Een eeuw abstracte kunst

An Devroe
© Agenda Magazine
14/10/2010
Het stond met zoveel woorden bij een werkje uit 1910 van de Rus Wassily Kandinsky: 'Eerste abstracte aquarel'. Daarom wordt Kandinsky beschouwd als de grondlegger van de abstracte kunst. Ook de Belgische kunstenaars lieten niet op zich wachten en dat viert het René Magritte Museum met tentoonstellingen en een catalogus over de Belgische abstracte kunst van 1910 tot vandaag.

Voor de tentoonstelling werd geput uit de 600 werken tellende verzameling van André Garitte, de conservator van het René Magritte Museum. Dat belooft voor het toekomstige Museum voor Abstracte Kunst, dat zal worden ingericht naast de voormalige woning van de surrealist, ooit zelf een kubist-futurist.

Jules Schmalzigaug was een van de pioniers. Hij had in Italië de snelle lijnen van het futurisme gezien. Ook Victor Servranckx, bekend voor zijn donkere, mechanische 'buizenabstracten', en Georges Vantongerloo die zelfs wiskundige titels bedacht, behoren tot de eerste generatie.

In de late jaren 1910 en de jaren 1920 leek de maatschappij nog niet klaar voor het optimisme dat van de abstracte kunst uitging, in de jaren 1950 met zijn Expo 58-idealen was men dat wel. Je krijgt dan twee richtingen, de geometrische abstractie en een meer speelse, lyrische variant.

Er is op de tentoonstelling uiteenlopend werk te zien van Jean Rets, de eerste kunstenaar in Garittes verzameling, kinetisch werk van Wybrand Ganzevoort, of zeer zwaar plastisch werk in primaire kleuren van Bram Bogart. Abstracte sculpturen zijn er ook bij, zoals het autonome kunstwerk Pijl van de burgerlijke bouwkunde van Jacques Moeschal en werk van zijn leerlinge Hilde Van Sumere (die samen met vier andere kunstenaars tot 16 november ook nog te zien is op de tentoonstelling extra muros in het European Economic and Social Committee).

De schouwgarnituur is van René Guiette, een van de werken die hij maakte nadat zijn zoon tijdens de oorlog was gesneuveld. Hij gebruikte zand zoals de Navajo-indianen bij hun zandschilderingen tijdens genezingsrituelen. Van zijn Congo-reizen bracht Luc Peire het thema van de Congolese vrouwen mee, maar dan geabstraheerd tot de essentie van een ranke figuur of een pose. Joseph Ongenae refereert met zijn lijnenspel en Hollands kleurenpalet dan weer aan De Stijl en Mondriaan.

Buitenbeentjes zijn onder andere Joseph Lacasse, uit een Doorniks arbeidersmilieu en bij geen enkele groepering aangesloten, en de autodidact tussen de vele academici Léon Wuidar.

::tot 16/1, wo > zo, 10 > 18.00; 7 euro
René Magrittemuseum, Esseghemstraat 135, Jette, 02-428.26.26, info@magrittemuseum.be, www.magrittemuseum.be



Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Jette, Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni