek mogelijk te maken. En de productie mag gerust ook elders plaatsvinden, in gangen of waar dan ook. Al hebben we die vraag totnogtoe niet gekregen."

Rond het Landjuweel slingerde de vorige twee jaar een festivalformule met workshops en geleide stadsbezoeken die de toneelvoorstellingen 'aankleedden'. Mys: "Nu hebben we de randanimatie beperkt tot de Achterklap, over de producties. Na iedere opvoering is er een open debat met het publiek, geleid door een moderator, vaak met de regisseur of andere betrokkenen. Het zet het publiek aan tot kritisch kijken. Tijdens de einddeliberatie die een overbrugging moet maken tussen de laatste productie en de proclamatie, wordt wel voor muzikaal entertainment gezorgd, maar al de rest hebben we gewist."

Nooit te oud
Velen stellen zich de vraag hoe een tachtigplusser als Roger Van de Voorde in deze sector nog actief kan zijn. Mys: "Ik wil stellen dat de opvattingen van Roger Van de Voorde vooruitstrevend blijven en zeer bruikbaar zijn, zoals ik dat ervaar in de Brusselwerking van het VCA. De manier waarover hij over cultuur en amateurkunsten in Brussel denkt, is heel hedendaags. Dat maakt zijn inbreng tot een ongelooflijke bron voor nieuwe ideeën." En Van de Voorde: "Ik ben van oordeel dat er geen enkel verschil is tussen amateurkunstenaars en professionals. Er zijn alleen maar kunstenaars, goede en slechte, in allebei de categorieën.

Het verschil zit 'm alleen in materiële zaken. En kunsten in Brussel, dat is nog iets aparts. Je kunt dat voor geen meter vergelijken met wat zich elders in Vlaanderen afspeelt. Het fenomeen 'Brussel, internationale stad', zoals dat door zovele bewoners in 'Wonen in Brussel' in jullie krant als bezieling van hun leven bewierookt wordt, is iets unieks. Dat internationale karakter is volledig herkenbaar in de Brusselse amateurkunsten." Mys voegt daaraan toe: "Ik kan ermee instemmen dat er om subsidië­ringsredenenen een verschil wordt gemaakt tussen beroeps en amateurs, maar het grote verschil is de 'intentie' die beide groepen van de kunsten verwachten.

Amateurspelers blijven kunst beoefenen na hun dagtaak, met minder middelen en opleidingskansen. Terwijl beroepslui meer tijd kunnen vrijmaken voor beoefening, training en bijscholing, en dus anders evolueren binnen de kunstensector. Maar de creatiedrang blijft gelijk. Amateurkunst mag nooit amusement om het amusement zijn, dat zou pas zwak zijn."

programma

zaterdag 30 september
15 en 20 uur: Theater Speels (Antwerpen) met Meneer Jules van Diane Broeckhoven, bewerkt door Nicole Ceuppens
17 uur: Lust naar Kunst (Lokeren) met de val van Hugo Van Laere

zaterdag 7 oktober
15 en 20 uur: De Reynaert - ghesellen (Leuven) met Les liaisons dangereuses van Choderlos de Laclos, bewerkt door Christopher Hamton
17.30 uur: Theater Scorpio (Turnhout) met Lowie heeft een engel gezien van het duo Frisse Jongens

zaterdag 14 oktober
18 uur: Steven (Morteel) met Dwazen van Neil Simon
20.45 uur: Achterklap, nabespreking met het publiek
22 uur: proclamatie en receptie

In het VCA, Veeweidestraat 24, 1070 Anderlecht. Voor kaartjes en reeksabonnementen: 03/222.40.97

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws