Cubaanse schilder in Brussel in eer hersteld

Lieven Bulckaert
© Brussel Deze Week
02/07/2006
Twaalf jaar geleden kwam Antonio Torres, na serieuze aanvaringen met het regime van Fidel Castro, in Brussel aan. Ondertussen is hij Belg, doceert hij aan de Academie voor Schone Kunsten in de Zuidstraat en maakte hij een grote muurschildering voor de Begijnhofwijk. En verrassend: het werk van de voormalige dissident wordt binnenkort tentoongesteld in - of all places - de Cubaanse ambassade.

Antonio Torres is zijn roots zeker niet vergeten. Zijn schilderijen ademen de sfeer van de Caraïben uit: de nadruk ligt op het coloriet, de beweging. En toch is zijn werk vaak ook behoorlijk wrang. Dan komt de onmacht van het leven onder een repressief regime tot uiting.
Zelfs nu hij aan de greep van Castro en de zijnen is ontsnapt, lijdt hij onder de dictatuur. Brussel is hem dierbaar geworden, maar het blijft een ballingsoord. Die verscheurdheid zie je onder meer in het werk De exotische Sint-Sebastiaan.

Op het doek staat een halfzwarte heilige met vleugels. Op de plaats van het hart kleeft een boekje in de verflaag. Het is Torres' Cubaanse paspoort, het papier dat hem jarenlang verhinderde zich te ontplooien zoals hij dat wilde. Zijn vleugels kon hij niet uitslaan; internationale contacten, reizen en belangrijke tentoonstellingen bleken onvervulbare wensen. Toen hij in 2003 het Belgisch staatsburgerschap verkreeg, moest hij zijn Cubaans paspoort inleveren. Hij vertelde de Belgische ambtenaar dat dit niet kon: het document was geïncorporeerd in een schilderij dat hem - letterlijk en figuurlijk - erg na aan het hart lag. Het werk zal hij van zijn leven ook nooit van de hand doen. "Kom dat fameuze kunstwerk dan maar eens tonen," beval de ambtenaar. Torres toog met het doek, een meter op zeventig centimeter, naar het ministerie. "Wij hebben hier al heel wat meegemaakt, maar dit nog nooit," klonk het verbouwereerd aan het loket.

Torres bleef bij zijn standpunt, hij wou het werk intact laten en beriep zich op de artistieke vrijheid die hem zo lang ontzegd was. De administratie, van haar kant, moest en zou het Cubaanse paspoort hebben voor er een Belgisch exemplaar kon worden uitgereikt. Ten slotte werd er een salomonsoordeel uitgedokterd om uit de patstelling te raken. Alle bladzijden van het paspoort werden zorgvuldig uitgeknipt, maar de plastic kaft bleef in de verf gekleefd. "Een prachtvoorbeeld van een oplossing à la belge." En Torres bedoelt dat absoluut niet cynisch.

Castro en Bruegel
Torres vertelt de voorgeschiedenis van deze paspoortperikelen zonder dat de glimlach van zijn gelaat verdwijnt: "Omdat ik blijkbaar veelbelovend was, werd ik als kleine knaap naar een militaire academie gestuurd; dril, urenlange toespraken van El Máximo Líder en veel wiskunde. Maar dankzij prentbriefkaarten had ik kennisgemaakt met het werk van Degas, Van Dyck en Brue­gel, en ik schreef me in aan de kunstacademie. Cubaanse kunstenaars moesten indertijd netjes in de pas lopen, anders brachten ze schade toe aan de idea­len van de grote Revolutie. Als je de kijker wilde uitnodigen om echt na te denken over de realiteit, dan werden alle expositiemogelijkheden je ontzegd en moest je in de clandestiniteit opereren."
Een vijftiental jaar geleden, op zijn verjaardag - 11 juli -, werd Torres opgepakt. Hij bracht een maand door in een cel waarin hij nauwelijks kon bewegen en niet rechtop kon staan. "En nochtans, ik ben niet groot. Het ontbijt - dat die naam in feite niet verdiende - werd vaak drie keer na elkaar opgediend en dan een week niet. Systematisch werd er geprobeerd je mentaal te ontwrichten."

In België werd hij dertien maal opgeroepen door de dienst Vreemdelingenzaken. "Ik denk dat ik het record aantal oproepingen heb gebroken. Ze konden niet geloven dat ik dat allemaal had meegemaakt, maar alles bleek te kloppen. En nu krijg ik een telefoontje van de Cubaanse ambassade waarin ik word aangesproken met 'Señor Torres' en niet met 'Camarada T'. Het was tot voor kort ondenkbaar dat men, juist daar, een podium zou bieden aan iemand met mijn verleden. Nu noemen ze mij een 'jong Cubaans talent, residerend in Brussel'; voorheen was het kortweg 'verrader van de Revolutie'. Eerlijk gezegd geeft het me een enorme kick, het is toch een erkenning van wat zij me hebben aangedaan én van mijn talent. Ik ben er ook trots op dat ik in 2003 België heb mogen vertegenwoordigen op een tentoonstelling van de VN in New York."

Toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Begin deze maand werkte Torres een enorme muurschildering af die in de Begijnhofwijk opgehangen zou worden. Bij het plaatsen werd er zeer onprofessio­neel met het doek van tien meter hoog omgesprongen, en het raakte onherstelbaar beschadigd. Maar niet getreurd, de Cubaanse Belg zoekt nu al de volgende uitdaging op.


:: Tentoonstelling van Antonio Torres in de Cubaanse ambassade, Roberts Jonesstraat, 1180 Ukkel, vanaf 15 september

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni