Anwar Abudragh, meester in Iraakse traditionele muziek

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
09/10/2010
"Ik heb mijn vaderland verlaten om één reden, één: de hunker naar artistieke vrijheid. Vertrekken en mijn familie achterlaten was hard. Maar ik had geen keuze, als ik consequent wou blijven met mezelf." Anwar Abudragh, meester in de Iraakse traditionele muziek, besloot tien jaar geleden zijn geluk in Europa te beproeven.

Het Sint-Gillisvoorplein is, zoals altijd, gezellig druk, het weldoende nazomerzonnetje is een bonus. Anwar Abudraghs vriend en collega Mohammed Ali Khalid, voor enkele dagen op bezoek uit Dubai, weet de zalige Belgische herfstdag naar waarde te schatten. "Heel wat aangenamer dan de 38 graden die de thermometer in Dubai nu aangeeft."

Zelf staat Abudragh op het punt te vertrekken voor een optreden in Masqat, de hoofdstad van het sultanaat Oman. Business as usual. Festivals en losse optredens hebben hem al naar Algerije, Libanon, Abu Dhabi, Egypte, Jordanië,... geleid. Naar Europese podia ook, van noord tot zuid. Griekenland, Zweden, Denemarken, Portugal, Italië, Spanje, Frankrijk, Duitsland, Nederland... En niet te vergeten: Vlaanderen en Wallonië. Altijd met Brussel als uitvalsbasis.

"Toen ik eenmaal besloten had mezelf vanuit Europa als artiest te ontplooien, heb ik voor België, voor Brussel gekozen. Om twee redenen. Eén, de centrale ligging: het is heel makkelijk om je van hieruit binnen Europa te bewegen, de Thalys en de luchthaven bij de hand. Twee, hier woonden al vrienden van mij. Ze hebben me op weg geholpen en tegelijkertijd heb ik al snel werk gevonden als muziekleraar in het Arabisch cultureel centrum in Sint-Joost-ten-Node. Er was dus geen enkele reden om weer weg te gaan. Temeer omdat opgroeien in Bagdad van mij een echte stadsmens had gemaakt en Brussel een prima biotoop is voor een artiest. Je kunt hier collega's van de meest uiteenlopende nationaliteiten ontmoeten; wie er echt wil voor gaan, vindt enorm veel mogelijkheden tot samenwerking."

Makam
Toch was Abudragh niet voorbestemd om artiest te worden; thuis was het geen artistiek nest. "Toch was ik al zolang ik het me kan herinneren begeesterd door muziek. Van 's morgens vroeg tot het slapengaan liep ik al zingend rond. Thuis, op straat. Toen al wist ik wat ik later wilde worden."

Tot zover de droom, de passie - maar een goede opleiding krijgen is een andere zaak. En die opleiding heeft Anwar Abudragh gekregen aan het Institute of Music Studies in Bagdad, waar hij in 1991 afstudeerde, en vervolgens aan de plaatselijke universiteit.

"Mijn grootste inspirator was grootmeester Munir Bashir, befaamd over de hele wereld. Wat ik van hem heb opgestoken, is onbetaalbaar. Ook heb ik het voorrecht genoten met Bashir te kunnen samenspelen in zijn groep Al-Bayariq. Op de djoze , de Arabische versie van de vedel. Daarnaast heb ik nog in de Iraqi Symphonic Group gespeeld als violist. Maar de djoze en de oed - ook al een snaarinstrument, waarop ik mezelf begeleid terwijl ik zing - blijven mijn favorieten. Beide nemen ze een belangrijke plaats in de Iraqi maqam , de Iraakse makam, een vocale muziektraditie waarbij een juist gebruik van keel en borst bij het zingen essentieel is. Er zijn maar weinig mensen die de techniek beheersen."

"De traditionele muziek van mijn vaderland blijft mijn voorkeur wegdragen. De makam komt als melodisch modaal systeem in de hele Arabische wereld voor, en in Turkije en Centraal-Azië. Het is de basis van de Arabische en oosterse modale muziek, van waaruit improvisaties en suites worden gespeeld. Elke makam komt overeen met een gemoedstoestand, een moment van de dag en een specifieke emotie. Meer specifiek bestaat Iraakse makam uit een aantal poëtische stukken die in korte suites worden opgevoerd. Die suites worden opgedeeld in een instrumentale
inleiding en verschillende gezongen passages."

In zijn ambitie om zijn stempel te drukken op de traditie, richtte Abudragh in 2006 het Maqamat Ensemble op, met maqamat als het meervoud van maqam . "Je kunt het min of meer zien als een voortzetting van Al-Bayariq, waarin ikzelf en de andere groepsleden nog hebben gespeeld. Allemaal hebben ze, net als ik, de Iraakse makam-stijlen van verschillende periodes onder de knie. Vertrekkend van de aloude tradities probeer ik met Maqamat een dimensie toe te voegen, geïnspireerd door mijn ervaringen met andere groepen van de meest uiteenlopende horizonten. Jazz, flamenco, Indiase muziek, Turks en Grieks..."

Niet vrij
Toen hij zijn diploma op zak had, ging Abudragh lesgeven aan het Institute of Music Studies in Bagdad en ook aan de muziek- en balletschool. Maar hij voelde zich beknot in zijn creativiteit - geen rechtgeaard artiest die daarmee kan leven.

"De tijd dat een artiest in Irak genoeg vrijheid en mogelijkheden had om zich volledig te ontwikkelen en de grenzen van zijn creativiteit op te zoeken, ligt inmiddels al makkelijk dertig jaar achter ons. Wat ik echt wilde doen, kon ik niet vrijuit in Irak. Daarom ben ik vertrokken, en zo ben ik in Brussel terechtgekomen. Een compleet onbekende omgeving, een heel nieuwe wereld. Gelukkig maar dat mijn Engels behoorlijk was - ondertussen is er het Frans bij gekomen -, en dat ik vrienden en kennissen had om op terug te vallen. Gelukkig ook dat de Belgen heel vriendelijk bleken te zijn, charmant zelfs. Het heeft er allemaal toe bijgedragen dat ik weinig of geen aanpassingsmoeilijkheden heb gehad, en dat ik hier nu gelukkig en comfortabel kan leven met mijn Iraakse vrouw, en mijn dochtertje en mijn zoontje die hier geboren zijn."

Kalme chaos
"Voor veel mensen lijkt het chaos troef in België. Maar voor iemand die zoals ik uit Irak komt, is België een land waar alles goed geregeld is, waar alles zijn plaats heeft. Ik hou van het leven zoals ik het hier heb leren kennen. Kalm, veilig. Ik weet wel dat er mensen zijn die klagen over het weer, het verkeer, de 'onveiligheid', noem maar op, maar ik heb geen klachten. Mocht het anders zijn, dan zou ik al lang mijn koffers hebben gepakt. Zonder ook maar een seconde na te denken."

"Heel mooi aan België is dat er misschien wel gehannes is - politici, Vlamingen en Franstaligen die elkaar om de haverklap in de haren vliegen -, maar dat dat niet leidt tot uitbarstingen van geweld. Hoe oneens de Belgen het ook zijn, toch wordt er steeds gezocht naar het compromis. De tongen spreken, en gelukkig niet de wapens. In Irak zou dat anders zijn. Ik voel me hier dan ook op mijn gemak, zonder voortdurend over mijn schouder te hoeven kijken."

"Ik heb het in Brussel echt wel naar mijn zijn. Als mens, als artiest, als leraar. Nu al bijna tien jaar geef ik les aan het Arabisch cultureel centrum en ik doe dat nog altijd even graag. De djoze, de oud, de viool zelfs. Mijn leerlingen komen uit de vier windstreken: Belgen, Spanjaarden, Grieken en Arabieren. Sommigen houden het vol, anderen haken af. Dat is ook allerminst verwonderlijk. De Arabische klassieke muziek kan nu eenmaal in moeilijkheidsgraad makkelijk de vergelijking met de klassieke Europese muziek doorstaan. Of je erin slaagt het onder de knie te krijgen, hangt niet alleen van je aanleg af: zoals dat met alles gaat, zijn de arbeid en de tijd die je bereid bent erin te steken, ontzettend belangrijk. Het doet dan ook deugd dat er nog altijd leerlingen van het eerste uur zijn. Leerlingen, die ondertussen vrienden zijn geworden."

"Ik heb nu misschien een nieuwe thuishaven gevonden en mijn ouders zijn ondertussen overleden, maar toch hou ik nog altijd veel contact met mijn vaderland en met mijn familie die gebleven is. Mijn vaderland, dat het al vele jaren zwaar te verduren krijgt. Toch is er volgens mij hoop op beterschap. De Amerikanen druipen af, zij het schoorvoetend; het voelt alsof Irak binnen afzienbare tijd een nieuwe start kan nemen. Er is dus wel degelijk hoop op minder geweld, en meer vrijheid."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Gillis, Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni