Brussels Biennial krijgt vorm
De eerste editie van de Brussels Biennial zal lopen van 8 juni tot 9 september 2007. De voorbije maanden werd een nieuwe organisatie opgericht, die zal worden geleid door de internationaal gereputeerde curator Barbara Vanderlinden (van de Brusselse organisatie Roomade), en door Johannes Van Heddegem, voormalig directeur-generaal van de kunsthogeschool Sint-Lukas. Hij zit een raad van bestuur voor die voorlopig nog alleen uit Vlamingen bestaat, maar die men graag wil uitbreiden met Franstaligen.
Voor de eerste editie wordt een derde van de benodigde middelen (in totaal zo'n 2 miljoen euro, te spreiden over twee jaar) ingebracht door Roomade en het PSK. Dat komt met zo'n 700.000 euro over de brug (opnieuw gespreid over twee jaar).
Er werden subsidieaanvragen ingediend bij alle mogelijke overheden, al wordt in eerste instantie toch gekeken naar Vlaanderen. Het argument daarvoor is dat men de hele sector van de hedendaagse kunst in Vlaanderen bij het initiatief wil betrekken - het Antwerpse Muhka denkt er bijvoorbeeld aan om in de periode van de biënnale zijn collectie in Brussel te tonen. En in de raad van bestuur zit ook Johan Van Steenkiste, de directeur van het Vlaamse Steunpunt voor Beeldende Kunsten IBK. Op termijn hoopt Brussels Biennial structurele middelen te vinden via internationale subsidiekanalen.
Noord-zuidas
De organisatoren willen Brussel als poort gebruiken naar een publiek dat hopelijk van overal ter wereld zal komen, maar ze willen de stad Brussel en haar functie als Europese hoofdstad ook meenemen als thematisch uitgangspunt: "We willen de stad op de kaart zetten als een artistiek forum voor het maatschappelijk debat over de identiteit en de rol van Europa." Bij de eerste editie is het thema Borderland: stemmen de grenzen van Europa wel overeen met een cultuur? Hoe verlegt kunst de grenzen tussen culturen? Barbara Vanderlinden: "In Brussel zullen we aanwezig zijn op de noord-zuidas. Ook dat is een grens, en lange tijd een litteken in het stedelijk weefsel. Maar de stations vormen ook een enorm knooppunt: het grootste transportknooppunt van mensen in Europa. Op langere termijn willen we zeker ook complexere vraagstukken, zoals dat van de multiculturaliteit van Brussel, in ons programma meenemen. Het is dus zeker niet onze bedoeling om een internationaal project op te zetten dat hier geen enkele verankering heeft."
Op dit ogenblik is Vanderlinden in gesprek met enkele internationale curatoren die al actief zijn geweest rond het thema van 'grenzen', om de eerste editie samen te stellen. Op termijn hoopt ze dat Brussels Biennial, het KunstenFESTIVALdesArts en de kunstbeurs ArtBrussels complementair kunnen worden en elkaar in de tijd ook (gedeeltelijk) kunnen overlappen. "Internationale bezoekers kunnen dan de Biënnale bezoeken overdag, 's avonds voorstellingen van het kunstenfestival bijwonen, en naar ArtBrussels gaan. Ze zouden langer blijven en misschien ateliers bezoeken." Het Steunpunt Beeldende Kunst zou perfect een internationaal programma kunnen uitwerken.
Vreest Vanderlinden niet de kritiek van de Tobbacks uit Vlaanderen dat er 'nog méér cultureel geld naar Brussel zou vloeien'? "Op het vlak van hedendaagse kunst vloeit er nu nauwelijks geld naar Brussel. Bovendien is deze stad wereldberoemd. Het zou spijtig zijn als Vlaanderen dat potentieel niet benutte."
Lees meer over: Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.