Cimarrón bewijst dat Colombia meer is dan cumbia alleen
"De kolonisten die naar hier kwamen waren voornamelijk afkomstig uit het zuiden van Spanje, een regio die nu bekend is voor zijn flamenco. Deze Colombiaanse streek aan de grens met Venezuela werd dan ook La Nueva Andalucía genoemd," zegt Carlos Rojas, harpist en componist van het septet, over de gelijkenis tussen joropo en flamenco.
"In de vlaktes rond de Orinoco woonden tot dan enkel indianen. De Spanjaarden hebben er koeien en paarden geïntroduceerd en het gebied omgevormd tot een regio die overwegend aan veeteelt doet. Zij hebben ook hun gitaren en muziek meegebracht, en nadien ook Afrikaanse slaven."
Hadden die slaven een grote impact op de muziek?
Carlos Rojas: Jazeker, als muzikant twijfel ik er niet aan dat de muziek
van Cimarrón diepe wortels heeft in Afrika. Door de invloed van de Spaanse
snaren klinkt onze muziek dan weer soms erg Andalusisch. De spitse, ruige zang
van joropo roept ook gelijkenissen op met de cante flamenco (flamencozang)
en er zijn invloeden uit de zigeunermuziek, maar de ritmische kracht komt
zonder twijfel uit Afrika.
Is het ook dansmuziek?
Rojas: Wij brengen tijdens onze show twee soorten muziek: de cantos
de ordeño en joropo. Cantos de ordeño zijn liederen die
gezongen worden tijdens het melken van de koeien. Zeer mooie liedjes die wij
brengen omdat het een belangrijke culturele uitdrukking is van onze regio. Joropo
daarentegen is dansmuziek waarbij de dans gekarakteriseerd wordt door zapateado
(tapdans), waarvan de hevige klappen op de grond herinneren aan flamenco.
Typisch aan deze dans is dat de danser eigenlijk ook muzikant is: het ritmische
gestamp op de grond maakt deel uit van de muziek. De danser treedt toe als
solist. Tijdens onze show is de zapateado een belangrijk onderdeel, we
brengen drie dansers mee.
Jullie willen die traditie aan de wereld voorstellen?
Rojas: Ja, we willen dat de wereld deze stijlen ontdekt, maar we willen
ook dat deze traditie bij ons niet verloren gaat. De nieuwe generaties kennen
deze muziek niet, ook hen moeten we bereiken. Maar we brengen eigen composities
waarin we de traditie verder ontwikkelen. Elke traditie moet evolueren om niet
uit te sterven. Op traditionele instrumenten als harp, cuatro en bandola
(gitaartjes) en maracas geven wij een hedendaagse visie die soms wat neigt
naar latinjazz, met als basis joropo.
Toen we in 2008 op de Flamencobiënnale speelden in Nederland, noemde een journalist van De Volkskrant onze muziek 'turboflamencojazz'. Wel, dat was de nagel op de kop! Onze muziek klinkt wat als flamenco, we zijn jazz in de harmonieën en in de vrijheid om te improviseren en de muziek is supersnel, veel sneller dan flamenco.
Waar slaat jullie groepsnaam Cimarrón eigenlijk op?
Rojas: Het is een benaming die door de Spanjaarden gebruikt werd voor
slaven die erin slaagden weg te vluchten. Dat waren negros cimarrones.
In onze regio is cimarrón ook een wilde stier. Toen de Spanjaarden in
1650 de vallei koloniseerden, hielden ze het vee op grote stukken grasveld. De
beesten die ontsnapten, vluchtten naar de heuvels waar ze grote kuddes vormden.
Vandaag bestaan die wilde runderen nog steeds. Cimarrón is dus een symbool voor
wat zich niet laat opsluiten. Die metafoor vat onze muziek goed samen: wij
willen muzikaal volledig vrij zijn.
:: Cimarrón
wanneer: 21 februari 2010 om 20.00 uur
waar: MuziekPublique, Naamsepoortgalerij, Bolwerksquare 3, Elsene - 02-217.26.00 - info@muziekpublique.be
inkom: 7 / 10 / 12 euro
Lees meer over: Elsene , Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.