Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni
De wereld die de Cold War Kids schetsen in hun afgekloven grootstadsblues oogt niet bijster rooskleurig. Zou het Amerika van de laatste acht jaar er voor iets tussen zitten? Laten we hopen dat, wanneer u dit leest, a change has come.

Drinkebroers, (zelf)moordenaars, klaplopers, minnaars met losse handjes, mannen op de rand van krankzinnigheid... het slag volk dat Nathan Willett in zijn songs laat opdraven houden we liever uit onze familie. Gelukkig omzwachtelen de Cold War Kids hun gebroed met heerlijke, dan wel pijnlijk intense soulpunk. Ook op Loyalty to loyalty, het tweede album van het viertal uit Long Beach, wordt de Californische zon bekeken van achter een donkere zonnebril. De nieuwe plaat is net iets minder catchy dan het debuut Robbers & cowards, dat ons vanaf het eerste akkoord van 'We used to vacation' bij het nekvel greep en daarna meesleurde met 'Hang me up to dry'. "Het was ook helemaal niet onze bedoeling om een Cold War Kids-light te maken, net zomin als we er een extra donker album van wilden maken," zegt Nathan Willett. "We zijn nooit een makkelijk verteerbare groep geweest. Maar door alle aandacht die ons te beurt valt, verwachten mensen misschien dat we een popgroep zouden zijn geworden."

Op het hoesje van Loyalty to loyalty prijkt een skelet. Een luguber beeld, maar het zegt ook veel over jullie bluesy sound, die nog meer dan vroeger tot op het bot is gestript.
Nathan Willett:
"Dat is een echt skelet, moet je weten, de foto is genomen in een auto in Mexico City. Als je goed kijkt, zie je ook nog jongetje achter het stuur, met een grote glimlach. Het is tegelijk grappig en donker, een beetje surrealistisch eigenlijk.

"De term 'blues' smaakt al lang niet meer zo fris, toch niet in de Verenigde Staten, waar je het genre meteen associeert met een bierdrinkende barband uit Texas. Wij zijn veel meer punk, in de manier waarop we onze songs uitkleden en to the point proberen te zijn. Ik noem het 'soulpunk'."

In 'Every man I fall for' loopt een onfortuinlijke vrouw steeds de verkeerde venten tegen het lijf. Diep je dat soort donkere thema's op uit je eigen leefwereld?
Willett:
"Bij het schrijven van onze nummers komt de muziek meestal eerst, en die klinkt op zich al vrij somber. Dat roept automatisch weinig opbeurende verhalen op in mijn hoofd. Ik lees veel, van Flannery O'Connor tot David Foster Wallace - schrijvers die donkere morele thema's en ethische kwesties uitspitten. Maar elk verhaal dat ik vertel heeft wel een zekere relevantie voor wat er in mijn eigen leven gebeurt. 'Every man I fall for' verwijst naar mijn moeder, die het in ons gezin in haar eentje moest rooien. Ik heb gezien hoe ze telkens weer relaties met mannen aanknoopte, maar elke keer opnieuw van een kale reis thuiskwam. Voor ik zelf muzikant was las ik vaak interviews met popartiesten. De passages over de persoonlijke ervaringen die ze in hun liedjes stopten vond ik moeilijk omdat het hen zo kwetsbaar maakte - je hoeft je diepste zielenroerselen niet te grabbel te gooien, dan gaat de magie verloren. Maar tegelijkertijd zijn die persoonlijke songs net de krachtigste, weet ik nu.

"Sommige mensen vinden mij wellicht een holle prediker. Maar ik durf mezelf nu veel meer bloot te geven dan vroeger. Dat verhaal over mijn moeder had ik bij de eerste plaat nooit durven opbiechten. Toen iedereen me naar aanleiding van 'We used to vacation' vroeg of ik de alcoholicus uit de song was, zweeg ik in alle talen. Terwijl het eigenlijk een nummer over de vader van mijn vader was. Het is een precair evenwicht tussen feit en fictie."

Je had het net over David Foster Wallace. Die pleegde enkele weken geleden zelfmoord. Was hij een groot voorbeeld?
Willett:
"Voor mij is hij een van de belangrijkste Amerikaanse hedendaagse schrijvers. Niemand heeft me ooit zo geraakt met geschreven woorden als hij. Hij kon de innerlijke strijd van een mens perfect weergeven; voor mij was wat hij schreef pure waarheid. Hij was niet bang om te zoeken naar de donkerste plekken van de menselijke geest. Dat heeft me enorm beïnvloed."

Jullie naam verwijst naar de collectieve angst door nucleiare dreiging etc. die onze generatie tijdens de Koude Oorlog verbond. Denk je dat de kids die zijn opgegroeid na de val van de Muur anders tegen het leven aankijken?
Willett:
"Ik denk van wel. Maar er zijn andere dingen die op hen wegen, terrorisme bijvoorbeeld.
Een van de songs op de plaat heet 'Relief'. Daarin zoek ik een antwoord op de vraag hoe wij als maatschappij dingen verklaren zoals massale sterfte door oorlog of door aanslagen. Wij zoeken altijd een zondebok, en nemen de tijd niet meer om te rouwen. De Amerikaanse schrijfster Joan Didion heeft daar een prachtig boek over geschreven, The year of magical thinking. In onze hedendaagse cultuur kunnen we niet meer omgaan met de dood."

Verandering is een groot thema in jullie songs. Coveren jullie daarom Sam Cookes 'A change is gonna come'?
Willett:
"Je moet er zeker geen expliciete politieke boodschap of sociaal commentaar achter zoeken. Mensen verbinden dat nummer met de meest uiteenlopende zaken, van de burgerrechtenbeweging tot de verkiezingen. Maar voor ons is het gewoon een mooie song. Het heeft ons wel al een berg kritiek opgeleverd, net omdat we er zo vrijblijvend mee omspringen. Ondertussen heeft Arcade Fire het nummer al gebracht tijdens een rally voor Barack Obama. Eigenlijk hou ik er niet van dat artiesten zich engageren voor politiek. Als politiek in je kunst kruipt wordt het troebel. Bij ons gaat het louter om de artistieke expressie."

Stoort kritiek je? De reacties op jullie nieuwe plaat zijn op zijn minst verdeeld.
Willett:
"Wij zijn een love it or hate it-groep. Het kan me niet schelen dat iemand onze band slecht vindt. Maar ik vind het wel vervelend dat je niet meer onbevangen een plaat kunt gaan kopen. Het internet heeft ervoor gezorgd dat je meteen honderden meningen over je heen krijgt gestort. In onze cultuur kan niets gewoon op zich bestaan, het moet altijd deel uitmaken van een groter geheel. Vroeger kon je iets een beetje goed vinden, nu is het ofwel heet ofwel koud. En het erge is: ik betrap mezelf er ook op!"

:: Cold War Kids
wanneer: 9 november 2008 om 20 uur
waar: Ancienne Belgique, Anspachlaan 110, 1000 Brussel, 02-548.24.24, info@abconcerts.be
tickets: 22 / 25 euro

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Cultuurnieuws