Charlie Chaplin: Van vagebond tot filmicoon
Zou de kleine Charles Spencer Chaplin gehuild hebben toen hij honderd jaar na de Franse Revolutie in Londen op de wereld gezet werd? Of legde hij met een grimas uit hoe het voelt om zo brutaal van je moeder gescheiden te worden? Charlie Chaplin had geen woorden nodig om door te dringen tot zijn publiek. Hij vond zijn eigen lichaamstaal uit, een taal die iedereen verstond, van de Wallstreet-yuppie tot het Ugandese
straatkind.
Van Londen naar Hollywood
Op zijn vijfde debuteerde Chaplin in de musichall. Vader was een komiek, moeder een actrice. Geld was een voortdurende zorg. Ernstig werd het in 1908 toen hij zich liet opmerken in het gezelschap van de humorist Fred Karno in Londen. Daar pikt de tentoonstelling in de Botanique de draad op. Chaplin in Beelden heeft de grote verdienste te verduidelijken hoe Charles Spencer vagebond Charlie werd, of 'Charlot' zoals we hier in Brussel zeggen.
Zoals de naam van de tentoonstelling aangeeft, wordt het verhaal van Charlie Chaplin in beelden verteld. Charles Chaplin was zo ijdel een uitgebreid archief over zichzelf te bewaren. Tentoonstellingsmaker Sam Stourdzé mocht in dat fraaie familiearchief grasduinen. In de Botanique is dan ook heel wat zeldzaam materiaal te zien, zoals onuitgegeven filmfragmenten, verbijsterende familiefilmpjes, affiches en heel
veel foto's.
Chaplin bleef haast heel zijn leven één typetje trouw: de Tramp/Charlot/Zwerver. Fysiek onderging het personage niet veel verandering. Het gek toefje snorhaar onder de neus, een bolhoed, een wandelstok dun genoeg om het schriel personage te passen, een broek breed genoeg om er twee keer in te kunnen en de fameuze O-benenwandel waren er van bij het begin. Karakterieel schaafde Chaplin zijn creatie veel meer bij.
Op tournee in Amerika werd de jonge Chaplin opgemerkt door Keystone Film Company, een filmstudio die zich in slapstick bekwaamd had. Chaplin kon er aan de slag, aarzelde niet en verhuisde naar Hollywood.
Een eerste hoogtepunt in de tentoonstelling zijn de vroege filmpjes. Kid auto races at Venice (1914) toont kinderen die met een zeepkist van een schans scheuren. Een filmploeg tracht het op film vast te leggen maar Chaplins Zwerver loopt in een van zijn eerste verschijningen op het grote witte doek de filmploeg de hele tijd voor de voeten. Hij maakt het zo bont dat ze geen andere mogelijkheid meer zien dan de egotripper hardhandig te verwijderen. De tentoonstelling laat hier helaas de kans liggen om de link te leggen met Chaplins hang naar aandacht.
In de prullenmand
In zijn eerste filmoptredens was Charlot nog een echte schelm met gemene trekjes. De nooit eerder vertoond mix van pathos en slapstick sloeg in als een bom. Binnen de kortste keren doken een hele reeks imitatoren op. Chaplin nam zelf ook eens deel aan een Chaplin-imitatiewedstrijd. Hij eindigde derde. Het volstaat nochtans niet om een bolhoed op te zetten en met een wandelstok te zwaaien om de lachers op je hand te krijgen. De echte Chaplin was geen ordinaire bekkentrekker, hij had een begrip van lichaamstaal die zijn tijd ver vooruit was. Hij wist het beter en trok dan ook zo snel als hij kon de lakens naar zich toe. Hij regisseerde zelf zijn films en vermenselijkte zijn creatie. De sketches ruimden plaats voor een ruimer verhaal. De ordinaire driftkikker transformeerde in een veel menselijkere clown. Charlots fratsen gaven je buikpijn van het lachen, maar het is de steeds weerkerende melancholie in zijn blik - die droefgeestige ogen! - die maakt dat je op de juiste momenten ook met hem meeleeft en meevoelt.
De tentoonstelling hangt er niet teveel tierlantijntjes aan. De bezoeker wordt - gelukkig - niet overladen met informatie. Maar een tweede lange halte dringt zich op als City lights (1931) aan de beurt is. De bezoeker krijgt intieme inzage in de manier waarop het meesterwerk tot stand kwam. Chaplin liet niets aan het toeval over en was uitermate streng voor zichzelf. Bewijs daarvan is een heerlijk filmfragment dat in de montagekamer sneuvelde. Alleen een genie dat enkel met het allerbeste genoegen neemt, knipt zo'n scène uit de film. Het spreekt voor zich dat de tentoonstelling ook een paar wereldberoemde fragmenten bevat. Charlot die met twee vorken twee broodjes doet dansen in The gold rush (1925) bijvoorbeeld.
Universele taal
De bijzonder populaire Chaplin zweerde bij de stomme film. De geluidsfilm was al lang geen nieuwigheid meer toen de regisseur-acteur in Modern times (1936) voor het eerst zijn keel openzette. Meer dan een onverstaanbaar liedje kwam er niet uit. Charlot sprak niet, maar dat betekende niet dat Chaplin niets te zeggen had. Hij sympathiseerde met het communisme. In de jaren 1930 kwam zijn engagement steeds duidelijker tot uiting in zijn films. Met humor stelde hij onrecht en kwaad aan de kaak. Het bekendste voorbeeld is de nazi-parodie The great dictator (1940) waarin hij een dictator speelt die duidelijk op Hitler geïnspireerd was. Chaplin en Hitler waren geboren in dezelfde week van het zelfde jaar. De film eindigt met een vlammende vredesmonoloog. De tentoonstelling toont de afgebeelde tekst. Voor het eerst sprak Charlot. Chaplin wist zeer goed dat zijn personage dat niet ongestraft mocht doen. "Ik wist dat pantomime me beter af ging dan spraak. Een deel van de magie was gedoemd te verdwijnen als ik begon te spreken. Pantomime laat veel meer poëzie toe, als je het goed doet verstaan alle mensen in de wereld het. De expressie die je in ogen leggen kan, kun je nooit in woorden vertalen. Ik wist zeer goed dat ik een deel van mijn eloquentie verloor door te spreken," zei Chaplin in een van zijn eerder zeldzame interviews.
Amerika vergaf hem zijn politieke stellingname niet. Zijn visum werd in 1952 ingetrokken terwijl hij op promotiereis naar Engeland was. Hij ging dan maar in ballingschap in de Zwitserse Alpen. Chaplin kon het maar moeilijk verkroppen dat hij niet meer de grote lieveling van het publiek was. Hij overleed in 1977 op 88-jarige
leeftijd.
Familiefilmpjes
Het nieuw millennium is het icoon niet gunstig gezind. Maar niet getreurd. De tentoonstelling herinnert de bezoeker eraan dat Chaplins humor onsterfelijk is. Chaplin in beelden is een liefdevolle hommage aan een icoon van de filmgeschiedenis, niet het definitieve portret van een innoverende kunstenaar met wansmakelijk veel talent en een ongeëvenaarde sterrenstatus, van een mens met een geweten en gebreken. Met geen woord wordt gerept over zijn verontrustende affaires met jonge meisjes en andere minder fraaie kanten van de persoon-lijkheid.
Ook al hebben we enkele vragen bij het negeren van de minder fraaie kanten van Chaplin en het al te brave karakter van de expo, het lijdt geen twijfel dat het de moeite loont om een klein uurtje uit te trekken voor deze tentoonstelling. Alleen al om op het einde van de ronde de ontroerende familiefilmpjes te zien, zou ik geld geven. Ze tonen een Chaplin op leeftijd die nog eens in zijn personage kruipt en de clown uithangt ten behoeve van kinderen. Het is tegelijk zielig en zeer ontroerend. In zijn laatste meesterwerk, het bijzonder droevige, emotionele Limelight (1952) vertelt een haveloze pantomimespeler Calvero (Chaplin zelf) aan een suïcidale ballerina over zijn glorie en ondergang in de showbusiness. Het mooie meisje antwoordt: "What a sad business being funny."
Chaplin in beelden - > 7.1.2007 Di > zo - 11 > 18u00 - Botanique - Koningstraat 236, 1000 Brussel - 02-218.37.32, info@botanique.be
Tickets: 6 euro (red.: 5 euro, Bota'Carte + wo : 4 euro)
Lees meer over: Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.