Filmgeschiedenis: een tijdreis in de Bioscoopstraat

An Devroe
© Brussel Deze Week
14/08/2009
Vroeger ging u niet naar de Nieuwstraat om te shoppen, maar voor de bioscopen. Ook rond de Grasmarkt en de Arenbergstraat was er keuze zat. Maar in de voorbije decennia heeft de pletwals van de commercie (te) veel sporen uitgewist.

In de Trianon (Nieuwstraat 68) werd in 1929 The Jazz Singer vertoond, de eerste film met gesproken en gezongen scènes. De geluidsfilm stuitte aanvankelijk nog op verzet. Het zou het einde van het 'universele' van de film betekenen. Maar drie jaar later waren bijna alle Brusselse zalen ervoor uitgerust.

De nieuwe eisen van de akoestiek luidden het einde van de cinematografische theaterarchitectuur in. De muzikanten stonden op straat, en in de sluizen waarlangs de bezoekers voortaan binnenkwamen, bleven de straatgeluiden achter.

Art-decopaleis
In de Nieuwstraat, waar nu eenmaal het nieuwe primeert, is het vergeefs zoeken naar restanten van de Universel (op nr. 78), de Astor (nr. 67), de Victory (nr. 17), de Etoile (nrs. 53-57), en, waar de bezoekers individueel filmpjes konden bekijken, de Trust (nr. 48a).

De gevel van de oude Métropole (Nieuwstraat 30) is het enige houvast. Adrien Blomme, die voor de brouwersfamilie Wielemans ook al de brouwerij in Vorst had gerealiseerd, bouwde in 1932 een bioscoop die alle andere de loef afstak.

Vanuit hun Pullmanzetels konden 3.000 toeschouwers genieten van de optimale akoestiek, het geperfectioneerde zicht, en van de lucht die om de tien minuten ververst werd. Een art-decopaleis in antiek marmer, citroenhout, verchroomd metaal. Zo veel klasse moest bewaakt worden. In de Métropole werden de nagels, de hakken en het kapsel gecontroleerd.

"Als je ziet in welke omstandigheden sommige films vandaag gespeeld worden, dat is op het randje van sabotage," merkt Isabel Biver fijntjes op in Cinémas de Bruxelles. Portraits et destins (CFC-Editions, 2009).

Prêt à porter in Métropole
De bioscoop moest in 1994 wijken voor de uitbreiding van de kledingzaak P&C, die er in de oude parterre was bijgekomen. De jarenlange actie voor het behoud, onder andere door Eric Vauthier, die eropuit trok voor de Inventaire des salles de cinéma de la Région de Bruxelles-Capitale en in de catacomben het fresco van Ossip Zadkine lokaliseerde, mocht niet baten.

Een gunstig advies van Monumenten en Landschappen kon het Gewest er ook niet toe bewegen de Métropole te beschermen. Alleen de projector werd overgenomen door het Cultureel Centrum van Ukkel.

"Afspraak voor de Métropole" was een begrip bij de Brusselaars. Wie vandaag naar de oude Métropole (kledingzaak Zara) kijkt, kan er nog de oorspronkelijke gevel in herkennen, maar het imitatiechroom lijkt wel plastic.

Observatiepost
Voor de Métropole was de Agora de grootste bioscoop. Moeilijk te geloven als u vandaag door de smalle gangen van de Agoragalerij wandelt. Paul Hamesse, bekend van het Pathé Palace, bouwde hier in 1922 een luxueuze bioscoop met twee balkons, die veertig muzikanten in dienst had.

Wat overblijft zijn de drie ingangen (Grasmarkt, Spoormakersstraat, Heuvelstraat) en de drie nooduitgangen (Spoormakersgang, Coffygang, Kuipgang). Na de bevrijding mocht Alexis Dumont de zaal moderniseren. Door kwaad opzet brandde de bioscoop in 1958 echter volledig uit.

Ook van cinema's uit de buurt, zoals de Victoria (Kleerkopersstraat 14) of de Cinéma Colonial (Bergstraat 21), blijft alleen de herinnering. De laatste vond onderdak in de oude kapel Heilige Anne, die sinds de jaren vijftig gedeeltelijk werd heropgebouwd, tegen de Madeleinekerk aan.

Aventure en Actor's Studio
Toch zijn er blijvertjes: de Aventure uit 1954 (Centrumgalerij 57) die momenteel gerenoveerd wordt, en de Actor's Studio (Korte Beenhouwersstraat 16) uit 1978, die wil uitbreiden met de Actor's River Boat, een bioscoop op het kanaal aan de Becokaai.

En het Filmmuseum (1967) werd zopas herboren als Cinematek (Baron Hortastraat 9). Maar daarvoor werden er in de Studio van het Paleis voor Schone Kunsten (Bozar) al avant-gardefilms gedraaid, zoals De man die zijn haar kort liet knippen van André Delvaux.

Bij Sera De Vriendt, een studiegenoot van deze Belgische filmpionier, staan de beelden op het netvlies gegrift: "Stille films van Sergej Eisenstein, D. W. Griffith, Zweedse films, lang voor Ingmar Bergman, de eerste films van Lumière met soms niet veel meer dan L'arrivée d' un train, met aan de piano... André Delvaux."

Zelf zei Delvaux hierover: "Een film als Birth of a Nation duurde bijvoorbeeld drieënhalf uur. Dat was een uitgelezen manier om een film te testen, om te zien hoe zijn ritme en tempo lagen. Ik ben in die rol zeer gelukkig geweest. Achter het pianoklavier heb ik het filmmedium leren doorgronden. Het was een aparte observatiepost."

Art et essai
Een liefhebber van typografie maakt een vreugdesprongetje bij het zien van het opschrift 'Monnaie' in de Schildknaapstraat (op nr. 36). De gerestaureerde gevel uit 1921 is van de Cinéma de la Monnaie.

Cinefielen hebben altijd al verzameld in de buurt van de Arenbergstraat (in het verlengde van de Schildknaapstraat). Vanaf 1935 in Studio Arenberg (Arenbergstraat), die in 1987 verhuisde naar de Koninginnegalerij (op nr. 26), om de hoek.

De Arenberg - we zijn alweer een paar naamsveranderingen verder - is vandaag nog altijd de plek voor art et essai-films, en festivals zoals Écran total (nog tot 8/9). Een verbouwing en ontdubbeling van de zaal in de jaren zeventig heeft de jarendertigsfeer niet aangetast.

Paul Bonduelle, de architect van het gebouw uit 1939, kon naar het schijnt niet kiezen tussen art déco en modernisme. Toen hij tien jaar later zelf zijn zaal mocht herinrichten, deed hij dat in een blauw dat tot op vandaag gerespecteerd wordt. De Arenberg wil op de site van de oude brouwerij Wielemans-Ceuppens uitbreiden met een complex van meerdere zalen.

De zaal die Studio Arenberg bij zijn vertrek achterliet, werd in 1997 weer in gebruik genomen door Cinema Nova (Arenbergstraat 3a). Behalve off-programma's van grote festivals heeft de Nova ook zijn eigen PleinOPENair, waarbij het scherm ergens in openlucht wordt opgesteld, op kwetsbare Brusselse plaatsen, waar het erfgoed of simpelweg de rust bedreigd zijn.

De zaal is gereduceerd tot de ruwbouw, het geld besteden de vrijwilligers liever aan de programmatie, onafhankelijk geproduceerde films en video's. De Nova houdt al meer dan tien jaar stand. De bewust bicommunautaire, internationale, en politiek onafhankelijke houding lijkt een verademing voor Brussel.

:: Met oprechte dank aan Isabel Biver.
:: Isabel Bivers boek Cinémas de Bruxelles. Portraits et destins is verkrijgbaar op www.cfc-editions.be. Op deze website vindt u ook meer info over haar rondleidingen langs de Brusselse bioscopen.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni