Calexico: 'Reizen geeft ons zuurstof'

Tom Zonderman
© Agenda Magazine
09/10/2008
Calexico is herboren. Na een rockuitstapje grijpen de vaandeldragers van de americana terug naar hun vertrouwde stoffige 'desert noir' waar zwoele mariachitrompetten door marcheren. "De oceaan is voor ons een veel grotere inspiratiebron dan de woestijn."

"Brussel is één van mijn favoriete steden," zegt John Convertino, die ons de mond snoert voor we hem van oppervlakkige mouwvegerij kunnen beschuldigen. "Voor een Amerikaan bundelt jullie hoofdstad alle dingen die zo fantastisch zijn aan Europa. De architectuur, de cultuur, de geschiedenis... En het is minder cliché om naartoe te gaan dan Londen, Parijs of Berlijn." De band uit Tucson, Arizona laat zich onder de hoede van Convertino (drums) en Joey Burns (zang, gitaar) al twaalf jaar inspireren door wat the road hen brengt. Het geeft hun muzikale mengeling van tex-mex, rock, jazz en folk een echtheid die je nog maar zelden hoort in populaire muziek. In de aanloop naar Carried to dust, hun zesde langspeler, trok de toerkaravaan door Zuid-Amerika. De groep wist er zich zowel intellectueel als muzikaal te herbronnen.

Zuid-Amerika was duidelijk een grote inspiratie voor de nieuwe plaat. Een van de songs heet 'House of Valparaiso' en jullie openen Carried to dust met 'Víctor Jara's hands', een eerbetoon aan de vermoorde Chileense zanger.
John Convertino
: We komen graag op plaatsen waar we nog nooit geweest zijn. Zulke landen zijn niet evident voor een groot gezelschap zoals het onze, maar de zuurstof die het ons als band geeft weegt meer door dan het geld. Je moet je muziek naar de mensen brengen. Als die mensen je muziek nog nooit gehoord hebben is het des te fijner wanneer ze enthousiast reageren.
In Valparaiso hebben we een van de huizen bezocht waar Pablo Neruda heeft gewoond. De stad is een soort miniversie van San Francisco, met prachtige kleuren en heuvels waar oude trolleys op rijden. We voelden ons er meteen thuis.
Víctor Jara werd opgepakt (na de staatsgreep van Pinochet in Chili in 1973, tz) omdat hij een muzikant was, ze hebben zijn handen gebroken opdat hij niet meer zou spelen. Hij gaf niet op en dan hebben ze hem maar vermoord. Zulke verhalen ken je wel uit geschiedenisboeken, maar als je dat ter plekke hoort uit de monden van mensen die hem gekend hebben, treft dat veel dieper.

Carried to dust is veel meer een sfeerplaat dan jullie vorige album, Garden ruin, dat volgestouwd was met rechttoe rechtaan rocksongs. Een eenmalig experiment?
Convertino
: We wilden een keer een cd opnemen met de volledige band. Soms was het geweldig om zo te werken, maar heel vaak vertraagde het de gang van zaken. Deze keer was ons budget kleiner, dus hebben we het opnieuw zoals vroeger gedaan.
Ik had drie wensen voor het nieuwe album: er moest een shuffle op staan, dat is 'Slowness' geworden, een instrumentale track, 'El gatillo', en een lange sfeervolle song om te eindigen, 'Contention city'. Maar al snel kwamen er een pak meer songs uitgerold. Uiteindelijk is het een van onze meest gevarieerde albums geworden.

Er zijn opvallend veel gastbijdragen. Van Amparo Sanchez van Amparonia tot Sam Beam van Iron and Wine.
Convertino
: Dat is toeval, eigenlijk, omdat die mensen gewoon in de buurt waren. Amparo Sanchez was in Tucson om een cd op te nemen. En Sam Beam kennen we al jaren - Paul Niehaus, onze pedal-steelgitarist, speelt in Beams band Iron and Wine. Al die verschillende stemmen geven de songs elk een kleur, en dat maakt de plaat net zo rijk.
Oorspronkelijk wilden we het album Other voices, other rooms dopen, naar Truman Capote. Maar dat bleek al door iemand anders te zijn gebruikt. De titel Carried to dust is geïnspireerd op een boek van John Fante. Op tournee lezen we heel veel boeken, en praten er voortdurend over met elkaar. Het is een leuke manier om aan titels te komen. Ik hou zowel van oude als nieuwe auteurs. Momenteel lees ik een verzameling kortverhalen van Haruki Murakami, een Japanse schrijver.

Carried to dust is minder politiek geladen dan Garden ruin, dat een sneer was richting Bush.
Convertino
: Daar ben ik blij om. Net voor we aan Garden ruin begonnen werd Bush een tweede keer verkozen. We waren toen volop aan het toeren, en dan zie en hoor je veel. De frustratie over de oorlog in Irak, de manier waarop hij won... Dat vertaalde zich naar de plaat. Ik ben nog steeds erg hoopvol over een betere afloop deze keer.

Het milieu is een andere zaak die jullie na aan het hart ligt. 'Man made lake' en 'Contention city' zijn niet wat je noemt euforische toekomstbeelden.
Convertino
: De milieuproblematiek is een rode draad door al onze platen. Een van onze grote frustraties is dat er zoveel land ingepalmd wordt door nieuwe verkavelingen. Hele stukken woestijn dreigen te verdwijnen. Zolang Calexico bestaat zullen we over onze planeet zingen. In Carried to dust zitten veel verwijzingen naar de oceaan. Joey is opgegroeid aan de Westkust, ik aan de Oostkust. Dat heeft onze muziek altijd beïnvloed, terwijl die vaak omschreven wordt als 'desert noir' (lacht). De zee geeft je het gevoel dat je je op de rand van iets bevindt. Soms ervaar ik het leven alsof je naar iets tracht terug te keren.

Vorig jaar waren jullie alomtegenwoordig op de soundtrack van I'm not there, de film over Bob Dylan. Zijn jullie gigantische Dylan-fans of gewoon goed bevriend met Todd Haynes?
Convertino
: Enorme Dylan-fans. En we kennen Randall Poster (de music supervisor van I'm not there, tz) al jaren, we werkten in 2000 samen voor de film Committed. Hij zocht muzikanten die Dylans muziek op een heel andere manier konden brengen.
Wat ik zo geweldig vind aan Dylan zijn uiteraard zijn teksten, en hoe je er elke keer weer iets nieuws uit oppikt. Ik vergelijk hem graag met een profeet. Uit de Bijbel haal je ook telkens weer iets anders. Bij een dichter als Charles Baudelaire heb ik dat ook. En muzikaal weet Dylan je steeds te verrassen. Ik ben blij dat hij er nog altijd is en nog geweldig platen maakt ook.

Over welke bijdrage was je het meest tevreden? Jullie mochten werken met Charlotte Gainsbourg, Roger McGuinn, Willie Nelson...
Convertino
: Naar Charlotte en Roger hebben we gewoon tracks opgestuurd, dus hen hebben we niet ontmoet. Maar Willie Nelson is wel naar de studio gekomen, in Austin Texas. Hij heeft er echt iets persoonlijk van gemaakt.
'Going to Acapulco' zou eerst door Hank Williams III gezongen worden, maar die haakte af en toen kwam Jim James (de zanger van My Morning Jacket, tz) in de picture. Ik ken The basement tapes wel, maar dat nummer was me niet meteen opgevallen. Onze versie is heel speciaal, die reverb in Jim James' stem laat de song helemaal openbloeien. We spelen het liedje trouwens in de film, in de scene met Richard Gere als Bob Dylan. Hij moest een paard bestijgen, en dat sloeg op een bepaald moment op hol. Ik vond het een goede metafoor voor de film, die ergens heen stuift zonder dat je goed weet waarnaartoe.

Jij en Joey Burns worden altijd samen vernoemd, alsof jullie een Siamese tweeling zijn. Wat is het geheim van jullie relatie?
Convertino
: Moeilijke vraag. Joey is meer de songwriter met de vele ideeën, ik help hem door hem in te tomen waar nodig en de nummers op een bepaalde manier meer samenhang te geven. Het is een echt partnership, maar eigenlijk kun je dat niet in woorden uitleggen. Dat is net het mooie aan muziek, je hebt geen woorden nodig.

:: Calexico
wanneer: 13.10.2008 om 20.00 uur, uitverkocht
waar: Ancienne Belgique, Anspachlaan 110, Brussel, 02-548.24.24, info@abconcerts.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni